In DNA is op donderdag de Toerismewet in behandeling genomen. De Toerismewet is eigenlijk het bewijs, dat ministeries niet tot die toegevoegde waarde komen wat van hen wordt verwacht uit te gaan. Steeds moeten er autoriteiten en beheersinstituten die te maken hebben met beleid en uitvoering worden opgezet om buiten de politieke beïnvloeding om zaken in Suriname gerealiseerd te krijgen. Dat betekent dat de partijpolitieke beïnvloeding eigenlijk in het landsbestuur ongewenst is en een vernietigende werking heeft op de samenleving. Dat betekent dus ook, dat er een zekere erkenning is in Suriname dat de politiek en politici niet bijdragen aan opbouw maar juist aan afbraak. Daarom moeten allerlei instituten worden opgezet die buiten de politieke beïnvloeding moeten staan. Wie zouden van dit alles een tegenstander moeten zijn? Juist ja, degenen die een brevet van ongeschiktheid krijgen: de politieke partijen en de politici.
Zien we de kritiek gestalte krijgen? Neen, omdat zelfs in het hoogste niveau dus erkenning is dat politieke beïnvloeding beleid in Suriname verlamt. Waarom zorgen politici en politieke partijen niet ervoor dat er een stuk imagoverbetering naar hun toe komt? Omdat ze de noodzaak daarvan niet inzien, de kiezer heeft de verlammende en vernietigende werking van politiek en de politici geaccepteerd. En daarom moet nu weer een autoriteit worden opgericht, waarvan men denkt dat die autonoom gaat zijn en buiten de slechte politieke beïnvloeding zal staan.
Staan bij wet opgerichte beleids- en uitvoeringsinstituten in Suriname buiten de partijpolitieke beïnvloeding? Neen, omdat de hoogste organen in de autoriteiten en daarmee ook de directies ook politiek worden ingevuld. De politieke beïnvloeding blijft, de facilitering van friends en family blijft, maar dat gebeurt nu in de Raden van Commissarissen (RvC’s) en de directies van deze autoriteiten. Het verschil is wel dit dat waar men bij het geregeld worden op een ministerie in een laagbetaalde baan terecht komt, men bij een autoriteit mag rekenen op een baan die tientallen malen beter is betaald en waarvoor men ook geen verantwoording aan niemand hoeft af te leggen. In de autoriteiten ontstaat er veel meer ruimte voor de politiek om friends en family in goedbetaalde banen te regelen en er is bijna geen toezicht van buiten in tegenstelling tot ministeries. Men krijgt de mensen om vrienden en familie te faciliteren in de RvC’s.
Er bestaan geen kwalificatievereisten in Suriname in zijn algemeenheid en ook niet in de specifieke oprichtende wetten waaraan leden van de rvc’s moeten voldoen. Vandaar dat ze over het algemeen vol zitten met kwakzalvers die sjoemelen in de politieke partijen. Het enige verschil en een kans van slagen en een meerwaarde van autoriteiten zou kunnen zijn als de betreffende sectoren over hun eigen branche genoeg zeggenschap krijgen ten eerste in de RvC’s en daardoor ook in het aanstellen van kundige directie en personeel. Die zeggenschap krijgen de sectoren niet omdat de politiek via de oprichtende wetgeving in de RvC’s een dikke vinger in de pap houdt, waardoor ook de directies politiek ingevuld worden met misbaksels waarvan er geen schaarste is in de politieke partijen. Door deze praktijken is de term en acroniem ‘RvC’ inmiddels een negatief geladen politieke term die synoniem stat voor onkunde, incompetentie, corruptiefacilitering en regelarij.
Wat heeft de huidige regering gedaan om aan deze wantoestanden een halt toe te roepen? Niets, er zijn geen dwingende regels die goed bestuur bij de verschillende parastatalen dwingend voorschrijven. De Toerisme Autoriteit die nu bij wet wordt opgericht zal dus niks in de toerismebranche veranderen. De samenleving die niet doordenkt en door een gebrekkige scholing een laag analytisch vermogen heeft, die zal denken dat een Suriname Toerisme Autoriteit (STA) wonderen zal verrichten, want alles hangt af van de invulling van de poppetjes in de verschillende organen van de autoriteit.
Sowieso moet geconstateerd worden dat het Toerisme-ministerie alleen wanneer ze op een buitenlandse beurs staan, noodgedwongen met het volk communiceert. Er zijn geen activiteiten gaande op het vlak van toerisme op het ministerie. De STA kan en zal door de politiek worden verpest. Ten eerste zien we dat de directeur eerst voorgedragen dient te worden door de RvC. De RvC bestaat uit minimaal 7 mensen waarvan 3 door TCT en RO: dat zijn alvast politieke mensen. De rest zijn deskundigen uit de – er staat in de wet ‘van de’ – luchttransportsector, accommodatiesector en de touroperators. ‘Van de’ betekent dat de bedrijven die georganiseerd zijn in brancheorganisaties de voordrachten moeten doen, maar dat is niet dwingend in de wet voorgeschreven. Wel staat in de Memorie van Toelichting dat er sprake is van een balans tussen de publieke en private sector en dat de private sector ook mensen moet voordragen. Het ware beter geweest als er in de wet zou staan dat de 3 RvC-leden uit de 3 verschillende branches door de erkende brancheorganisaties of bij gebrek daarvan door de in de sector opererende bedrijven wordt gedaan. De toelichting praat over een 3-3 verhouding. De TCT-minister zou echter deskundigen zelf kunnen uitkiezen en dan zijn het weer friends and family. Dan is er een RvC-lid van een wetenschappelijk instituut (universiteit) en ook dit kan politiek worden ingevuld. De RvC kan dus gemakkelijk uit 4 politieke marionetten bestaan en dat is de meerderheid der stemmen. Het ware beter geweest als de particuliere sector de garantie heeft dat zij de meerderheid der stemmen in de RvC heeft. De RvC draagt dan de directie voor ter benoeming aan de minister van TCT die een politicus is doorgaans. Die brengt de goedkeuring van de benoeming in de Raad van Ministers en dat is dan weer een politiek gekleurd besluit. Na de goedkeuring vindt de uiteindelijke benoeming van de directie plaats door de politieke minister.
De vraag rijst dan waar weer de autonomie, met andere woorden de vrijwaring van de politieke beïnvloeding, is gebleven. Autoriteiten zijn dus gewoon een farce en juist een verergering van het Surinaams bestuurlijk probleem: het onvermogen van politieke partijen door een verpeste inborst en gebrek aan ideologie en waarden, om deugdelijke politici en bestuurders voort te brengen.