Uit een poll, die een paar dagen beschikbaar was op de website van Dagblad Suriname, blijkt klip en klaar dat de samenleving strengere regels en voorschriften wil voor het gebruik van gelden in politieke campagnes. Feit is dat daar geen enkele vorm van transparantie in is. Hoe financieren bijvoorbeeld politieke partijen hun campagnes richting verkiezingen? Niemand weet het, niemand zegt het.
Van de 776 uitgebrachte stemmen op de poll, hebben maar liefst 716 mensen (82 procent) de optie “ja” aangevinkt als antwoord op de vraag ‘vindt u dat er strengere regels en voorschriften moeten komen voor het gebruik van geld in politieke campagnes?’ Slechts 28 personen (4%) vinden dat dus niet nodig en hebben dan ook “nee” aangevinkt in de poll.
Het eindresultaat van de poll was eigenlijk voorspelbaar. Politieke partijen hebben immers nooit openbaarheid verschaft over hoe zij aan de financiële middelen om bijvoorbeeld campagnewerk te kunnen verrichten. Natuurlijk, vaak zal worden gereageerd met de cliché opmerking dat ze kunnen werken dankzij de contributiegelden van leden en gelden van sponsoren. Maar, wie – met een dosis gezond verstand – gelooft dat? Wie zijn die weldoeners die de kas van politieke partijen (willen) spekken en wat krijgen zij ervoor terug?
Bouwbedrijven
Toch blijft partijfinanciering in nevelen gehuld, terwijl al in oktober 2004 berichten verschenen over bouwbedrijven die politieke partijen financieel zouden steunen voor het bekostigen van verkiezingscampagnes.
In het Nederlandse blad voor de bouwwereld Cobouw was in de eerste week van oktober 2004 te lezen, dat bouwbedrijven die in Suriname politieke partijen financieel ondersteunen om hun verkiezingscampagne te bekostigen, hun geld dubbel en dwars terug verdienen. Dit zei destijds althans Surinder Mungra, voorzitter van de Progressieve Politieke Partij (PPP). De bedrijven werden volgens hem beloond via onderhandse gunningen.
“Als politieke partijen hun regeermacht ontlenen aan de steun van kapitaalkrachtigen, dan zijn zij bezig het land te verkopen aan een kleine groep, die zich alsmaar verrijkt ten koste van het volk”, zei Mungra destijds.
“Inzicht en toezicht op financiering van partijen is nodig”
Zo’n dertien jaren later, in juni 2017, lieten de partijen Partij voor Democratie en Ontwikkeling (PDO) en Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE) via Dagblad Suriname het volgende weten: “Inzicht en toezicht op financiering van partijen is nodig, hiermee zal belangenverstrengeling worden tegengegaan. Wetgeving en ook subsidie moeten politieke partijen minder afhankelijk maken van bijdragen van belangengroepen en de kans op corruptie verkleinen, de negatieve sfeer rond partijfinanciering moet weggemaakt worden.”
Een bij wet geregelde financiering van politieke partijen is niet alleen nodig om duistere gang van zaken tegen te gaan, maar ook om kleinere partijen, die vaak schitteren van nobele gedachten, op zijn minst de gelegenheid te geven zich te profileren binnen de samenleving, zodat ze hun ziens- en werkwijze kenbaar kunnen maken, zo schreef Dagblad Suriname in juni 2017.
Gedragscode
Richting de 2020-verkiezingen gingen het ministerie van Binnenlandse Zaken en het United Nations Development Program (UNDP) een samenwerking aan inzake capaciteitsversterking bij de voorbereiding van de algemene vrije en geheime verkiezingen die werden gehouden in mei 2020. Gedurende die samenwerking zou onder andere een gedragscode voor politieke partijfinanciering worden ontwikkeld. De overeenkomst eindigde in december 2020.
Maar, vandaag de dag lijkt er – terwijl dit issue gedurende vele jaren steeds weer even de kop opsteekt – nog steeds geen werkelijke transparantie te zijn als het gaat om de financiering van campagnes en dergelijke van politieke partijen.
PK