Oliemultinationals betalen royalties en inkomstenbelasting

De oliemultinationals zullen in de fase waarin zij olie zullen produceren 6,25% royalties  aan de staat betalen. Deze royalties worden geheven op de geproduceerde olie. Daarnaast betalen zij normaal 36% belasting op hun gedeelte van de “profit oil”. Op het gedeelte van de “profit oil” die aan Staatsolie wordt toebedeeld ontvangt de staat ook 36% inkomstenbelasting. Zo verduidelijkte minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen woensdag in de Nationale Assemblee tijdens de debatten rond de nadere wijziging van de Petroleumwet van 1990.

De wijzigingen houden in, dat de belastingfaciliteiten die de oliemultinationals uit hoofde van de olieovereenkomst met Staatsolie genieten, nu worden opgenomen in de Petroleumwet. Volgens deze overeenkomst zijn de oliemaatschappijen vrijgesteld van het betalen van omzetbelasting, dividendbelasting en zegelrecht. Deze belastingvoordelen zijn tot nu toe in een Staatsbesluit geregeld, doch volgens de Grondwet dienen deze bij wet in formele zin te worden geregeld. 

De belastingvoordelen gelden niet alleen voor de oliemultinationals, maar ook voor de sub-contracters die diensten verlenen aan ze. Het moet wel gaan om diensten die te maken hebben met olie-exploratie en -productie. 

Met het nu bij wet regelen van de belastingvoordelen van de oliemultinationals zijn deze beter gewaarborgd. Tijdens de debatten in het parlement hebben leden van zowel de coalitie als de oppositie benadrukt, dat Suriname als klein land zich tot nu toe altijd als betrouwbare partner heeft opgesteld jegens buitenlandse investeerders. Suriname heeft zich altijd gehouden aan gemaakte afspraken en overeenkomsten, zelfs in moeilijke tijden zoals in de jaren ‘80 van de vorige eeuw. Met het in de Petroleumwet opnemen van de afgesproken belastingvoordelen wordt nu rechtszekerheid geboden aan de oliemultinationals. 

Assembleeleden zeggen nu uit te kijken naar het finaal investeringsbesluit van de oliemaatschappijen.

SS 

error: Kopiëren mag niet!