Wanneer tarieven die geheven worden door de overheid, ook worden verhoogd, tegelijk met de tarieven die een puur commercieel karakter hebben, dan kan de burger in crisis tot de conclusie komen, dat er een verwijdering heeft plaatsgevonden tussen de Staat en het volk. Met de Staat wordt dan bedoeld de regerende elite, de mensen die in de regering de dienst uitmaken. Die zouden dan door de verwijdering en de geneugten van de vleespotten, men niet kan voelen dat de burgerij dagelijks niet genoeg en voedzaam kan eten.
Recent zijn bekend gemaakt de tarieven die gelden voor het keuren en herkeuren van motorrijtuigen, aanhangwagens en opleggers. De eigenaren en houders moeten voor de eerste keuring of herkeuring het verhoogde tarief betalen dat in een staatsbesluit is geregeld. De eerste keuring vindt plaats bij de Verkeerstechnische Dienst van de overheid. Daar wordt gebruik gemaakt van middelen, installaties en equipment die toebehoren aan het ministerie van Justitie en Politie. Deze middelen etcetera. moeten regelmatig worden onderhouden, ingesmeerd, gekalibreerd en geijkt waardoor ze geschikt blijven voor het doel waarvoor ze worden ingezet. Met de verhoging van de koers en aangezien veel van de onderhoudsmiddelen moeten worden geïmporteerd en dus een importcomponent hebben, is het niet ondenkbaar dat de kosten behoorlijk zijn gestegen.
Voor het onderhoud etcetera van onder andere equipment worden er bedragen opgebracht op de jaarbegroting van het ministerie van JusPol. Het is best wel mogelijk, dat voor de begroting van 2023 behalve een raming van onkosten, ook een raming van de inkomsten op dit stuk heeft plaatsgevonden. Dan praten we dus over verhoogde tarieven. Bij het opstellen van de begroting van 2023 kan het zijn, dat men uitgegaan is van een gedeeltelijke of integrale kostendekking op basis van verhoogde tarieven.
Verhoogde kosten kan de Staat zelf dragen uit overige belastingmiddelen die al geheven worden of bestaande tarieven verhogen oftewel de kostenverhoging af te wentelen op de burger.
En precies dit laatste stuk kan de burgerij de regering kwalijk nemen, want er komen een aantal prijsverhogingen simultaan af op de burgerij. De prijsverhogingen zijn nu voornamelijk gebaseerd op de BTW. Er zijn bedrijven die en OB die al afgeschaft is en BTW op goederen vorderen. Nu zullen de tarieven van de eerste en de herkeuring ook op de burgerij afkomen. De eerste keuring had de Staat op zich kunnen nemen, vooral hoe nu een aantal verhogingen op de burger afkomen. Maar een beredenering van de regering kan ook zijn: als men anderhalve tot twee ton SRD voor een tweedehandse geïmporteerde auto kan betalen, kan men enkele honderden ook voor de eerste keuring moeten doen.
De herkeuring is een andere zaak, omdat die een tijdje geleden is geprivatiseerd. Private bedrijven doen de herkeuring en die moeten een commercieel tarief hanteren. In principe komt de burger niet onder deze verhogingen uit, te meer daar de herkeuringen zijn geprivatiseerd.
Vermeldenswaard is dat de tarieven van de verzekeringen ook zijn aangepast. Al geruime tijd zijn de prijzen van benzine ook behoorlijk aangepast. Degenen die van een motorrijtuig gebruik maken zullen zware offers moeten brengen om dat te blijven doen.
De regering heeft in de toelichting aangegeven, dat de aanpassing van het Rijbesluit, waarin de tarieven worden genoemd, nodig was ter verhoging van de verkeersveiligheid. Maar wij dachten dat de tarieven zijn aangepast om kostendekkend te zijn en om de tarieven op te schroeven. En uiteraard is het zo, dat elke eerste keuring en elke herkeuring als motief heeft dat de verkeersveiligheid wordt verhoogd. Met een verhoging van de tarieven echter wordt de verkeersveiligheid niet op een hoger niveau gebracht. De regering geeft aan, dat van de burgers wordt verwacht dat zij als bewuste verkeersdeelnemers zich verantwoordelijk gedragen en veel meer rekening houden met medeweggebruikers.
Maar, de burgerij mag zich de vraag stellen of de regeerders dat ook doen met de onderdanen.
In de toelichting wordt verwezen naar het Strategisch Plan voor Verkeersveiligheid (1 januari 2018 – 31 december 2021) waarin is opgenomen, dat in 2023 de verkeersongevallen met dodelijke afloop en letselschade met 30% moeten zijn verminderd ten opzichte van 2016. Met de verhoging van tarieven alleen zal het aantal verkeersongevallen niet zonder meer afnemen.
De oude keuringstarieven dateren van 2013 toen een lagere koers bestond voor de USD. Voor de aanpassing van de tarieven is de unificatiekoers van januari 2021 van SRD 14,29 voor de USD gehanteerd. Er is bewust niet gekozen voor de thans geldende Centrale Bankkoers, aangezien vanwege de financieel-economische situatie in het land de koopkracht van de burgers enorm is geërodeerd. Er is daarom gekozen voor een middenweg met betrekking tot de hoogte van de tarieven.
Opmerkelijk is ook, dat in de toelichting een verdeelsleutel is van de inkomsten van de herkeuring. Daarbij is een deel van de inkomsten voor de Stichting Toezicht Keuring Motorrijtuigen (STKM). Het aandeel van de STKM in de inkomsten is verhoogd in het kader van de verhoogde bedrijfsvoering van voornoemde stichting. Het Bureau van voornoemde stichting is nu volledig bemenst. De bemensing bestaat thans uit 14 man, eerder bestond het uit 7 man. In elk geval had ook voor de STKM gekozen kunnen worden om tijdelijk de overheidsstichting te subsidiëren uit overige belastinginkomsten, waardoor het tarief voor de herkeuring iets lager zou uitvallen.
De regering zegt een gulden middenweg te hebben bewandeld door een laag tarief te hanteren, maar keuringstarieven moete ineens worden betaald. Het ophoesten daarvan zal de burger pijn doen en zal men daarbij denken aan het beleid van de regering.