Tegenstellingen tussen IMF en Centrale Bank
De Centrale Bank wast zijn handen in onschuld en wijst naar het IMF als schuldige in een bericht over de koersontwikkeling in Suriname. De stoppen zouden zijn doorgeslagen en de nieuwe magische grens van 30 is allang doorbroken. Intussen neigt de regering naar een repressief beleid tegen cambiohouders, geldwisselaars en bezitters van valuta. Dat is frappant, aangezien de huidige partijen in de coalitie juist sterk voor het liberale beleid van vraag en aanbod waren en fel tegen het reguleren en aan banden leggen van de markt.
De huidige coalitiepartijen hebben de vreemde valuta, samen met het bedrijfsleven van Suriname, aangemerkt als een handelswaar. De bezitters mogen de prijs ervoor vragen die ze willen. We vragen ons af wat voor impact het bericht van de Centrale Bank zal hebben op de koersontwikkelingen. Wat wel frappant is, is dat we een dekking van de SRD hebben van bijna 90%, terwijl een dekking van 50% al theoretisch acceptabel is. We zitten ruim boven de grens, maar waarom is de Surinaamse munt toch kwetsbaar gebleven?
We kijken naar enkele markante mededelingen en uitgangspunten in het bericht. Het wisselkoersvraagstuk is geen op-zichzelf-staand vraagstuk, daarmee begint alles en dat zeggen we ook al een hele tijd. De economie moet draaien met vernieuwingen en dat zien we niet gebeuren. We zien geen lange adem, maar veel ad hoc dingen. Met lange adem bedoelen we structuur en continuïteit. Een voorbeeld, en dan zijn we daar zeer blij mee, is de komst van de Nederlandse boeren na de Surinaamse campagne ‘Land zoekt boer’ maanden terug op de Nederlandse floriade. Nu zien we follow-up: er zijn boeren hier in Suriname op bezoek. De zwakke schakel in het geheel zal zijn het ministerie van LVV dat waarschijnlijk het gemotiveerde en gekwalificeerde kader niet heeft om, in samenwerking en dialoog met andere ministeries als Grondzaken en EZ, te zorgen voor concrete investeringen. Het lijkt erop alsof de bank als oorzaak van de koersexplosie ziet verandering van het wisselkoersregime van een ‘beheerst-zwevend wisselkoerssysteem’ naar een ‘flexibel wisselkoerssysteem’ op instructie of voorwaarde van het IMF.
De vraag rijst waarom dan de bank niet bezwaren heeft geuit in de IMF-deal. De bank zegt dat de valutamarkt van Suriname geen volwaardige markt is. Wat bedoelt de bank daarmee? Wil ze daarmee zeggen dat er geen sprake is van een (gezonde) vraag en aanbod? De bank zegt. dat er een einde moet komen aan de ‘zwarte marktkoers’, maar verzuimt om te zeggen wat de repressieve maatregelen zullen zijn tegen de zwarte markt. Handelaren die geven namelijk bij hun prijsberekeningen bij controles steevast aan. dat ze hogere prijzen hanteren, omdat ze valuta op de zwarte markt inkopen voor de importen. Wordt daar tegen opgetreden, moet dat überhaupt?
Wat storend is in het artikel is, dat de Centrale Bank insinueert dat Suriname de controle en de soevereiniteit over de Surinaamse munt kwijt is, dat de Centrale Bank zijn wettelijke taak kwijt is en dat ze onder curatele is gesteld van het IMF. De vraag rijst dan of dat wel in lijn is met de financieel-monetaire wetgeving. De bank wekt de indruk, dat ze gedurende de duur waarin de IMF-deal zal werken, een lijdelijke rol zal vervullen die niet overeenkomt met de rol die de wet van de bank vereist.
Eigenlijk zegt de bank, dat het IMF dat de regie heeft een tegenhanger is van de Centrale Bank en dat kan nooit een gezonde zaak zijn. De bank praat over beperkte autonomie en geeft ook aan dat het IMF-programma belangrijke elementen mist zoals duurzame groei en werkgelegenheid, maar dat zou toch een SDG-goal zijn? Houdt het IMF zich niet daarmee bezig. Wanneer de regisseur buitenspel wordt gezet en er geen vervanger met evenveel wettelijke autoriteit in de plaats wordt gezet, dan wordt in het financieel monetair systeem een vacuüm gecreëerd wel zal leiden tot een ongecontroleerde valutamarkt met alle gevolgen van dien. In elk geval is duidelijk dat de garanties van het IMF voor koersstabiliteit niet hebben gewerkt, omdat de veronderstelde economische versterking die escalatie moet voorkomen is uitgebleven en de vooruitzichten zijn niet direct rooskleurig met de investeringsbeslissingen waarop de economie had geanticipeerd en die uitblijven.
Eigenlijk zegt de Centrale Bank in zijn stuk, a no mi maar na IMF. Wat ook storend is, is dat de Centrale Bank zich lijkt te distantiëren van de koers die het land – waarvan we uitgaan na ampele overwegingen en inspraak van alle monetaire en financiële waartoe de centrale bank zeker behoort – onder het IMF is gegaan. In principe zal de goede luisteraar een stil protest van de Centrale Bank horen wanneer het gaat om de IMF-maatregelen. De bank gaat dus op de populistische toer en dat is een heel gevaarlijke ontwikkeling.
De bank praat verder over rekenmodellen, maar geeft niet aan wat volgens de modellen de koers wel had moeten zijn. In de tegenstelling tussen het IMF en de Centrale Bank ligt verscholen een verwijdering en vervreemding tussen de Centrale Bank en de regering: die leven in twee aparte werelden. Het is dus een ongecontroleerde, onsamenhangende en onwettige situatie op het koersenfront, controle en autoriteit is zoek, het water is troebel en de burger betaalt het gelag.