Mr. Antoon Karg, hoofdbestuurslid van de Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO), gaat in gesprek met de redactie van Dagblad Suriname in op recente ontwikkelingen en de gang van zaken rond het Internationaal Monetair Fonds, IMF.
Terugblik sociaal-maatschappelijk gebeuren in 2022
Drie belangrijke zaken in 2022 hadden de aandacht van Karg gevat. Het waren onder andere de koopkracht verslechterende situatie onder burgers, het aantal straatacties die uiteindelijk weinig animo kregen in de samenleving en als laatste de geruststelling van een paar maanden, omdat we als land nog deel uitmaakten van de internationale gemeenschap, vanwege uitstel van de verplichtingen bij het ‘national risk assessment”. Op basis van persoonlijke analyse en social media geeft Karg in het interview te kennen, dat burgers op zijn minst ontevreden zijn geweest en onbegrip toonden over het gevoerde beleid. De opkomst van straatacties die werden aangekondigd tegen het einde van het jaar, waren volgens Karg niet als in 2017 en ook niet als dat van de straatacties midden in 2022. Wie het gezicht wordt van een actie speelt daarbij een belangrijke rol, geeft Karg aan.
Op de vraag of hij merkt dat de vakbonden een geheel vormen bij de acties, antwoordt Kaag, dat het gaat om strategische bondsacties, een groep is tegen de verhoging van nutsvoorzieningen en een andere groep tegen het verhogen van bijvoorbeeld de internettarieven. De verschillende motieven van de straatacties, die niet op een eenduidige lijn staan, zijn redenen waarom er geen sprake is geweest van een algehele platlegging. Dit terwijl men zeer ontevreden is over de gang van zaken.
Neemt de bevolking een afwachtende houding aan?
Karg is van mening dat de bevolking wacht op een regering met een andere signatuur. De verkiezingen van 2020 hebben daar geen verandering in gebracht. De vraag die volgens Karg dan wordt gesteld is waar zullen de straatacties naar toe leiden? Ook het feit, dat men kijkt naar de vorige regering (NDP) die nog steeds een van de grootste partijen is, baart mensen zorgen. Waar zal dit alles naar toe leiden?
Vluchtelingen worden vluchtelingen
Op de vraag van de redactie hoe Karg denkt dat de man van de straat met de slechte koopkracht situatie om is gegaan, geeft hij aan, dat er een absolute onderlaag is ontstaan die is verruwd, met criminele gevolgen. Verder hebben deze mensen het gedaan met steun van anderen in het buitenland, die vanwege de situatie het land hebben verlaten of al geruime tijd in andere landen zijn. Op de vraag hoe hij denkt over de situatie dat vluchtelingen het land verlaten, zegt hij:”Ja vluchtelingen worden vluchtelingen, vanwege het feit dat ze het niet hebben zoals ze dat in gedachten hadden.”
Vooruitzichten 2023
Aan de ene kant is Karg blij met het internationaal betaalverkeer, dat hij eerder in het gesprek aanhaalde, maar aan de andere kant zitten de twijfels over de stopzetting van het IMF-programma, waarbij ook de begroting voor 2023 gevaar kan lopen, hem wel dwars. De begroting van 2023 noemt hij dan ook nog fictie. “Als het programma van het IMF wordt stopgezet, zal het ervoor zorgen dat ons land een torenhoge schuldpositie van bijkans 8 miljoen US dollars zal hebben”, aldus Karg. De voorwaarden van het IMF zijn volgens Karg zijn niet volledig voldaan. “De zogenoemde groeifase waarin we nu als land zitten zou een bedrag van 175 miljoen US dollars moeten opleveren van buitenlandse investeerders, niet van het IMF nog minder van ontwikkelingsbanken), en dat zie ik niet zitten.”
Schuldeisers en het risico van het IMF
Wat er met de schuldeiser zal gebeuren als het IMF besluit de samenwerking stop te zetten, is volgens Karg te vergelijken met een ziek lichaam dat nog hoop heeft, nadat het infuus weggetrokken wordt (IMF gaat weg) wordt het dan eenieder voor zichzelf. De schuldeisers gaan hun schulden zelf moeten winnen uit huidige en toekomstige staatsmiddelen of met de hulp van andere landen, dit omdat vanuit de Surinaamse kant zekerheden zijn beloofd.
Maak berekeningen is geen ontvangst
Het is volgens Karg belangrijk als oliebedrijven, zoals Total en Apache, hun vooruitzichten geven op basis van wat ze verwachten uit de olieputten,want zo raken ook andere investeerders geïnteresseerd. Dat ze dat vorig jaar niet hebben gedaan is dus een kwalijke zaak, aldus Karg. Kwalijker zou het volgens Karg wel zijn, als de vooruitzichten worden gepubliceerd en ze negatief of minder zijn dan de berekeningen die door de Surinaamse overheid zijn gemaakt. “Komen de besluiten en vooruitzichten niet, dat kan de economie verder slopen. Komen ze wel en zijn het niet de gewenste, dan zullen alle aannames aangepast en bijgesteld moeten worden, met nadruk op de werkgelegenheid”, zegt Karg.
Guyana neemt voorsprong
Op de vraag waarom we wat beurzen betreft minder reacties krijgen voor wat betreft de samenwerking om olievondsten in Suriname, geeft Karg te kennen dat: “De infrastructuur die nu wordt gebruikt bij Guyana zou naderhand ook voor ons gebruikt kunnen worden wanneer het komt op oliebronnen. De afstand tussen Guyana en Suriname is veel kleiner. Voor wat ExxonMobil betreft in Guyana is de samenwerking veel duidelijker en transparanter dan Total-Apache in Suriname. Karg stelt, dat de samenleving wel recht heeft om te weten wat er zich afspeelt tussen Staatsolie en deze maatschappij. Bij deze neemt Guyana de voorsprong, meer nog omdat er sprake is in Guyana van local content groei en daarvoor is er volgens Karg zelfs al wetgeving om het te ordenen, educatie te bieden en aanbesteding.
“Proces te vergemakkelijken en beter te begrijpen. Suriname is niet zo ver. Bedrijven in Suriname zijn technisch nog niet zo ver. Het is wel belangrijk, dat we investeerders duidelijk moeten maken wat we van hen verwachten als je ze wilt verwelkomen. Gezien de corporate social responsibility zou Suriname, in geval van niet naleving, niet helemaal naar een gerechtshof in Amerika hoeven te gaan om te wijzen op de nodige naleving van regels, omdat Total-Apache deel uitmaakt van een grote organisatie wereldwijd, waar men zich aan de regels dient te houden”, geeft Karg afsluitend aan in het gesprek.
GW
