Door de Chinese winkeliers is gisteren een prikactie gehouden om de aandacht van de regering te vragen voor de veiligheidssituatie in het land. Recent zijn nog 2 winkeliers omgekomen bij roofmoorden die gepleegd zijn. We hebben hier al eerder gezegd, dat de Surinaamse regering de durf niet heeft om gericht beleid te maken. De roofmoordenaars van Suriname die komen uit het algemeen uit een bepaalde groep van de samenleving, ze komen uit bepaalde bevolkingsgroepen. Het feit dat de mensen ervoor kiezen om gewapend en gewelddadig door het leven te gaan heeft een oorzaak.
Door Surinaamse sociologen en de Surinaamse universiteit is nooit onderzoek gedaan naar de achterliggende oorzaak naar de vraag waarom mensen in Suriname rovers worden. Wij denken dat de gangstercultuur onderdeel is van de gewelddadige getto cultuur, waar het gangsterleven met wapens en geweld wordt opgehemeld. Er zijn verschillende liederen in Suriname waarin geweld en roven worden gepredikt. Ook zijn er op social media zogenaamde ‘zwarte’ influencers die maskers opzetten en doen alsof ze mensen zullen roven.
Het roven en de roofmoorden in Suriname hebben te maken met de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen en niet zozeer met de armoede. De daders komen voornamelijk uit de zwarte bevolkingsgroepen, de slachtoffers zijn overwegend ondernemers met een Aziatische oorsprong, met name Chinezen en hindoestanen. Maar daarmee is niet gezegd dat andere bevolkingsgroepen geen slachtoffer worden van roofpartijen en roofmoorden. De roofmoorden hebben ook te maken met het zelfbeeld dat groepen in de samenleving hebben van zichzelf. Dat zelfbeeld kan te maken hebben met zogenaamde achterstanden waarin men zich bevindt door toedoen van andere groepen. We zien dat deze gevoelens van benadeeld en achtergesteld worden gevoed wordt door vooraanstaande personen als Ronnie Brunswijk en Edward Belfort. Deze personen kunnen gewoon op de radio verschijnen en de president bedreigen met een opstand. Er worden door deze personen ook constant verwijzingen gemaakt naar zaken die de bevolkingsgroepen zouden scheiden. Recent is dat weer gedaan door Belfort in verband met de excuses die de Nederlandse premier heeft aangeboden voor het slavernijverleden en een vermeende poging van de Surinaamse president om in het geheel ook het leed van de Surinaamse Britsch-Indische en Javaanse immigranten in het geheel te mengen.
We hebben hier vaker gezegd dat er ook leed is onder de groepen in Suriname onder de nazaten van de immigranten, maar dat dat leed niet zo ingrijpend is, omdat het vergrijp van de kolonisatoren jegens de immigranten ook niet zo intens was. Het leed heeft deze nazaten niet kunnen weerhouden om stappen vooruit te maken. Wij vinden overigens wel dat indien de nazaten van de immigranten ook excuses wensen voor de mishandeling van hun voorouders, ze ook dat zelf moeten eisen en niet moeten meeliften op de strijd die gevoerd is door de zwarte groepen in Nederland en de voormalige koloniën. We weten niet eens duidelijk of die behoefte er wel überhaupt is, we horen juist regelmatig dat men dankbaar is dat de voorouders al dan niet vrijwillig uit de herkomstlanden zijn vertrokken, vooral van de groepen die in Nederland zitten, wat een van de meest welvarende landen in de wereld is.
We hebben hier eerder aangegeven dat er gerichte beleidsmatige penetratie moet komen in het binnenland en in de creoolse volksbuurten om het roven in Suriname een halt toe te roepen. Wij denken dat het fout is om te stellen dat zolang er niets wordt gedaan tegen de groep(en) die in de grootschalige drugshandel zouden zitten, er ook niets gericht ondernomen kan worden tegen de andere groepen die voornamelijk betrokken zijn in het roven en de roofmoorden. Er wordt gesteld dat wanneer je de ene crime pakt, ook de andere crime dient te worden aangepakt. In deze discussie zullen we ons niet inlaten.
We merken wel dat roofpartijen en roofmoorden elke Surinaamse burger in het stedelijk gebied (Paramaribo, Wanica, Commewijne) bezighoudt.
De regering is verplicht om gerichte acties te ondernemen, niet alleen gericht op bestrijden van de criminaliteit, maar vooral op het voorkomen ervan. We weten dat er vanuit de regering en de VN-partners elk jaar heel veel geld gestoken wordt in bepaalde volksbuurten, maar het is geld dat gestopt wordt in een bodemloze put. In de afgelopen 30 jaar hebben deze investeringen niet veel opgeleverd. Stichtingen en overheidsafdelingen hebben genoteerd dat ze projecten hebben gedraaid en de particulieren zijn er zelfs beter van geworden, maar het effect is nooit gemeten. De achterstandsgebieden van 30 jaar terug, zijn ondanks zoveel projecten en programma’s nog even hard achterstandswijken. En zo zien we ook dat bepaalde wijken waar de nazaten van de immigranten wonen, deze projecten en programma’s niet worden gedraaid. De projecten in de volksbuurten en in het binnenland zijn niet effectief, omdat ze zeer oppervlakkig zijn opgezet.
Er moet een meer persoonlijke aanpak komen gericht op personen en gezinnen. Er moet sprake zijn van langdurige monitoring en coaching. Er moet op de begroting hiervoor een behoorlijk bedrag worden uitgetrokken. De volksbuurten in het stedelijk gebied zijn naar ons oordeel gemakkelijker te bestrijken dan het binnenland, waar er een heel andere en moeilijker tactiek moet worden toegepast. Er wordt beweerd dat het gezag van het traditioneel gezag door corruptie en politieke infiltratie, helemaal is vervaagd.
Er is geen grip op de jeugd, die pimps, criminelen, drugshandelaren en ‘twerkende’ ‘hoes’ als rolmodel hebben. Er heerst onder bepaalde groepen een zeer materialistische en aan prostitutie grenzende cultuur, waar niet God maar geld centraal staat. Geld en goud worden in videoclips aanbeden. Alles mag en kan in ruil voor geld. Mannen moeten over de brug komen en wave, wimpers en nagels kosten al een fortuin, en dan hebben we het nog niet over merkkleding en feesten houden op allerlei fancy plekken alleen zodat dingen op TikTok kunnen worden gepost voor ‘likes’. Het penetreren van dit geëscaleerd gedrag is een grote uitdaging van de regering waarin de ABOP en de BEP ook een grote rol zullen moeten spelen.
Het is geen ondoenlijke zaak, maar het vereist guts en stevig leiderschap. En met stakingen en winkels sluiten alleen zullen de Chinese winkeliers niet ver komen, wel met een preventieprogramma met lange adem uitgesmeerd over 15 jaren.