Er is veel ophef over de onbevestigde plannen waarbij de Nederlandse Staat op 19 december excuses zou aanbieden voor het slavernijverleden, dat meer dan 300 jaar heeft geduurd. De betrokkenen willen meer inspraak voor de op handen zijnde excuses. Verschillende slavernijorganisaties willen meedenken over de uiteindelijke tekst.
Een van deze personen is Audrey Christiaan, die naar Nederland is afgereisd en de stem is voor de inheemsen aangaande het ‘reparatie’ gedeelte voor deze groep. Samen met anderen, onder wie Armand Zunder, de voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS), is de inzet excuses waarin partijen zich kunnen vinden.
Als vertegenwoordigster van de eerste bewoners van Suriname, zegt Christiaan, dat het aandeel van de inheemsen in een verslag van een recent onderzoek in opdracht van de Nederlandse regering naar het slavernijverleden, ontbreekt en dat noemt zij niet alleen een gemis, maar ook geschiedvervalsing. Christiaan benadrukt, dat het koloniaal verleden van Suriname voor de inheemsen gepaard is gegaan met genocide en grondroof. “Maar ook met slavernij”, licht zij toe.
Er bestaat momenteel vooral onvrede over de onbekendheid van de tekst van de excuses. “We weten dus niet of ze excuses zullen uitspreken”, vervolgt zij. Transparantie is volgens haar nodig. “Zodat wij ook invulling kunnen geven, waardoor het ook goed kan overkomen bij de mensen waar het allemaal om gaat”, verduidelijkt Christiaan. “Het is bovendien onduidelijk of Nederland de verantwoording gaat nemen voor de misdaden tegen de menselijkheid van de inheemsen en de tot slaaf gemaakten van Afrikaanse komaf. Ook niet duidelijk is of er een herstelprogramma bestaat.”
Genoegdoening
Het gaat volgens Christiaan hier niet om gewone excuses. Genoegdoening moet hieruit voortvloeien. “En dat is helemaal afhankelijk van hoe de excuses eruitzien”, stelt zij.” Christiaan benadrukt de belangrijkheid van dit moment. Zij is samen met anderen ontvangen op het Catshuis – de ambtswoning van de Nederlandse premier in Den Haag -, waar zij de zaken naar voren heeft gebracht bij de verschillende ministers en de vicepremier van Nederland. Zij zegt af te wachten of de geleverde adviezen zullen worden meegenomen.
Christiaan deelt mee erop te hebben gewezen dat het deel van de ‘inheemse’ slavernij in het onderzoeksverslag niet voorkomt. “De inheemsen ontbreken daarin en ik heb gevraagd om de positie van de inheemsen te evalueren en herwaarderen. Want zij zijn als eersten tot slaaf gemaakt in Suriname.” Over haar rol, in het belang van de inheemsen, zegt Christiaan blij te zijn dat zij een stem is “voor onze voorvaderen die er niet meer zijn met betrekking tot het leed dat hen is aangedaan”.
RB