Minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) hekelt de houding van de burgerij bij het schoonhouden van de omgeving en het milieu. Het schoonhouden van de omgeving is volgens hem niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook die van de burgerij. Een schoon milieu is de basis voor elke ontwikkeling, zo ook die van de toerisme.
Tijdens de debatten vorige week in de Nationale Assemblee rond de ontwerpwetten Toerisme Raamwet en de Surinaamse Toerisme Autoriteit stelde minister Jubithana de attitude van de burgerij bij het schoonhouden van de omgeving aan de orde.
Hij vraagt zich af waarom, als wij in het buitenland op reis zijn, wij niet durven om zelfs op de grond te spugen. We houden ons strikt aan de regels. Maar, wanneer sommigen bij terugkeer uit het vliegtuig stappen, zijn ze plotseling een andere mens geworden. Dan wordt het lege blik bier of portiebak gewoon uit de rijdende auto gegooid, aldus de minister op zicht- en hoorbaar geïrriteerde toon.
Netheid heeft volgens hem te maken met de attitude vanmensen. Welke wet er ook hieraan gekoppeld zal worden, een ieder zal moeten bijdragen aan het schoonhouden van het land. Natuurlijk zal de overheid hierin faciliterend moeten optreden.
Met het ministerie van Openbare Werken zal zijn ministerie nagaan hoe gezamenlijk opgetrokken kan worden om het land schoon te houden. Het schoonhouden van het land moet volgens de Toerisme-minister geen doelstelling zijn, maar een belangrijke randvoorwaarde om toeristen aan te trekken. Als andere belangrijke randvoorwaarden voor toerisme ontwikkeling noemt hij de veiligheid, volksgezondheid en medische voorzieningen, klantvriendelijkheid en klantgerichtheid.
Minister Jubitana zegt dat cultuur, natuur en erfgoed de drie belangrijkste kern- en marktwaarden zijn die aan Suriname worden gekoppeld om toeristen aan te trekken. Volgens hem bezit de toerismesector goede potentie om een grotere bijdrage te leveren aan het bruto binnenlands product (bbp) van het land.
SS
