Surinaamse banken zouden een forse claim moeten overwegen tegen het Nederlands Openbaar Ministerie, OM, voor de aanzienlijke imagoschade die ze hebben geleden als gevolg van de inbeslagname van de geldverscheping van 19,5 Euro. Het geld werd in april 2018 op Schiphol in beslag genomen op verdenking van witwassen. Het Amsterdamse Gerechtshof heeft dinsdag bevolen, dat het geld terug moet worden gegeven aan de Surinaamse banken (zie uitspraak onderaan).
Jim Boussaid, destijds directeur van de Hakrinbank en thans regeringscommissaris bij de Centrale Bank van Suriname, zegt dat het besluit van het Amsterdamse Gerechtshof goed is voor Suriname en voor het Surinaams bankwezen. Hij zegt, dat het zeker ertoe zal leiden dat er een proces van imago verbetering zal optreden voor Suriname en het Surinaams bankwezen. Het Nederlands Openbaar Ministerie heeft na bijna 5 jaar na de inbeslagname nimmer een zaak kunnen maken van de verdenking van witwassen.
Het besluit van het Gerechtshof in Amsterdam voor teruggave van het geld is juist en terecht, aldus Boussaid. De geldverscheping van de geldzending in 2018 vond plaats in opdracht van de Centrale Bank conform haar wettelijke taak, namelijk het coördineren van contante geldstromen in Suriname. Het geld behoort grotendeels toe aan de Hakrinbank en de Finabank, en deels aan de De Surinaamsche Bank, DSB. De gelden waren bedoeld om de bankrekeningen van bedoelde banken in het buitenland aan te zuiveren ten behoeve van giralisering in het internationaal betalingsverkeer.
De inbeslagname van de geldverscheping in 2018 heeft grote negatieve gevolgen gehad voor Suriname en het Surinaams bankwezen. Luchtvaartmaatschappijen weigerden geruime tijd om contanten voor Suriname naar het buitenland te transporteren. Surinaamse banken konden hierdoor geen valuta naar hun buitenlandse rekeningen giraliseren. Dit had op zijn beurt weer negatieve gevolgen voor de koersontwikkelingen in het land.
SS