Vooruitzichten economie zorgwekkend door uitblijvend economisch beleid

Op een oliewebsite die vooruitzichten lanceert over de ontwikkelingen in de olie-industrie, is recent bericht, dat de olieboom in Suriname twijfelachtig is geworden. De site Oilprice.com bericht dat  er ​​zorgwekkende drempels zijn ontstaan in de ambitieuze booragenda van Suriname.

Het geval wil in Suriname, dat door ‘beleidsarmoede’ binnen de huidige regering, er geen droom en geen ideeën bestaan hoe de economie van Suriname, die in de sloppen is geraakt, een enorme boost te geven. Er staan een heleboel goede ideeën die uitvoerbaar zijn in het ‘Plan voor stabilisatie en groei’, die niet zijn uitgevoerd. We hebben het tientallen keren hier geschreven en we blijven het hier herhalen; er zijn ministeries die een cruciale rol spelen in het faciliteren van het ontstaan en de groei van de duurzame sectoren. Het gaat dan om de ministeries van LVV, TCT, BIBIS, ROS en EZ. Het beleid op deze ministeries is, terwijl we op de helft van de regeertermijn van deze regering zitten, niet van de grond gekomen. En zo te zien zal het ook niet van de grond komen, omdat de monitoring van het Stabilisatie- en Herstelplan niet kritisch heeft plaatsgevonden. Wanneer ministeries niet tot de output komen die van hun verwacht wordt, dan vindt de aansturing plaats vanuit het Kabinet van de President. 

De beleidsarmoede heerst op het Kabinet van de President en op de ministeries. De aansturing vanuit de president zal daarom niet komen. De ministers staan namelijk niet onder grip en aansturing van de president, omdat er naar het schijnt ook geen idee daar bestaat wat te doen met een land met zoveel productiepotentie. Suriname zit dus te wachten op het geld van de olie en naar het schijnt mogen onze heren politici het op hun buik schrijven. 

We hebben eerder over LVV en TCT geschreven, de ministers hier zijn de slechtste in het kabinet, gevolgd door die van BIBIS en ROS. We vragen ons af wat de minister van Internationale Business (IB) precies aan het doen is. Er is een directoraat IB, maar we weten niet wie die persoon is, zeer waarschijnlijk een persoon die politiek loyaal is met een mooi gezicht waarvan niet wordt verwacht door zijn aansteller dat hij/zij werkt. De plannen en dromen van dit directoraat zijn geheim, ze zijn nooit met de samenleving gedeeld. We zien dat de president en de minister aller investeringsfora afreizen, maar er is geen rendement eruit, omdat we tot nu toe geen investeerders en bedrijven hier hebben gehad. 

Er is recent door BIBIS beweerd, dat de miljoenen die aan reizen zijn besteed, het tienvoudige aan grants hebben opgebracht, maar bij Internationale Business gaat het om investeringen en niet om grants (schenkingen) om symbolische nietszeggende projecten uit te voeren. Het gaat om bedrijven die hier duurzaam ontstaan en om werkgelegenheid die voor de jonge bevolking wordt geschapen. Er ontstaan geen koppelingen tussen ondernemers hier en elders. 

Pijnlijk is het om steeds aankondigingen te horen dat de prijs van kip en eieren omhoog zullen gaan. Ook het economisch beleid is niet helder en transparant. De regeringsleider van Suriname heeft geen economische koers dan dat er gewacht wordt op inkomsten uit de olie. Maar de vooruitzichten in de olie zijn niet positief. Recente boorresultaten zouden echter erop wijzen. dat Blok 58 niet zo gemakkelijk te exploiteren is als aanvankelijk werd aangenomen. Apache en TotalEnergies hebben, zoals verwacht, voor eind 2022 geen FID’s (investeringsbeslissingen) gemaakt. Na een hele reeks olievondsten in de offshore van Suriname, voornamelijk in Blok 58, werd er sinds begin januari 2020 veel gespeculeerd dat ons land het volgende Guyana zal worden. Sinds het begin van 2022 is er een reeks uitdagende obstakels ontstaan ​​die de olieboom van Suriname bedreigen. Het potentieel om een ​​toonaangevend aardolieproducerend land in Zuid-Amerika te worden, wordt bedreigd. Analisten hadden oorspronkelijk voorzien, dat de eerste olie in 2025 naar boven zou komen. Suriname zou 650.000 vaten per dag kunnen oppompen tegen 2030. Als Suriname tegen 2030 650.000 vaten per dag zou pompen, zal dit een van de snelste opstartperiodes zijn van alle offshore-gebieden. Er zijn echter tekenen dat deze ambitieuze tijdlijn niet gehaald zal worden als er een reeks verontrustende drempels opdoemen. Blok 58 bevat een aanzienlijk potentieel met ten minste 50 geïdentificeerde potentiële boordoelen. De Amerikaanse investeringsbank Morgan Stanley schatte in 2020 dat Blok 58 maar liefst 6,5 miljard vaten aan winbare olie zou kunnen bevatten, waardoor het zeer winstgevend zou zijn om het te ontwikkelen. Het optimisme rond Blok 58 werd ondersteund door aanvullende olievondsten op andere blokken in de offshore van Suriname. 

Desalniettemin is het niet allemaal van een leien dakje gegaan met recente boorresultaten die erop wijzen dat Blok 58 misschien niet zo gemakkelijk te exploiteren is als aanvankelijk werd aangenomen. Aanvankelijk werd verwacht dat Apache en TotalEnergies voor eind 2022 een definitieve investeringsbeslissing (FID) zouden nemen met betrekking tot Blok 58, wat niet is gebeurd. De FID is uitgesteld tot ten minste medio 2023. TotalEnergies heeft zijn bezorgdheid geuit over het aantal droge putten en tegenstrijdige bevindingen tussen seismische gegevens en boorresultaten. Om die redenen wachten zij en partner Apache op verdere resultaten van de putbeoordeling voor Blok 58 alvorens verder te gaan met de FID. De aarzeling van TotalEnergies en Apache zou ermee te maken hebben dat het ongeveer $ 10 miljard zal kosten om Blok 58 te ontwikkelen. Er zouden tegenstrijdige geologiedata bestaan. 

Verrder wordt nu gezegd, dat het contract voor het delen van de productie dat met de Surinaamse regering in Paramaribo is afgesloten, niet zo gunstig zou zijn (voor de buitenlandse bedrijven) als dat van Exxon in Guyana voor het Stabroek-blok. Er wordt zelfs geschat dat operaties op Blok 58 een break-evenprijs zullen hebben van $ 45 per vat Brent, wat aanzienlijk hoger is dan de $ 25 tot $ 35 per vat die voor het Stabroek-blok wordt gerapporteerd. Er wordt gespeculeerd dat Staatsolie, die het recht heeft om een ​​belang van 20% in Blok 58, onvoldoende middelen, wat betekent dat het waarschijnlijk een kleiner belang zal zoeken. Daarom zal Suriname niet zo snel genieten van de enorme economische meevaller als aanvankelijk verwacht. 

Er wordt nu verwacht dat de eerste olie uit de kust van Suriname zal komen in 2027, waarbij de productie zal oplopen tot 650.000 vaten per dag rond 2032 of misschien later. Desondanks gaat Suriname door met de aanleg van een diepwaterhaven in Nickerie aan de noordwestkust van Suriname, die een belangrijke aanwinst zal zijn voor de ondersteuning van de ontluikende olieboom van wat genoemd wordt “het verarmde Zuid-Amerikaanse land”.

error: Kopiëren mag niet!