Het sociaal akkoord dat in Suriname bijkans een jaar terug is gesloten, heeft niet kunnen voorkomen dat vanuit een voorspelbare situatie 2 dingen konden worden gerealiseerd: sociale stabilisatie en rust en economische groei door investeringen. Het akkoord is terecht als historisch aangemerkt, maar het heeft niet de effecten gesorteerd. De vraag rijst wel of het programma ontworpen en gefocust was om sociale stabiliteit en economische groei te helpen waarborgen.
Wat we in Suriname zien is, dat er geen noemenswaardige economische initiatieven in ontwikkeling zijn. Er worden verschillende dienstreizen met een economisch karakter ondernomen, maar het leidt niet tot investeerders. We hebben vanwege enge persoonlijke belangen van enkele ex-Surinamers een start gehad van enkele valse projecten met zogenaamde dubieus ‘fresh capital’ en het is op een enorm debacle uitgelopen. In elk geval was het de bedoeling van het sociaal akkoord dat er ook sociale rust zou zijn op het arbeidsveld. Maar daarvan is er totaal geen sprake. We zien dat de groep van stakende en ontevreden werknemers alleen maar aanzwelt en groter wordt. Dus in dat opzicht heeft het sociaal akkoord ook gefaald. Alles heeft te maken met de planning van de regering die niet is uitgekomen.
De gang naar het IMF zou moeilijke maatregelen met zich meebrengen, maar het zou stabiliteit brengen en voorspelbaarheid, van waar uit herstel kon worden ingezet. Nu hebben we bittere pillen geslikt, maar is er nog geen sprake van beterschap. Dus zowel het sociaal akkoord als het IMF programma heeft gefaald om te leveren wat ervan was verwacht.
De kunst is om in samenhangende programma’s alles tegelijk te doen. Programma’s steken als een machine met radertjes in elkaar. Als een aantal radertjes niet meedraaien loopt alles vast. Maar, de loontrekkers hebben geen interesse in allerlei economische wetmatigheden en theorieën. De werkende bevolking is bereid om hard te werken, hoe hard en hoe productief laten ze over het algemeen aan de bedrijven. In ruil voor hun arbeid willen ze beloning waarmee ze de noodzakelijke goederen en diensten voor zichzelf en hun gezin moeten kunnen kopen. Men moet ook ruimte hebben voor vrijetijdsbesteding en men moet ook kunnen sparen. Er zijn heel veel werkende mensen, ook hoger kader, die niet eens een perceeltje kunnen kopen. De mensen willen niet weg naar een ander land, de regering kan heel gemakkelijk aan het hoger kader een stuk perceel verstrekken.
Wanneer de prijzen in het land steeds stijgen komen we in een loon-en-prijs-spiraal. Het is net een vicieuze cirkel die alleen maar groter wordt en moeilijk om de hele ronde te lopen. Een sociaal akkoord dient een duidelijk loonakkoord en een prijsakkoord te hebben, dat zijn dan toezeggingen die de vakbeweging en het bedrijfsleven moeten doen. We zien dat alle groepen nu om loonsverhogingen vragen, ook de artsen. De regering heeft al in de publieke sector loonrondes gegeven. Het is onbekend in welke mate deze loonrondes navolging hebben gehad in de private sector. Nu kan er weer een loonronde komen en zo blijven we dus aan de gang. We hebben in elk geval gehad de verhoging van het minimumloon van iets meer dan SRD 8 naar SRD 20 per uur. Het is niet bekend of bedrijven zich aan dit al zwaar achterhaald bedrag houden. In het kader van de SDG maand is op de radio via een infomercial bekend gemaakt. dat er ‘werkende armen’ in Suriname voorkomen: dat zijn mensen die met minder dan SRD 40 per dag moeten rondkomen. Inmiddels moet door koersstijgingen deze grens opgetrokken zijn naar een nog hoger bedrag. Het kan zomaar dat bedrijven straks door een tweede of een derde keer achterlopen met aanpassingen, een zware gap gaan vertonen met bijvoorbeeld de salarissen van de ambtenaren. Dat maakt dat vacatures dan niet ingevuld gaan kunnen worden door deze bedrijven.
In elk geval is er een grote uitdaging voor de regering om de loon-en-prijs-spiraal te doorbreken. Gebeurt dat niet dan is men bezig de eigen positie te ondergraven. Het grote probleem dat deze regering heeft nogmaals, dat geen enkel medicijn, ook de beproefde, zorgt voor een remedie.
In de hele discussie in Suriname over lonen en prijzen, horen we alle partijen over een heel belangrijk onderwerp in alle talen zwijgen: de arbeidsproductiviteit. Een loon-prijsspiraal kan ontstaan als gestegen loonkosten per product worden doorberekend in de prijzen, en de aldus ontstane hogere prijzen op hun beurt weer tot hogere looneisen leiden. Wanneer de loonkosten sneller stijgen dan de gemiddelde arbeidsproductiviteit zal een producent de stijging van de loonkosten per eenheid product willen doorberekenen aan zijn afnemers om zo een acceptabele winstmarge te behouden. De consument die tevens werknemer is, ziet zich geplaatst voor hogere kosten van levensonderhoud en dus verlies aan koopkracht. De werknemer verlangt compensatie door loonindexering, zijn loon gaat omhoog, waarna de producent de prijzen weer wil verhogen, enzovoorts. Als zowel producenten als werknemers het lukt om hun hogere kosten volledig af te wentelen kan er een inflatie ontstaan met opeenvolgende prijs- en loonsverhogingen.
Een loon-prijsspiraal kan de concurrentiepositie van een land schaden. Om die reden kan de overheid trachten om een loon-prijsspiraal in te dammen door bijvoorbeeld de belastingtarieven te verlagen of door prijzen of lonen te bevriezen. Er zijn landen die dan met een sociaal akkoord komen (zoals het akkoord van Wassenaar van 1982 in Nederland) om de looneisen te matigen zodat de werkgevers de prijzen niet hoefden te verhogen. En precies daar hebben we niet kunnen komen bij ons sociaal akkoord, dus heeft het akkoord een cruciale fout in zich gedragen.