Compensatie niet om nazaten slavendrijvers te belonen

Er is een hele discussie in de samenleving losgebarsten over de excuses en de herstelbetalingen die nazaten van de tot slaaf gemaakten in Suriname moeten krijgen van de kolonisatoren, in deze Nederland. Twee belangrijke persoonlijkheden in dit geheel, die gelukkig ook heel erg vocaal zijn, zijn de schrijver Cynthia MacLeod en de econoom Armand Zunder. 

Cynthia MacLeod heeft een zeer uitvoerbaar en realistisch beeld geschetst van het gezicht dat herstelbetalingen moet hebben. Het komt tot ons genoegen ook overeen met het beeld dat wij hebben geschetst voor de herstelbetalingen. MacLeod benadert de nazaten niet als een op een eiland wonende geïsoleerde groep. Zij benadert de groep als een integraal onderdeel van de Surinaamse samenleving. Ook houdt de schrijfster rekening met een aantal groepsgebonden problemen die niet opgelost worden omdat de politiek die gebaseerd was en is op de etniciteit van de kiezers, decennialang geen rekening heeft gehouden met deze zogenaamde achterstanden, tot nu toe niet. We denken dan in de richting van politieke partijen als de NPS, de PNR en de PALU, en nu de NDP en ABOP. We zien nog steeds de grootste vlaggenmasten en palen op de meest gebrekkige huizen. Soms zijn de vlaggenmasten veel machtiger dan de moederbalken van huizen. MacLeod noem huisvesting als een concrete problematiek. Daartoe kunnen heel gericht herstelbetalingen zich wel toe lenen omdat over het algemeen de nazaten daarmee de meeste last ondervinden. Dan zien we dat men heel hoge huur moet betalen en steeds moet verhuizen. 

We zien ook veel verkrotting war jongere generaties in huizen en achterhuizen wonen van honderd jaren oud. Generaties zitten opgepakt op elkaar. Het zijn de nazaten die om de beurt in huizen moeten slapen en om de beurt de tijd op straat moeten doorbrengen. Onze politiek heeft nagelaten om dit probleem aan te kaarten en daarom zitten de nazaten in deze situatie. Deze groepen zitten ook het meest in de volkswoningen, die ook zeer krap zijn en niet de hele samengestelde gezinnen kunnen herbergen. De buurten lopen onder water, dus terecht zegt McLeod ook infrastructuur. En wat ons betreft kan ook massaal herstelbetalingen plaatsvinden in de gezondheidszorg en onderwijs, waar zware diepte-investeringen moeten plaatsvinden. De herstelbetalingen moeten niet eenmalig zijn maar een continu karakter hebben, omdat het scheppen van een land en een Staat, wat door Nederland is gedaan, nu ons voor een uitdaging zet die we niet aankunnen. Suriname zal altijd vanwege de kleinschaligheid en een slechte ontwikkeling van de bevolking en een lage productiviteit, tegen problemen aankijken. 

Suriname heeft door de uitbuiting en de halve grenzen die in 1975 zijn overgedragen structurele problemen die nog tientallen jaren zullen voortduren. Nederland heeft geen stevige structuren voor onderwijs en goed bestuur nagelaten, en dat wreekt zich nu middels gedesoriënteerde bestuurders, een corrupte bevolking en een ongeschoolde beroepspopulatie. De schrijfster van o.a. “Hoe duur was de suiker’ die ook door NPO Radio 1 is geïnterviewd aan de vooravond van 19 december 2022, heeft zich geprofileerd als een prominente en goed geïnformeerde speler in deze gevoelige en complexe discussie van de herstelbetalingen. Suriname zal in de toekomst te maken krijgen met extreme gevolgen van klimaatsverandering. Rivieren dreigen te verdwijnen.

Surinamers, in totaal 6 ton mensen, zullen op den duur klimaatvluchtelingen worden. Nederland zal als compensatie Surinamers een passage moeten geven naar Nederland, want Surinamers zullen het waarschijnlijk vanwege enorme taal- en culturele verschillen het niet redden in Brazilië. Nederland zal op humane gronden niet alleen de nazaten de passage kunnen verschaffen, maar iedereen. De nazaten zullen niet erop staan dat zij worden gered en de rest verzuipt en uitsterft in Suriname. Want wij denken niet dat de herstelbetalingen een bron van verdeeldheid zullen zijn in Suriname, maar juist een bindende factor.    

Een niet minder belangrijke spelers is de econoom, vakbondsleider en voorzitter van de nationale reparatie commissie, Armand Zunder. Zunder heeft als u het ons vraagt een gezaghebbend naslagwerk geschreven waarin hij gedurfd heeft om op wetenschappelijke basis een berekening te maken wat de schade is geweest die berokkend is aan de groep. Hij is in zijn boek ‘Herstelbetalingen, de “Wiedergutmachung” voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme’ gekomen tot een zeer concreet bedrag. In zijn boek heeft hij ook heel concreet benoemd de partijen in de hedendaagse Nederlandse samenleving die geprofiteerd hebben en nog steeds profiteren van het slavernijverleden. Hij noemde de partijen in het Nederlandse bedrijfsleven.  

De econoom zou waarschijnlijk op basis van zijn boekwerk een bedrag van 20 miljard Euro hebben genoemd, iets dat redelijker en uitvoerbaarder lijkt dan 180 miljard, door ons berekend, die door een andere organisatie zonder berekeningen wordt geëist. Nu naar wij denken het onmogelijk zal zijn om alleen betalingen in de zakken van de nazaten te zetten en andere groepen onvermijdelijk enigszins ook van de herstelbetalingen moeten profiteren, moet het bedrag van 20 miljard euro met een factor worden vermenigvuldigd en waarschijnlijk uitgesmeerd worden over een aantal jaren om oververhitting van de economie te voorkomen. Nederland kan de euro helpen introduceren als betaalmiddel in Suriname en het land assisteren met productie en productiviteit zodat er genoeg geld in het land is om betalingen te doen. 

Ten slotte vinden we wel dat een museum van 29 miljoen euro van Nederland, een cadeau is van de slavendrijvers aan zichzelf. Surinamers zitten niet te wachten op een museum, dat is niet wat wij missen en dat gemis is niet een uiting van de gevolgen van slavernij. We dachten niet dat de herstelbetalingen er moeten zijn om de slavendrijvers te belonen, maar om de nazaten te compenseren. We zeggen daarom aan de Nederlandse Staat: denk’a tori.    

error: Kopiëren mag niet!