Door de minister van Justitie en Politie is aangekondigd, dat er een ordening komt van de private sector security sector in Suriname. Er is een initiatiefgroep om de ordening teweeg te brengen. De groep is al op bezoek geweest bij de minister van Justitie en Politie. De VSB heeft gemeend om samen met de verschillende stakeholders in deze sector na te gaan hoe ordening van de sector bewerkstelligd kan worden.
Aanleiding tot de ordening zijn de wildgroei en de oneigenlijke concurrentie. De ervaring met dergelijke exercities leert dat de bedrijven die er al zijn willen voorkomen dat er andere bedrijven bijkomen. De overheid zal dan worden gedwongen om middels wetgeving standaarden vast te stellen waaraan vooral de nieuwe bedrijven moeite zullen hebben om zich te houden. De handelwijze zal dan zijn om het ontstaan van nieuwe bedrijven te weren met standaarden waaraan de bestaande al voldoen en waaraan nieuwe bedrijven niet gaan kunnen voldoen. Maar men vergeet dat de wetgever altijd onpartijdig is. Wanneer er regels zullen worden gemaakt zal men dat grondig doen en dan kan het zijn dat er verplichtingen of vereisten bijkomen welke de bestaande security bedrijven niet hadden gerekend. Wat er dan meestal gebeurt is dat de hele sector die schreeuwt naar ordening, op den duur zich zal keren tegen de regering die ordening wil brengen.
De ordening waarover een initiatiefgroep het heeft, heeft een duidelijk doel: het verhinderen van het ontstaan van nieuwe security bedrijven. De regering wil men voor het karretje spannen om halve regelgeving te maken die alleen gevolgen zal hebben voor de nieuwe en opkomende bedrijven. En dat is ten enenmale onmogelijk. Ordening van de private security sector kan aangezwengeld worden door de private sector, ze kunnen input en adviezen geven, geconsulteerd worden, maar aan het eind van de dag geldt wat bekend is als de ‘primaat van de politiek’. Het is de regering als deel van de wetgevende macht die uitgaande van zijn regeringsverantwoordelijkheid en verplichtingen bij internationale security overeenkomsten en internationale good practices zal bepalen welk voorstel door haar zal worden gedaan aan de Raad van Ministers. De uitkomst van de poging tot ordening hoeft niet mooi te zijn voor de gevestigde orde, omdat het ook nieuw eisen voor hen zal gaan stellen. Men wil wetgeving om goed zaken te kunnen doen in de olie- en gassector en om aan te sluiten op standaarden waaraan buitenlandse bedrijven gebonden blijven wanneer ze zaken met andere landen doen.
Het is bekend dat er eerder pogingen zijn ondernomen om de private security sector te ordenen. De pogingen hebben niet geleid tot een ordening, het is onbekend waarom het niet eerder tot resultaat heeft geleid. In elk geval lijkt het ons niet verstandig dat de VSB het voortouw neemt bij een wettelijke ordening; de VSB wordt niet gedreven door de verplichtingen die de regering heeft. De regering zal uiteindelijk wetgeving maken en primair rekening houden met de internationale standaarden en secundair te specifieke behoeften van de bestaande bedrijven. De minister van JusPol gaf aan, dat het ministerie reeds bezig is geweest met concept wetgeving voor de security sector. Er is opnieuw gekeken naar de oude concept wetgeving en het wetgeving team van het ministerie is nu bezig met het aanpassen van die wetgeving naar huidige maatstaven. De VSB en de stakeholders die aanwezig waren hebben aangegeven samen met het ministerie te willen kijken naar hetgeen is opgenomen in de wet, zodat er door de security sector ook een inhoudelijke bijdrage kan worden geleverd aan dit wetsontwerp. Het ontwerp moet uiteindelijk een wetsproduct worden die door de gehele sector gedragen wordt.
Nogmaals, het moge duidelijk zijn dat de VSB de bal aan het rollen kan brengen, maar op den duur uit beeld zal moeten komen, omdat wetgeving volgens een bepaald proces gaat. Uiteindelijk zullen de Raad van Ministers, de Staatsraad en de DNA-leden de laatste stem hebben. We weten dat in het algemeen het bedrijfsleven niet happy is met verplichtingen die men van de Staat opgelegd krijgt. Er worden dan allerlei redenen opgeworpen waarom de regering niet in de positie is om verplichtingen aan de bedrijven op te leggen.
Ordening en standaardisering van de sector betreffen niets anders dan het opleggen van vereisten aan de sector via wetgeving. En hoever die vereisten zullen gaan is niet in handen van de VSB, dus het zal uiteindelijk leiden tot ontevredenheid.
Ten slotte willen we benadrukken dat er ISO standaarden zijn voor security bedrijven. Ook is er de International Code of Conduct for Private Security Service Providers (ICoC) waaruit kan worden geput voor de wetgeving. Een andere standaard is de ‘UN Compilation Of Good Practices on Legal and Institutional Frameworks and Measures That Ensure Respect For Human Rights by Intelligence Agencies while Countering Terrorism’. Ook kan er geput worden uit EU-richtlijnen van de Europese Commissie. We hopen dat het nu aan JusPol wel lukt om weloverwogen en zonder en partijdige insteek te komen tot wet en regelgeving voor de security sector. Deze wetgeving is van belang als de regering de security sector als plan B wil inzetten bij eventuele noodzaak en calamiteiten.