Suriname zegt niet formeel door Nederland geïnformeerd te zijn over de plannen om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden. “Alles wat wij weten, hebben wij uit de pers vernomen”, zei minister Silvano Tjong-Ahin (Ruimtelijke Ordening en Milieu) dinsdagavond namens de regering tegen de Nationale Assemblee.
Nederland wil op 19 december op acht plekken wereldwijd namens de Staat excuses maken voor het Nederlandse slavernijverleden. Een van die plekken is Suriname, waar minister van Rechtsbescherming Franc Weerwind excuses gaat aanbieden namens de regering van Nederland. Weerwind is overigens op werkbezoek bij minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi (zie foto) van 15-20 december, zo liet Amoksi dinsdag de Assemblee weten. “Er is echter niets gemeld over het aanbieden van excuses op 19 december”, zei Amoksi ook.
Op de plannen van het Nederlandse kabinet kwam veel kritiek van Surinaamse en Nederlands-Surinaamse belangenorganisaties. Nederland zou de plannen gehaast en op eigen houtje hebben doorgedrukt.
Twee slavernijorganisaties – de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) en het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij – willen dat de nazaten van tot slaaf gemaakte Surinamers zich ook kunnen vinden in de tekst en inhoud van de excuses.
Daar is volgens de slavernijorganisaties van tevoren overleg tussen Nederland en Suriname voor nodig. Op die manier zal het draagvlak onder de nazaten van tot slaaf gemaakte mensen toenemen. Zonder draagvlak zouden de excuses geen waarde hebben.