Er is vanuit de coalitie al enige tijd kritiek op het reilen en zeilen bij de Centrale Bank van Suriname. Dit is naar aanleiding van de stijging van de koers in het land. Iedereen in het land is inmiddels geobsedeerd door de koers. Het heeft effect op de prijzen in de winkels. Er is kritiek op de governor van de Centrale Bank vanuit de coalitie, met name de VHP. Wanneer dat het geval is, dan komt het vaak voor dat de governor dan wordt vervangen. Het probleem nu met Suriname en deze regering is dat er niemand bereid is om minister van Financiën te worden. De post is al geruime tijd vacant. Ook voor de post van governor van de Centrale Bank zou het niet gemakkelijk zijn om mensen te vinden. Het zijn posten waar het niet gemakkelijk meer is om mensen de laan uit te sturen.
De klacht tegen de huidige governor is dat er van hem uit niets gaat om de koers te stabiliseren. Er zou sprake zijn van een inactiviteit vanuit de Centrale Bank. Er zijn leden van de coalitie die de stijging van de koers toeschrijven aan deze inactiviteit van de Centrale Bank. De governor van de Centrale Bank is afkomstig van de vorige regeerperiode. Bekend is zijn optreden waar hij openlijk tegen de valutawet van de vorige regering was. Dat had hem niet populair bij de vorige regering gemaakt, maar hij was in een moeilijke periode in het zadel gezet.
De vraag rijst inderdaad of er iets gedaan moet worden vanuit de Centrale Bank om de koers te beteugelen. Frappant is, dat toen de koers als voorwaarde van een lening moest worden losgelaten, er een ‘garantie’ was gegeven door het IMF dat de koers niet op hol zou slaan. Naar we vernemen heeft Suriname zich toch in grote lijnen gehouden aan de IMF-voorwaarden, maar de koers is toch op hol geslagen. De vraag rijst wat er dan mis is gegaan en of algemene economische wetmatigheden in kleine economieën als de onze wel blijven gelden. We hebben eerder aangegeven dat de koers niet los op zichzelf staat. Frappant is dat de koers op hol staat terwijl we een redelijke maar magere monetaire reserve hebben opgebouwd. Dat was iets dat onmogelijk bleek te zijn eerder.
We hebben eerder aangegeven dat de stabiliteit van de koers afhankelijk is van de sterkte van de economie. Suriname heeft nog steeds een zeer zwakke economie die afhankelijk is van enkele exportproducten en er is een heel lage added value. Inmiddels zijn we begonnen om informatie te geven over de invoering van de BTW in Suriname. Wat voor effect zal dat weer hebben op de economie? De VES heeft aangegeven dat de BTW inflator zal werken en een effect zal hebben op de prijzen. Door de regering is dit niet genoegzaam tegengesproken. In elk geval zijn er niet alleen bij de regering verwachtingen richting de Centrale Bank. De bank zelf geeft aan, dat het monetaire beleid van de Bank de afgelopen jaren onder enorme druk is komen te staan.
Een van de grote uitdagingen was de significante politieke invloed op de werkzaamheden van de Bank, die belemmerend werkte op het uitvoeren van onze kerntaken, met name het bevorderen van een stabiele interne en externe waarde van de munt. Dit getuigt van een toenemende noodzaak tot aanpassing van de Bankwet.
Het expansief overheidsbeleid heeft er verder toe geleid dat het vertrouwen bij het publiek afnam met het gevolg dat de wisselkoers onder enorme druk kwam te staan. Daarnaast zorgde de imagoschade, die de Bank heeft geleden als gevolg van de verschillende rechtszaken in het begin van 2020, ervoor dat het vertrouwen bij het publiek in het financieel systeem verder afbrokkelde. Het was een uitdaging voor de
Bank om onder deze omstandigheden haar mandaat uit te voeren. De Bank geeft aan dat met het aantreden van de Bankpresident en de Raad van Commissarissen (RvC) de strategische heroriëntatie gestart is door de huidige situatie in kaart te brengen en de uitdagingen en kansen bloot te leggen om vanuit dit vertrekpunt de richting van de Bank voor de komende tijd te bepalen.
De belangrijkste vraagstukken die naar voren zijn gekomen betreffen de uitdagingen bij het effectief uitvoeren van onze kerntaken, de autonomie, de interne governance structuur, alsook de capaciteit issues.
Aan de hand van de geïdentificeerde prioriteitsgebieden heeft de herijking van het portfolio van projecten behorende bij het Strategisch Plan 2019 -2021 plaatsgehad. Het Strategisch Plan 2021-2024 bepaalt de richting voor de komende 3 jaren. Er zijn vier thema’s en tien doelstellingen vastgesteld, waaraan 43 (drieënveertig) projecten gekoppeld zijn. De directie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de projecten binnen hun respectieve directoraten. De projecten, uitgevoerd door afdelingen die rechtstreeks rapporteren aan de president, zullen onder supervisie van de president of een door hem aangestelde vertegenwoordiger worden uitgevoerd. Om een effectieve uitvoering te garanderen zal door de afdeling Strategic & Project Management (SPM) de monitoring van de uitvoering van alle strategische projecten ter hand worden genomen. Daarnaast zal elke 6 maanden een tussentijdse herijking plaatsvinden, om eventuele veranderingen in de interne en externe omgeving te adresseren en het Plan eventueel te herzien cruciale veranderingen.
Door de regering en de politici in DNA zijn er geen uitspraken gedaan over dit plan. Dat had moeten gebeuren voordat men zou komen met kritiek.