De drie grote regeringspartijen, de VHP, de ABOP en de NPS, hebben zich naar aanleiding van de 47e jaardag van staatkundige onafhankelijkheid uitgesproken over de stand van zaken ons land betreffende. Het is over het algemeen te constateren, dat geen van de partijen de natie, die radeloos is, een hart onder de riem heeft kunnen steken. Het blijft gewoon onduidelijk in welke richting ons land zich afstevent.
De NPS bijvoorbeeld die gaat in haar boodschap al vroeg ervan uit, dat een goddelijke wonder Suriname kan redden. De NPS stent niet op bestuurlijk vermogen van haar kant en een wezenlijke bijdrage vanuit de NPS. De NPS heeft in dat Suriname steeds pieken en dalen heeft gekend. Daarmee insinueert de NPS, dat het normaal is dat wij ons nu in een dal bevinden. Dus, het zou niet relevant zijn om na te gaan waarom wij ons in een dal bevinden. De NPS lijkt ervan uit te gaan dat dalen (en pieken) horen bij Suriname. Ergens zegt de NPS dus ook dat een dal niets met regeren heeft te maken. De NPS zegt dat het volk steeds getoond heeft over veerkracht te beschikken, alsof ze daarmee wil zeggen, dat het het volk is dat zichzelf uit de dalen brengt. Wil de NPS daarmee dan ook zeggen dat het de bevolking is die zich in de dalen werkt? Is het hun schuld dat we op en neer gaan? De NPS zegt dat telkens wanneer ze regeerverantwoordelijkheid heeft gehad, ze slechte tijden heeft veranderd in goede tijden, betere tijden. Dus hier zegt de NPS, dat het politieke partijen zijn die de redding brengen. Ze zegt, dat het geheim daarvan is “prudent en transparant beleid”. Maar, het is voor een ieder duidelijk dat de NPS ontevreden is hoe het land nu wordt geregeerd.
Wat de NPS stelt over het effect van regeren door de NPS, geldt dus niet voor deze periode. De NPS verwijst naar de periode toen zij presidenten opleverde. Impliciet zegt de NPS dus, dat het gaat om leiderschap wat nu zou ontbreken en waardoor we instabiliteit in het land hebben. De NPS wijst in haar boodschap naar enkele vijanden van stabiliteit, maar naar wie wordt verwezen blijft onduidelijk.
De NPS zegt ook, dat er geen hoop meer is voor burgers. In elk geval is uit de boodschap van de NPS duidelijk dat ze geen bijdrage te leveren heeft nu aan een beter Suriname. De boodschap van de NPS is de boodschap van een toeschouwer, niet van de participant en drager van regeerverantwoordelijkheid. Het is dus een lege boodschap.
Opmerkelijker is de boodschap van de ABOP die laat blijken dat er nu geen sprake is van “dienend leiderschap”. Dat tijdperk moet nog komen en daarmee wordt bedoeld dat die leider van de ABOP moet komen. Al in de eerste passage krijgt de president van Suriname een rode kaart van de ABOP: hij is geen dienende leider.
De ABOP zegt, dat we in de afgelopen 47 jaren niet genoeg hebben gepresteerd, maar er is wel wat gedaan. De partij zegt dat wanneer ze regeren, de marrongemeenschappen vooruitgang hebben gemerkt. De partij verzuimt om de gebieden van vooruitgang te noemen, los van elektriciteit en gronduitgifte. Opmerkelijk is dat de partij niet praat over landrechten. Het belangrijkste gebied is onderwijs en dat is niet verbeterd. De ABOP zegt, dat ze het beste onder de partijen weet hoe de marrons wonen en werken, maar dat hoeft dus niet waar te zijn. De ABOP noemt enkele uitdagingen en dat de ABOP daarop hamert, maar de partij neemt hier geen regeer verantwoordelijkheid. Ze heeft geen ideeën die ze aandraagt, iemand moet ze dus na het hameren met een toverstok oplossen. De ABOP praat over het armoedevraagstuk dat structurele aanpak behoeft, maar is het niet de partij die over SoZaVo gaat: het ministerie dat niet kan deliveren? De ABOP lijkt de turbulente periode ook te wijten aan internationale ontwikkelingen die zullen verbeteren. De ABOP heeft het ook over de “natie” en “saamhorigheid en eenheid”, maar die eenheid wordt door de Abop verstoord in de regering. Ook de ABOP presenteert zich niet als een regeringspartij en schuift alles dus af op de VHP.
De VHP verwijst naar haar kritische kanttekeningen en verzet over de manier van onafhankelijkheid en nu blijkt dat de partij daarbij gelijk had. Haar vrees is volledig uitgekomen, los van een dreiging van geweld tussen bevolkingsgroepen. We zijn er niet in geslaagd welvaart en welzijn te brengen voor elke Surinamer. Inderdaad zijn verschillende verschillende regeringen er niet in geslaagd eenheid te brengen onder de verschillende groepen in Suriname. Politieke partijen hebben veelal geprofiteerd van de scheidslijnen tussen de verschillende bevolkingsgroepen zegt de VHP. Natievorming had dan ook nooit een hoge prioriteit zegt de partij terecht.
De VHP wijst op de laatst ontwikkelingen binnen de VHP, maar die zijn niet relevant bij de herdenking. De partij verwijst naar de schuldenlast die door anderen zou zijn veroorzaakt. Er zijn door de grootste regeringspartij geen echte vooruitzichten aangeboden en de partij hoopt dat het na 3 jaren beter zal zijn. De VHP geeft in haar boodschap blijk van een uitgeputte en uitgebluste politieke partij te zijn. De structuren lijken geen bijdrage te kunnen leveren aan een robuust programma van herstel.