Het enkele jaren geleden veelbesproken project Agro Industrial Park (AIP) dat door de huidige minsiter Parmanand Sewdien van Landbouw., Veeteelt en Visserij, LVV, in 2021 in aangepaste vorm is gegoten, lijkt voorlopig in de vrieskast te zijn beland, omdat de Zwitserse bank Credit Suisse als project financierder niets meer van zich heeft laten horen.
Minister Sewdien gaf vorige maand, op 23 december, deze geactualiseerde informatie tijdens de debatten in de Nationale Assemblee rond de instelling van het Produktie Krediet Fonds (PKF). De overeenkomst voor de “Suriname Agro Industrial Park (AIP) Business Plan” is in oktober 2018 door de toenmalige regering gesloten met de Israëlische LR Group. Het AIP-project behelst het opzetten van een melkveehouderijbedrijf (met 500 melkkoeien), een zuivelverwerkingsbedrijf, een pluimveebedrijf (met een eierenproductie van 5 miljoen eieren en 2.000 kippenvlees per jaar), en een agrarische productieboerderij van bijna 600 hectare groot in de districten Wanica en Saramacca. Het project kost 67 miljoen Euro. Suriname zou dit geld lenen en de Israëlische LR-group zou zich met de uitvoering belasten. De kennis en technologie die in Israël worden toegepast in landbouw en veeteelt zouden bij dit project in Suriname worden ingezet.
Aangepaste vorm
Minister Sewdien zegt na zijn aantreden in 2020 een aantal onderhandelingen te hebben gevoerd met de LR-Group om het project van Agro Industrial Park qua opzet om te buigen. Hij zegt namelijk niet te geloven in de formule van megastallen en mega pluimveebedrijven die ook nog als een staatsbedrijf gerund worden. Sewdien ziet het niet zitten, dat ambtenaren om 4 uur in de ochtend koeien gaan melken. Ook de schaalgrootte van de bedrijven ziet de LVV-minister niet zitten. De onderhandelingen hebben erin geresulteerd, dat is overeengekomen dat overgestapt zou worden naar het model van kernbedrijven van 40-50 koeien, met daaromheen sattelietbedrijven. Ook over de andere onderdelen van het AIP-project is met de LR-Group een akkoord bereikt.
Sewdien geeft aan, dat in 2021 vanwege de verlaging van de Suriname’s kredietwaardigheid, Credit Suisse als financier heeft laten weten dat ze zich het project zou terug trekken, tenzij de staat aparte garanties biedt voor de aflossing van de lening. Daarop is ingespeeld. De toenmalige minister van Financiën heeft in augustus 2021 per schrijven aan Credit Suisse laten weten, dat de staat Suriname garant staat voor de lening. Sindsdien is er van de Zwitserse bank, volgens minister Sewdien, niets meer vernomen.
Geen buitenlandse investering
Uit informatie die pas veel later bekend werd in 2019 blijkt, dat het Agro Industrial Park project niet betreft een buitenlandse investering in de zin van Foreign Direct Investment. Het benodigde kapitaal zou moeten komen van een lening die op naam staat van de Staat Suriname. Het geld gaat wel naar de LR-group voor de uitvoering van het project.
De toenmalige voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), Winston Ramautarsing, heeft indertijd aangegeven dat Suriname door tussenkomst van de LR-Group een lening van 67 miljoen Euro heeft veiliggesteld bij Credit Suisse.
Het Bureau voor de Staatsschuld zou hebben aangegeven, dat de lening is opgedeeld in twee leenovereenkomsten: één van 57,5 miljoen Euro voor het opzetten van het AIP, en een Facility Agreement ter waarde van 9 miljoen Euro. Het laatste bedrag zou toen reeds zijn losgekomen.
Blijkens de laatste gepubliceerde cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld van december 2022 staat Credit Suisse inderdaad op de lijst van buitenlandse commerciële crediteuren. De uitstaande schuld bij de Zwitserse bank per eind september 2022 bedraagt US$ 11,3 miljoen, waarvan US$ 1,1 miljoen aan achterstanden. Het is niet bekend hoe dit bedrag is aangewend.
Het aangaan van nieuwe commerciële leningen door Suriname past niet in het lopend IMF-programma. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat het Agro Industrial Park project op korte termijn zal worden uitgevoerd, althans niet op basis van een commerciële lening.
SS