Minister Steven Mac Andrew Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW&J) is zeer content met plannen van de Associatie van Binnenlandse Industriëlen (ABI) die op een duurzame wijze bosproducten wenst te benutten en te exploiteren. De bewindsman liet zich vrijdag 20 januari hierover informeren door George Lazo en René Artist van de ABI.
Uit de uiteenzetting van de associatie is volgens het ministerie gebleken, dat personen in het binnenland over de potentie beschikken om als zelfstandigen, bosproducten te vervaardigen voor de export middels de ontwikkeling van waardeketens. De ABI gelooft, dat de keten van productieactiviteiten het product meer toegevoegde waarde geeft, dan afzonderlijke delen. Dit concept biedt volgens de associatie ook meer werkgelegenheid, omdat in de productieketen meer personen nodig zullen zijn. Voor het welslagen van dit project streeft de associatie naar een publiek- private samenwerking (PPP). De minister is gevraagd om hiertoe zijn invloed aan te wenden.
Minister Mac Andrew zei ontvankelijk te zijn voor de voornemens en inzichten van de VBI. Het gepresenteerde initiatief past volgens hem helemaal in het het beleid van het ministerie. In dit verband noemde hij de bevordering van productiviteit en innovatie in zowel de publieke als private sector. Het Centrum voor Innovatie en Productiviteit dat hiervoor moet zorgen, staat volgens hem in de startblokken om aan de slag te gaan ter verhoging van de nationale productiviteit die zal moeten bijdragen tot ontwikkeling. Dit moet volgens hem uiteindelijk resulteren in meer werkgelegenheid voor de beroepsbevolking en betere sociale zekerheid voor alle werkers.
Voor wat betreft de specifieke beroepsgerichte vaardigheden en competenties die nodig zullen zijn bij binnenlandbewoners voor de voorgenomen productieketen, noemde de bewindsman de werkarmen van het ministerie: SAO (Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling), SPWE (Stichting Productieve Werk Eenheden) en SHTTC (Stg. Suriname Hospitality and Tourism Training Centre), die verschillende trainingen aanbieden, maar ook op maat en naar behoefte van de opdrachtgever trainingen kunnen ontwikkelen.
Kansarme- en risicojongeren in het land, waaronder het binnenland, verdienen volgens hem bijzondere aandacht van het beleid, met de bedoeling dat ze volwaardig kunnen participeren in de samenleving. Hij kijkt uit naar een uitgewerkt projectvoorstel om te zien hoe het ministerie met zijn werkarmen kan inkomen.