In een recent bericht dat gepubliceerd werd in Dagblad Suriname werd de nieuwe aanpak bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij aangehaald als oud brood in een nieuwe verpakking. Rashied Doekhie, deskundig op het gebied van landbouw, veeteelt en visserij die het artikel gelezen heeft, geeft zijn reactie aan de redactie van Dagblad Suriname.
Taskforce in het leven geroepen
Er is speciaal in het kader van bloei en groei van de agrarische sector een taskforce in het leven geroepen door de president Chandrikapersad Santokhi. De rol van deze taskforce is, dat er ondersteuning geboden zal worden aan de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij om de uitdagingen binnen de sector tegen te gaan. Zo gaf de Communicatie Dienst Suriname te kennen in haar persbericht.
Nu ook nog een meldpunt voor grondproblematiek
Naast die taskforce, is er ook bij minister Dinotha Vorswijk op het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) een meldpunt dat samen met haar zal kijken naar problemen binnen het ministerie. Al het werk van ministers wordt overgelaten aan derden en ministers worden betaald voor het uitvoeren van een beleid dat inhoudt: “Het nemen van verslagen van derden in een bepaalde commissie.”
Burgers zitten met vragen
In een interview met Doekhie geeft hij het volgende te kennen: “Het lijkt erop, dat de president elke keer weer een andere minister onder curatele stelt. Hij doet dit niet direct, maar wel indirect. Wat blijkt is, dat op verschillende ministeries commissies of platforms nu ook nog een taskforce in het leven worden geroepen ter ondersteuning. De burgers zijn de mening toegedaan dat het erop lijkt dat ministers het zware werk niet alleen aan kunnen. Wat jammer is, omdat elk ministerie werkt op basis van competentie en daadkracht.”
Verder geeft hij aan, dat bij de vorige regering, het leek op een “poer broekoe wer broekoe”, omdat elke minister om het ene misverstand werd vervangen door een andere. Daaraan raakte de bevolking gewend. Nu is het volgens hem een ander verhaal. Voor elke minister die de problemen niet alleen kan oplossen wordt naar zeggen van Doekhie een ander sub-minister (commissie, taskforce) benoemd. Wat het land zogenaamd ook goedkoper uitkomt. “De taskforce moet ook betaald worden voor het door haar verrichte werk, dus dat is helemaal geen verandering in het verspillen van gelden”, merkt hij verder op. Nu het zo blijkt te zijn, dat de commissies en alle anderen er al zijn, komen er meer onduidelijkheden bij kijken.
“Wie mag uiteindelijk bepalen wat het resultaat van zaken die aangepakt moeten worden, wordt?” Als het antwoord door Doekhie gegeven moest worden, zegt hij dat de burgerij nu zal denken dat het laatste woord ligt bij de taskforce en niet bij de minister.
Is men de kluts kwijt?
“Nog erger is het feit, dat er in de taskforce geen of weinig landbouwdeskundigen zitten waarvan je kan zeggen, dat ze het werk naast de minister, die al niet capabel verklaard is door de president, beter zullen doen. Het is een rage, een rage van ondeskundigheid. Het lijkt erop dat men echt de kluts kwijt is en niet weet wat er verder moet gebeuren. Dit omdat er al zoveel in het leven geroepen commissies, rijstplatform en taskforces zijn en de agrarische sector nog steeds niet verholpen is van hun problemen”,zegt Doekhie afsluitend op het gesprek.
GW