De uitgesproken excuses door de Nederlandse premier Mark Rutte hebben veel losgemaakt in de Surinaamse gemeenschap. Een van de personen die aandachtig heeft geluisterd naar de Nederlandse premier is Iwan Wijngaarde, de voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman (FFAS).
Wijngaarde zegt dat de toespraak goed in elkaar zat en goed was verwoord. “Ik heb daar geen op- en aanmerkingen over”, is de eerste reactie van Wijngaarde.
Goed vindt hij ook, dat er in de toespraak een duidelijk onderscheid is gemaakt tussen het slavernij- en het koloniaalverleden, door expliciet te praten over het slavernijverleden.
Wijngaarde benadrukt dat hij in zijn gesprek met de vicepremier van Nederland, Sigrid Kaag, die in Suriname was in aanloop naar de excuses, er op heeft gewezen dat praten over een ‘koloniaalverleden’ de zaken alleen maar gecompliceerder maakt. “Je moet onderzoeken en weten wat voor ellende het slavernijverleden teweeg heeft gebracht voor de groep, waarbij zaken als religie en beschaving de mensen zijn ontnomen.” Vandaar dat Wijngaarde de nadruk erop legt, dat het samenvoegen van de genoemde begrippen de verschillen alleen maar groter zou maken.
Kritiek
Een punt van kritiek maakt de voorzitter van de FFAS wanneer het gaat om het doen van aanvullingen. Hij zegt niet te hebben gemerkt dat wanneer de doelgroep aanvullingen doet dat deze ook daadwerkelijk zijn overgenomen. Daarom noemt Wijngaarde de gemaakte excuses een eerste stap. “Maar, het is nog niet het pardon zoals wij het hebben willen. Het is een aanloop naar de excuses van 1 juli 2023”, benadrukt hij.
Terwijl hij aan de ene kant opmerkt dat de gemaakte excuses vrij plotseling zijn gekomen, Wijngaarde spreekt zelfs van “door de keel gedrukt”, wijst hij ook op de belangengroepen die landelijk zijn verspreid zoals in Nickerie, Coronie en Para, in wiens bijzijn hij liever de gemaakte excuses ziet.
“Ik denk zelfs dat het goed is wanneer de koning hiernaartoe komt”, licht de voorzitter van de FFAS toe. Toch verwacht hij dat dit laatste niet zal gebeuren, omdat andere gebieden in het Caribisch gebied zich gediscrimineerd kunnen voelen. Wijngaarde ziet daarom eerder heil in een virtuele meeting.
RB