Nieuwe minister van Financiën staat voor enorme uitdagingen buiten zijn invloedssfeer

De politicus en technocraat Stanley Raghoebarsing heeft zijn politieke partij op een zeer kritiek moment, waar het meer vijanden dan vrienden heeft, een enorme dienst bewezen door de zeer ondankbare taak van minister van Financiën te accepteren. Raghoebarsing staat voor een uitdaging en vijand die de staatsfinanciën en de economie enorm bedreigen en de kop indrukken, maar die buiten zijn competentie en boekje valt: de politieke eenheid, eenheid van beleid, een regeringsideologie. 

De voormalige PLOS- en LVV-minister zal moeten vechten tegen een onzichtbare en ongrijpbare vijand. Aan het einde van de termijn zal hij er waarschijnlijk niet populairder op zijn geworden. Raghoebarsing was eerder tijdens deze regeerperiode bezig met het op orde helpen brengen van de totale overheidsbegroting. Hij heeft gedurende twee jaren van heel dichtbij kennis mogen maken met de comptabele en budgettaire capaciteiten van de verschillende ministeries. Hij zat er niet ver naast, de hele dag liep hij al rond op het ministerie van Financiën. Hij zat dicht bij het vuur en heeft dus als loyale VHP’er niet neen kunnen zeggen. Zijn acceptatie is een daad van loyaliteit naar de partij waartoe hij behoort en de minst populaire politicus die zijn partijgenoot is. Het is voor de derde keer dat Raghoebarsing minister wordt. Zijn leiding op PLOS was meer gebaseerd op techniek. Op LVV waren zijn pogingen om samenhangend beleid uit te voeren authentiek, maar om het als succesvol aan te duiden zou te ver voeren. Gebruik van de term ‘bermboeren’ symboliseert de frustratie die de bewindsman zich uiteindelijk op de hals haalde. 

De grootste uitdaging die wel binnen de competenties van de minister ligt, is het in toom houden van een begroting die waarschijnlijk binnen enkele maanden wordt behandeld, maar waar men zeker aan moet kijken tegen een ontwaarding van de munt met zeker een 35%. De ramingen zullen niet meer kloppen, zowel de uitgaven als de inkomsten zullen omhoog zijn geschoten. De economie van Suriname zit vast, de lange rij van investeerders is vervaagd en onzichtbaar geworden. De minister van BIBIS, die investeringsverantwoordelijkheden heeft in zijn portefeuille, kan een nagel aan de doodskist zijn van de nieuwbakken Financiën-minister. De Surinaamse economie heeft nood aan FDI, maar de omstandigheden in Suriname zijn niet uitnodigend aan de ene kant, aan de andere kant is BIBIS niet equiped om de investeringskar te trekken. De staatsinkomsten zullen blijven steken op de traditionele bronnen. De staatszorg blijft voortbestaan zonder dat we in de kern van de economische machine hebben gesleuteld. 

Twee grote bottlenecks zijn de productiviteit die heel laag is in Suriname en een andere is de politieke onwil om de welig tierende informele economie aan te pakken. De informele economie betaalt geen belastingen, sluit geen sociale verzekeringen en wentelt de sociale uitgaven af op de Staat. Met andere woorden, door zijn werknemers naar de Sociale Zaken te sturen voor de Bazo-kaart, wentelen de bedrijven in de informele economie de onkosten af op de bedrijven in de formele economie die keurig in het gareel lopen. Alzo worden deze bedrijven dus dubbel belast. Aan de ‘engineering’ kant van de economie zijn er dus twee fundamentele ‘errors’ en ‘defaults’: de vraagstukken van de lage productiviteit en de informele economie. De lage productiviteit kan op termijn worden opgelost, maar het zal wel tijd vergen. 

We menen ons te herinneren dat in DNA enkele jaren terug de wet is aangenomen die een productiviteitsbedrijf heeft opgezet. Dit bedrijf kan met de expertise die nationaal aanwezig is en internationaal in ruime mate verkrijgbaar is vooral in de landen waar we diplomatieke banden mee hebben (Nederland, VS, België, Japan). 

Raghoebarsing moet een productiviteitsprogramma in Suriname ondersteunen. Veel moeilijker, maar geen ‘mission impossible’, is het programma om de informaliteit om te zetten in formaliteit. Suriname kan van veel voorbeelden van andere ontwikkelingslanden leren. 

De nieuwe minister treedt aan in een periode waar de BTW in werking zal treden en omzetbelasting vervangen zal worden. Maar, we menen ons ook te herinneren dat de regering ook heeft beloofd dat de druk op de loonbelasting zal afnemen als BTW wordt ingevoerd, dus dat de belastingschijven en de belastingvrije grens worden aangepast. We menen ons ook te herinneren, dat de regering op gegeven moment zou hebben gezegd, dat de loonbelasting zal worden afgeschaft. Dat betekent dat de BTW zodanig zal opbrengen dat het heffen van loonbelasting overbodig wordt. 

Maar, een probleem dat ligt onder de BTW is een zware bedreiging van de koopkracht. Als loonbelasting in het loonzakje blijft zal dat wel enigszins helpen. Bij BTW moet rekening gehouden worden met de kleine bedrijven die een vrijstelling kunnen aanvragen. De belastingen hebben de capaciteit niet om te controleren wie klein is en wie niet. De Staat heeft baat bij een stevige koopkracht om genoeg op te halen bij de BTW. 

Maar, de gaten in het monetair systeem zijn een andere uitdaging voor Raghoebarsing. Deze minister heeft communicatieve vaardigheden waarmee rust gebracht kan worden, maar de honger in de magen van de burger kunnen sterkere emoties losweken die sterker kunnen zijn. In elk geval zijn de omstandigheden die de vorige Financiën-minister hebben genoopt om te bedanken nog daar. 

Onder de kar van de regering zijn er 2 van de 4 wielen die niet draaien. We hopen dat het Raghoebarsing lukt om aan de fundamenten aan de economie te sleutelen.       

error: Kopiëren mag niet!