Akiem J. trachtte dinsdag Kantonrechter Duncan Nanhoe ervan te overtuigen dat hij de tas met marihuana die bij hem werd aangetroffen, op straat had gevonden en dat hij op weg was om deze tas in te leveren, toen de politie hem aanhield.
Akiem stelde werkzaam te zijn als visser en marihuana en hasj te gebruiken om te ontstressen. Terwijl hij over straat liep zag hij een tas liggen en zag daarin plantendelen gelijkende op marihuana. De vermoedelijke drugs hadden een totaal gewicht van 721,7 gram. De Kantonrechter vroeg zich af waarom hij nooit iets op straat vindt, maar zijn sarcasme werkte niet op Akiem. Die bleef volhouden dat hij de drugs gevonden had.
De Officier van Justitie achtte bezit van de drugs bewezen en eiste een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 4 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, verbeurdverklaring van SRD 700 en onttrekking van de drugs aan het verkeer. Tegen de verdachte werd ook een geldboete geëist van SRD 3.000 bij niet betaling te vervangen door 3 maanden hechtenis.
Advocaat Chandra Algoe, die Akiem bijstand verleende, wees de rechter erop dat in de gevonden tas een betaalbewijs op naam van een ander is gevonden. Dit bewijst dat de tas daadwerkelijk aan een ander toebehoort. Algoe hekelde het feit, dat de politie nimmer enige moeite heeft gedaan om deze persoon op te sporen en uit te vinden of de tas en de inhoud van die persoon is.
Eveneens wees Algoe erop dat er drie scheikundige rapporten zijn overgelegd, waarbij uit één rapport blijkt dat het aangeboden materiaal geen stoffen bevatten die vallen onder de Wet Verdovende Middelen. Dit betekent dat er geen 721,7 gram marihuana bij Akiem is aangetroffen, maar zeker 300 gram minder. Algoe wees er ook op, dat Akiem twee kleine kinderen thuis heeft en een vrouw die in verwachting is.
Rekening houdende met alles legde de Kantonrechter een gevangenisstraf op van 12 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De geldboete werd verlaagd naar SRD 2.000 bij niet betaling te vervangen door 1 maand hechtenis.