Het zeer broos gebleken Tripartiet Overleg en met name het historisch Tripartiet Akkoord – waarover met trots over de landsgrenzen mededelingen zijn gedaan – staan op instorten. Althans, als het aan het bedrijfsleven ligt dan wordt alles stopgezet en wordt er verder gegaan met een hoger niveau overleg dat meer tot resultaten zou kunne leiden.
De private sector vindt, te oordelen naar de bewoordingen die men gebruikt, dat er te veel wordt gesproken in het Tripartiet Overleg en dat er te weinig wordt gerealiseerd. Zo zou sinds de ondertekening van het Tripartiet Akkoord het klimaat van zaken doen alleen maar zijn verergerd. Opvallend is dat simultaan aan het misnoegen dat ontstaan is in de private sector, er ook een gevoel van onbehagen is gaan ontstaan bij de politieke partner NPS in de coalitie. Door deze partij is op een congres nog net niet besloten om uit de coalitie te stappen. Dat de regering het misnoegen van de NPS niet heeft erkend en de partij ook niet als zodanig kent, blijkt uit de oplossingen die door de president aan de NPS zijn aangedragen: meer functies en posities zoals directiefuncties en ambassades. Daaruit blijkt dat de huidige regering niet in staat is om te kijken in welke richting ontevreden partijen en partners wijzen. Men heeft een zeer kort zicht en eigenlijk is het aanbod van meer functies een oneerbaar en onoorbaar en zelfs een onethich voorstel richting de NPS.
Voor deze partij is de maat nu wel vol, men accepteert het pappen en nathouden en de patronagepolitiek van deze regering en de president niet. En dit alles zou wel eens ook de oorzaak kunnen zijn van ook de ontevredenheid van de private sector in het Tripartiet Overleg.
De regering zou met haar ruimte om personen te faciliteren, zeer corrumperend bezig zijn geweest. Dit alles alleen om verder te gaan met het voortzetten van de regering. De ‘indecent proposal’ is door de NPS afgeworpen, maar we blijven de vraag stellen aan de NPS wat ze concreet aan de president heeft voorgesteld aan uitvoerbare voorstellen over het sociaal beleid en bijvoorbeeld het volkshuisvestingsbeleid waarvoor Gregory Rusland (partijvoorzitter NPS) was aangetrokken om deze heel dicht bij de president te helpen trekken. We hebben Rusland, Etnel en de rest van de NPS uitgedaagd om die geschreven adviezen aan ons te presenteren, maar dat kan niet omdat die adviezen niet bestaan. Men was en is er dus gewoon bij om niets bij te dragen en alleen vast te stellen dat ‘Chan’ niets heeft gedaan. Maar men heeft er dus geen rekening mee gehouden dat Chan mede regeerders nodig heeft en vooral niet over een toverstok.
De NPS verwacht verandering van het sociaal beleid, maar dat zal niet komen. omdat de minister en het ministerie van SoZaZo falen, laks en lui zijn en niet van goede wil. Dat blijkt ook uit de evaluatie van het IMF van de implementatie van de sociale paragraaf.
Als we kijken naar de redenen die het bedrijfsleven opgeeft dan moeten we zeggen dat het bij de samenleving niet bekend was dat het de bedoeling van het Tripartiet Akkoord was om het ondernemen in Suriname te verbeteren. Wij zien namelijk geen directe doelen in het Akkoord die moeten leiden tot een algemene verbetering van het zaken doen. Er wordt geklaagd door de bedrijven over een repressief prijsbeleid, waarmee men bedoelt dat er strenge controles op de winstmarges plaatsvinden en dat er boetes worden opgelegd en andere maatregelen worden getroffen. Het bedrijfsleven mag daarover klagen, maar het is een taak waartoe Economische Zaken als ministerie gehouden. Repressief mag en moet, zolang het ministerie niet de wetgeving overtreedt. Repressief is waar de massa naar vraagt. De bedrijven praten over overheidsconcurrentie, maar het is bij ons totaal niet bekend waar de regering de bedrijven in de business is gaan concurreren. De massa die pienaart vraagt wel hiernaar, bijvoorbeeld dat de overheid zelf een aantal basisgoederen importeert en deze aan de man brengt zodat de bevolking ten minste kan eten en drinken. De overheid heeft dit nog niet eens gedaan en dan beginnen de bedrijven al te klagen.
Als de bedrijven stellen dat Het Herstelplan het Akkoord er waren voor de sociale rust dan hebben ze het niet begrepen. Bij een sociaal akkoord beloven alle drie partijen om offers te brengen zodat er weer een evenwicht, rust en voorspelbaarheid ontstaat in de samenleving, algemeen niet alleen bij de burgers. Dan denken we aan offers als het aanhouden van prijsverhogingen, loonsverhogingen, belasting- en tariefsverhogingen en massa-ontslagen. En terwijl alles zo op neutraal wordt gehouden, maakt de regering gebruik van de algemene rust voor herstel van de economie en het sociale vraagstuk.
Een andere zaak die niet klopt is dat de punten in het Akkoord niet zijn uitgevoerd. De regering is ondanks een groot maatschappelijk verschijnsel dat niet in het Akkoord is meegenomen maar wel alles beïnvloedt, de oorlog in Europa, erin geslaagd om op nagenoeg alle punten toch wel beweging te krijgen en vorderingen te boeken. Opmerkelijk is dat men ook aangeeft dat het ambtenarenapparaat is gegroeid en dat men daardoor geen werknemers kan aantrekken. Het verhaal is echter, dat de voorwaarden die bedrijven aanbieden aan werknemers dat het niet aantrekkelijk is voor werkzoekenden. Er worden nog bij bedrijven net iets meer dan het minimumloon betaald aan mensen met een middelbare school diploma en een academische opleiding.
Een opvallend punt van de bedrijven is dat er geen politieke wil zou zijn om het Akkoord uit te voeren. Ook praat men van ‘juiste representatie van de actoren’: dat betekent dan niet de juiste afgevaardigden in het ripariet overleg participeren. Vertegenwoordigers van de publieke sector zouden onvoldoende mandaat hebben om besluiten te nemen. Dat betekent dus dat ministers in het Tripartiet Overleg moeten gaan zitten en de president. Men wil dus niet dealen met kleine ambtenaren die niets te beslissen hebben. Men wil nu een nieuw orgaan, Nationaal Crisis Beraad, waarin minister van Financiën, Economische Zaken, LVV, TCT, NH, Arbeid en Werkgelegenheid en Openbare Werken in moeten zitten.
Overigens vinden de bedrijven de voorzitter van het TO ook zwak en moet er hier sterk leiderschap in komen. Het is nu aan de regering om na te gaan in hoeverre men aan de adviezen van de bedrijven zal tegemoet komen. Feit is wel dat het TO mede door het bedrijfsleven is geschreven en dat wanneer dit niet deugt, het bedrijfsleven mede heeft gefaald. Daarvan moeten ze consequenties ook zelf trekken.