Gedurende onafhankelijkheidsmaand november 2022, wordt nagegaan, hoe het de Republiek Suriname is vergaan gedurende de afgelopen 47 jaar.
Inrichtende positie
Uit de mond van velen: “Suralco heeft zich gedurende langer dan een eeuw geworteld en stevig verankerd in Suriname. Haar deskundigheid, wetenschap, nationaal- en internationaal intellectueel kader is om u tegen te zeggen. Vanwege haar kapitaalpositie had en heeft zij toegang tot politieke partijen, regeringen, het bevoegd gezag, het bestuur van het land en heeft daarbinnen een inrichtende positie.”
Historie
“Als er historische zaken genoemd worden die bepalend zijn voor wat Suriname vandaag is, dan mogen de slavernij, de immigraties en de bauxietindustrie en de staatkundige onafhankelijkheid niet ontbreken.”
Arbeidspotentieel
“Na de afschaffing van de slavernij in 1863 bleef Suriname vertrouwen op de landbouw. Er werden uit China, India en uit Nederlands Oost – Indië, contractarbeiders naar Suriname gehaald om het arbeidspotentieel te versterken.”
Sukkelend
“De landbouweconomie sukkelde. Aan het eind van de negentiende, begin twintigste eeuw, werd de aanwezigheid van bauxiet in Suriname aangetoond door de mijnbouwkundig ingenieur G.C. Dubois, die geologisch onderzoek deed in de kolonie.”
Amerikaanse interesse
“De Aluminum Company of America (Alcoa) toonde in 1914 interesse voor de bauxietvoorkomens in Suriname. De Eerste Wereldoorlog speelde een doorslaggevende rol in de belangstelling. Voor de oorlogsindustrie was er aluminium nodig en dat werd uit bauxiet gewonnen.”
Feodaal tijdperk
“De bauxietindustrie haalde Suriname uit het feodale tijdperk. De functie van leverancier van grondstoffen vestigde, versterkte en bestendigde de plaats van Suriname in het wereldsysteem.”
Politieke doelen
“Beperken we ons tot de bauxietindustrie, dan kunnen we concluderen dat Suriname vooruit ging. Bauxiet bezorgde de overheid de middelen om politieke en ontwikkelingsdoelen te verwezenlijken. De industrie zorgde voor werkgelegenheid, opleving van de economie en prikkelde de opkomst van een moderne vakbeweging.”
Gebalanceerde begroting
“De export van bauxiet leverde zoveel op, dat het gouvernement in 1942 voor het eerst een gebalanceerde begroting kon presenteren zonder subsidie vanuit Nederland. In datzelfde jaar beloofde koningin Wilhelmina zelfbestuur aan de kolonie.”
Levensstandaard
“De levensstandaard van de Surinamer ging met sprongen vooruit. Er werd geïnvesteerd in onderwijs en gezondheidszorg, volkswoningbouw en infrastructuur.”
Economische groei
“De Brokopondo – overeenkomst heeft het land geen windeieren gelegd. In de periode van 1946 tot 1975 werd er gemiddeld een jaarlijkse economische groei van 7 procent behaald.”
Zelfbestuur
De binnenlandse politiek van Suriname stond in het teken van een continue politieke strijd tussen de creoolse middenklasse en de koloniale bovenlaag. In 1943 richtten sociaaldemocratisch intellectuelen de ‘Unie Suriname’ op. De missie van deze vereniging kan worden vervat in de leus: ‘Baas in eigen huis’. De politieke thema’s van de vereniging waren nationale eenheid, emancipatie en natievorming.
Bauxietpolitiek
“Er bestonden kiesverenigingen, voorlopers van de latere politieke partijen. De bauxietindustrie heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een politieke klasse die zich specialiseerde in bauxietpolitiek. De grootmacht Suralco dankt haar heerschappij over haar gepensioneerden met wie zij in een rechtszaak verwikkeld is, aan de elite van toen, die zich afhankelijk en onderdanig opstelden. Het kon niet anders, de bauxietinkomsten dekten de begroting van het land en verschafte werk aan duizenden.”
