De zaak rond de olievlek in de Surinamerivier blijkt in behandeling te zijn bij het Openbaar Ministerie (OM). Het OM heeft donderdag 29 december de redactie van Dagblad Suriname geïnformeerd, dat “de zaaksofficier van de olievlekken in de rivier nog bezig is met het gerechtelijk vooronderzoek”. “Zodra het onderzoek afgesloten wordt, zal een update gegeven worden”, aldus het Openbaar Ministerie.
Het Openbaar Ministerie liet woensdag 9 november de redactie van Dagblad Suriname nog weten, dat van de heer Jerry Slijngard van het NCCR (Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing) “is vernomen dat alle informatie en documentatie verstuurd is naar de afdeling Maritiem van het Korps Politie Suriname. Het dossier over deze zaak is nog niet aangekomen bij het Openbaar Ministerie. Hierdoor kunnen wij niet nader ingaan op hoe groot de schade is of als er personen als verdachte zijn aangemerkt”. Nu blijkt dat het OM bezig is met een gerechtelijk vooronderzoek in deze zaak en dat die zaak dus in behandeling is bij het OM.
Overigens meldde rond 16 december Jerry Slijngard nog, in een reactie aan Dagblad Suriname, dat de zaak bij de Maritieme Politie in behandeling is. Ondanks vele verzoeken daartoe is een reactie, op de vraag wat de stand van zaken is in het onderzoek van de Maritieme Politie, van het Korps Politie Suriname nimmer ontvangen.
Geen informatie sinds 25 oktober
Sinds 25 oktober hebben het NCCR en het Korps Politie Suriname niets bericht over de stand van zaken van het onderzoek. De door het NCCR genomen monsters van de olie in de Surinamerivier zijn onderzocht, de resultaten zijn bekend, maar de samenleving is met geen letter, geen woord geïnformeerd over het onderzoek.
Is de veroorzaker in beeld?
Waardoor is de olievlek ontstaan, wat is de schade die is veroorzaakt aan de biodiversiteit in de rivier en op de oevers?
De antwoorden op deze vragen zullen inmiddels ongetwijfeld tot op zekere hoogte bekend zijn, maar die informatie is nog steeds niet met de samenleving gedeeld.
Staatsolie
Een milieuactivist had al laten weten het zeker te weten: Staatsolie is de boosdoener, de veroorzaker van de olievlek. De man had zelfs een persconferentie belegd om zijn verdachtmaking met ‘bewijzen’ te onthullen, te staven. Staatsolie reageerde furieus en zou actie ondernemen tegen de milieuactivist. Maar, ook deze beide partijen hebben de afgelopen weken niets meer van zich laten horen.
Nadat het NCCR op 13 oktober door de Maritieme Autoriteit Suriname, MAS, op de hoogte was gesteld van olievlekken op de Surinamerivier, zijn het NCCR en de Kustwacht gaan kijken. Er is toen meteen geïdentificeerd waar de olievlek is ontstaan, waar deze aan land is gekomen en waar het is blijven plakken.
“Het is van zeer groot belang dat wij de communicatie die wij reeds gestart zijn met de gemeenschap ook voortzetten”, zei kolonel Jerry Slijngard, hoofd van het NCCR, op 25 oktober. “Wij kunnen de gemeenschap dan ook aangeven wat de resultaten zijn geweest van de onderzoeken die het NCCR heeft uitgevoerd en wat de volgende stappen zullen zijn.”
Maar, na 25 oktober is de samenleving simpelweg niet geïnformeerd over de stand van zaken rond het olievlek-onderzoek. De door de heer Slijngard toegezegde communicatie met de gemeente is dus uitgebleven. Nu blijkt er een gerechtelijk vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Indien de Maritieme Politie werkelijk zich ook met de zaak heeft bemoeid, dan zal de doorsnee burger zich afvragen wat het resultaat is geweest van het door die afdeling van het KPS uitgevoerde onderzoek en of die informatie nu wordt meegenomen in het gerechtelijk vooronderzoek.
Een ding is vandaag de dag wel duidelijk, en dat zijn de onduidelijkheid en gebrek aan transparantie die rond het onderzoek naar de olievlek in de Surinamerivier hangen. Men zou verwachten, dat inmiddels toch helder moet zijn wie de veroorzaker van die olievlek is geweest en welke schade in totaliteit door de olie is aangericht aan de biodiversiteit in de rivier en aan de oevers.
PK