Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft deze week in een persconferentie gesteld, dat de regering ernaar streeft om dit jaar meer zogenoemde schenkingsfinanciering los te krijgen. “Wij willen gaan richting 200 miljoen Amerikaanse dollar”, zo sprak de bewindsman, die verder zei dat in het afgelopen jaar voor een bedrag van 110 miljoen Amerikaanse dollar is ontvangen aan allerlei schenkingen.
Volgens Ramdin gaat het dus om schenkingen die niet terugbetaald hoeven te worden en dat die schenkingen de grootste bron aan buitenlandse inkomsten is voor de regering. Hij benadrukte, dat schenkingsfinanciering absoluut geen bedelen is. Het is aldus de minister een kwestie van “relaties opbouwen op basis van vriendschappen en wederzijdse politieke en economische voordelen”.
“Gecultiveerd”
Ook vond Ramdin het nodig om uit te leggen, dat die 110 miljoen Amerikaanse dollar die in 2022 is ontvangen, “niet zomaar” is gekomen.
“Mensen zitten erachter. Ambassades zitten erachter. De relaties in de Verenigde Naties (VN), de OAS (Organisatie van Amerikaanse Staten) en de Europese Unie, EU, worden gecultiveerd met organisaties die leiden tot dit soort resultaten. Daarom heb je buitenlandse missies.” Met andere woorden, die schenkingen zijn ontvangen dankzij vooral de inzet van het personeel op ambassades en consulaten in het buitenland. Maar, wat Ramdin precies bedoeld heeft met, dat relaties met organisaties als de VN, OAS en EU “gecultiveerd worden met organisaties die leiden tot dit soort resultaten” is volstrekt onduidelijk. “Gecultiveerd”?
Bedelen
Overigens, is het opmerkelijk, dat de bewindsman met klem tijdens zijn persconferentie heeft benadrukt, dat het bij schenkingsfinanciering niet gaat om bedelen. Kennelijk leeft dat idee zelf in het achterhoofd van de minister. Maar, natuurlijk zullen velen het werkelijk zien als een soort bedelen om geld, zoals de regering ook op vele internationale podia bedelt om financieel gecompenseerd te worden door rijke, geïndustrialiseerde CO2 uitstotende landen voor haar bosbeleid.
Natuurlijk is het positief wanneer bevriende naties, om vooral die vriendschap te benadrukken en te stimuleren, nu en dan eens wat schenken in de vorm van geld of goederen, producten of bepaalde diensten. Een schenking is dan ook een teken van een uitstekende wederzijdse relatie en zal altijd geaccepteerd worden. Het hoort ook bij het internationale diplomatieke verkeer en beleid, elkaar op allerlei manieren te vriend houden en een relatie in stand houden in een onderlinge amicale sfeer.
Voorbeelden van schenkingen in 2021
Suriname kreeg eind maart 13 miljoen euro ter beschikking van de Europese Unie ter ondersteuning van investeringen in duurzaam bosbeheer in het kader van een meerjarenprogramma dat loopt tot 2027.
Suriname ontving medio april ruim 187 stuks medische apparatuur ter waarde van ruim US$ 800.000 van Japan. Het ging onder meer om drie ambulances, mobiele röntgenapparaten, echoapparaten, infusiepompen, perfusiepompen, transportmonitoren met trolleys, bloedgasanalysatoren. Deze schenking vloeide voort uit een overeenkomst die in maart 2021 op Costa Rica werd getekend tussen de regering van Japan en de United Nations Office for Project Services (UNOPS). De overhandiging van de apparatuur vond plaats op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking en niet bij Volksgezondheid….
Rond 22 mei schonk de Volksrepubliek China landbouwmateriaal ter waarde van US$ 1.4 miljoen voor de agrarische sector. Het ging onder andere om graafmachines, vriezers en pompen. En ook die schenking werd door minister Ramdin van Buitenlandse in ontvangst genomen.
De Chinese ambassadeur Jing liet weten, dat de schenking speciaal voor Suriname was vanwege de historische en langdurige relatie tussen beide landen.
Een week of drie later, rond 11 juni, schonk China US$ 50.000 vrijgemaakt ter ondersteuning van de watersnoodramp in met name Brokopondo en het herstel na de ramp. “Wij geloven dat de financiële steun sneller het relevante werk kan ondersteunen”, zo klonk het vanuit de Chinese ambassade. Met de hulp betuigde China zijn medeleven aan Suriname.
Japan kwam in augustus met de mededeling dat zij steun zou bieden bij de aanpak van de wateroverlast in Paramaribo. Het land zou goederen met een bepaalde waarde aanschaffen en laten verschepen naar Suriname. Suriname mocht rekenen op ongeveer 3 miljoen US$ steun. Er zouden met deze Japanse steun nieuwe water drainagepompen worden geïnstalleerd op strategische plekken in de afwateringsinfrastructuur van Paramaribo. De Japanse toegezegde steun kwam na een diplomatieke nota van het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking aan bevriende naties, om hulp. In een eerder stadium had Suriname schenkingen ontvangen van onder meer Guyana en Venezuela.
PK