Zelfbeschikking
“Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de Nederlandse regering een nieuw beleid voor Suriname. Onder druk van de gewijzigde omstandigheden in de wereld en van internationale instituten, zoals de Verenigde Naties, werd een beleid ontwikkeld gericht op de opbouw en zelfbeschikking van Suriname.”
Politieke partijen
“In 1946 werden de eerste politieke partijen opgericht, met name de Progressieve Surinaamse Volkspartij (PSV) en de Nationale Partij Suriname (NPS). In 1948 volgde de Verenigde Hindoestaanse Partij (VHP) en in 1949 de Kerukunan Tulodo Prenatan Inggil (KTPI).”
Ontwikkelingsplan
“In 1947 werd het eerste nationale ontwikkelingsplan voor Suriname opgezet. Dit plan werd gefinancierd uit het daarvoor in leven geroepen Welvaartsfonds. In 1949 werd het politiek-bestuurlijk systeem geherstructureerd. Het algemeen kiesrecht werd ingevoerd en er kwam een College van Algemeen Bestuur.”
Autonomie
“In 1954 werd Suriname volgens het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden een autonoom land met zelfbestuur in koninkrijksverband.”
Staatkundige onafhankelijkheid
“In 1974 waren er ruim zesduizend werknemers in dienst van de Suralco. Bij het verkrijgen van de staatkundige onafhankelijkheid in 1975 werd het West-Suriname project, dat gebaseerd was op de continuïteit van de geïntegreerde bauxiet/aluminiumindustrie, ondergebracht in het verdrag voor ontwikkelingssamenwerking.”
Voortzetting
“De Republiek Suriname bouwde op voortzetting van deze industrie, die werd beschouwd als kurk waarop de economie dreef. De jonge Republiek verheugde zich, had grootse plannen, maar de toekomst pakte anders uit dan wat de bestuurders van het land ervan dachten en hadden verwacht. De hoogtijdagen van bauxiet en aluminium waren in de jaren zeventig al voorbij.”
Minder export
“In 1973 werd de wereld getroffen door een oliecrisis. De Organisatie van Olie- Exporterende Landen (OPEC), verhoogde de olieprijzen. De vraag naar aluminium nam af. De Surinaamse exporten verminderden. Ze zouden nooit meer de hoogte bereiken die voorheen behaald werd.”
Concurrentie
“Op de wereldmarkt kregen Alcoa en Suralco te maken met concurrentie en een dalende vraag naar aluminium. De Surinaamse bauxiet van hoogwaardige kwaliteit raakte uit gemijnd. Wat er nog over was, is van mindere kwaliteit.”
West Suriname
“De eerste plannen voor West-Suriname, gericht op de exploitatie van bauxiet nabij het Bakhuysgebergte, werden in 1969 ontwikkeld. Niet alleen het opraken van het bauxiet plaagde Suriname. Internationale factoren waren doorslaggevend voor de achteruitgang van de bauxietindustrie in Suriname.”
Meerdere factoren
“De terugval van de bauxietindustrie in Suriname is aan meerdere factoren te wijten. Onder andere de oliecrisis, militaire staatsgreep en Binnenlandse Oorlog zorgden voor terugval. In 1982 schortte Nederland de ontwikkelingshulp op, mede daardoor werden de belastingen in 1983 verhoogd.”
Staking
“De bauxietarbeiders waren niet eens met de verhoogde belasting. Er werd gedurende 5 weken gestaakt. De aluinaarde- en aluminiumproductie lagen stil. In 1984 en 1985 leed de Suralco voor het eerst verlies. Er werd een vrijwillige afvloeiingsregeling getroffen met een aanzienlijk deel van de arbeiders.”
Binnenlandse oorlog
“In juli 1986 begon de Binnenlandse Oorlog met de aanval van het Jungle Commando op de militaire post te Stolkertsijver. Moengo en Albina raakten geïsoleerd en het bedrijf in Moengo kwam stil te liggen en bleef lange tijd gesloten.In 1993 kwam er een definitief einde aan de activiteiten van de Suralco te Moengo. De landelijke sluiting volgde.”
Tot zover voor het moment.
HD