De afgelopen dagen is een heel gevaarlijke tendens te zien geweest in ons land die, als we niet oppassen, kan zorgen voor een escalatie. We hebben gezien dat militairen en de politie in actie zijn. We zien beelden op tv, maar we lopen ook tussen de mensen. Wat opvalt, is dat het geen gemengde menigte is. De beelden tonen aan dat het zeker voor 95% mensen met een Afro-Surinaamse afkomst die op straat zijn. Het lijkt er dus op, zeker voor de buitenstaander, dat de acties van de militairen en de politie een actie zijn vanuit een bepaalde bevolkingsgroep.
We zien heel vaak in Suriname dat er over de bezetting van instituten waar een bepaalde ontwikkeling of scholing voor nodig is, dat er opmerkingen worden gemaakt over de samenstelling van die instituten. We zien dat er vanuit de media niet veel wordt gedaan om de zaken vanuit een gezond perspectief te benaderen. Vandaar, dat wij heden ook vanuit een huidskleur-benadering kijken naar de acties.
De vraag rijst dan waarom we alleen zwarte mensen op straat en vooraan in de acties van de politie en het leger zien. Is het zo dat deze instituten voor 95% bevolkt worden door mensen met een zwarte afkomst? Wanneer dat zo is, dan is het wel een gevaarlijke ontwikkeling. We zien dat er vanuit de zwarte bevolkingsgroepen heel vaak geschreeuwd wordt over racisme, maar wanneer het leger en de politie voor meer dan 90% uit deze groep bestaat, dan is het de vraag hoe zij daartegenover staan. We hebben voorbeelden in landen waar nazaten van Britsch-Indische immigranten wonen, hoe het kan uitpakken wanneer er geen balans is in constitutionele organen als het leger en de politie. Nu is het zo dat we geen cijfers hebben over de samenstelling van het leger en de politie. Maar, wat als er wel een zekere gemengde samenstelling sprake is in het leger en de politie, waarom zien we dan alleen een bepaalde groep op straat? Behartigen de bonden dan niet de belangen van deze leden? Wat we in het bestuur van de VRM en ook van de politiebond zien, is dat het een eenzijdige aangelegenheid is.
Zijn de bonden er alleen voor de leden van zwarte afkomst? Of is het zo dat er verdeeldheid is in het leger en de politie langs etnische lijnen? En wanneer dat wel het geval zou zijn, waarom ondernemen de bonden geen moeite om deze leden van hun organisatie ook te mobiliseren? Of passen de leden van de twee bonden de strategie van friends and family toe met hun clubje om naar de macht in het land te grijpen…op termijn? Het heeft er alle schijn van dat de stakingen van de politie en het leger, een aangelegenheid is van de leden van het bestuur en hun vrienden. Het zijn geen algemene breed gedragen acties.
Maar, we zijn als civil society genoodzaakt om de zaak aan het eind van de dag ook te bekijken vanuit de regelgeving in het land. Feit is dat de militairen heel duidelijk niet mogen staken. Dat zeggen wij niet, maar dat staat duidelijk in de Wet Rechtspositie Militairen. Ook vanuit andere wetgeving die specifiek en alleen geldt voor de militairen, zijn stakende, muitende en opruiende militairen rijp voor tuchtrechtelijke en strafrechtelijke sancties. Ook het leger van Suriname duldt geen chaos en anarchie.
De vraag rijst wel, welke strategische rol van betekenis ons leger speelt feitelijk, dus de facto. En het antwoord is, dat het leger geen rol van betekenis vervult in vervulling van zijn kerntaak: het beschermen van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van de Staat Suriname. Noch op het water, noch op het land en evenmin in de lucht heeft het leger de zaak onder controle. Suriname wordt al meer dan 50 jaar voor een deel bezet door een ander leger: dat van Guyana. De Surinaamse grenzen zijn daarnaast zo lek als een zeef. Onze marine is in de territoriale wateren nergens te bespeuren; onze visgronden zijn daarom met name wat we noemen een ‘teki njan’ voor stropers uit andere landen. Het leger is al helemaal niet aanwezig in het luchtruim. Allerlei vliegtuigen vliegen gewoon ons luchtruim binnen en droppen dan hun dingen hier in het land.
We kunnen dus op dit moment het leger missen als kiespijn. Deze situatie maakt dat het heel gemakkelijk is voor de Surinaamse regeringen om maatregelen te treffen tegen muitende militairen. Wat ons betreft moeten deze militairen uit de militaire dienst treden. Ze dienen uit de militaire dienst te worden gelicht.
Wat betreft de politie zijn wij ons niet bewust van uitdrukkelijke regels die het staken bij deze groepen verbieden. Maar in het ‘sociaal contract’ in staatsrechtelijke zin, waar de Franse filosoof Montesquieu het over had, is het toepassen van geweld in de samenleving in de samenleving niet voor een ieder weggelegd. Bij afwijkend gedrag treedt de politie op met geweld indien nodig. Die uitzonderlijke positie maakt dat op den duur politiehandvesten die in Suriname ook bestaan, ertoe zullen leiden dat de politieagent niet zal kunnen staken: want hij zal dan zijn kerntaken verzaken. Nu is het wel zo dat van een overbodigheid als bij het leger, niet kan worden gesproken bij de politie.
De politie is in Suriname zwaar haperend, maar we degelijk aanwezig en functioneel. Daarom zal het treffen van maatregelen, na constatering van overtreding van duidelijke politieregels, veel moeilijker zijn bij deze groep. Wat we concluderend wel willen zeggen, is dat het af te keuren is hoe de leiders van alle twee vakbonden, leugens over de rechten van deze vakbonden voorhouden aan hun leden.
Wij denken dat de Kort Gedingen die de regering aanspant tegen deze bonden, heel snel duidelijkheid zullen brengen in waar de bonden en hun leden staan. Dit gezegd hebbende sluiten we met een opmerking die heel cruciaal is: wij zijn van mening dat zowel het leger als de politie recht hebben op degelijke arbeidsvoorwaarden.