Amsterdammers die vanwege ongewenste herinneringen aan het slavernijverleden hun achternaam willen veranderen, kunnen de kosten hiervoor voortaan van de gemeente terugkrijgen. De gemeente Utrecht zette eerder een vergelijkbare stap.
Dat blijkt vrijdag uit een brief (zie onderaan) waarin de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema vragen van de fractie van DENK in de gemeenteraad beantwoordt.
Ze benadrukt dat het kabinet eerder al met een vergelijkbaar plan voor heel Nederland kwam. Daarin staat dat afstammelingen van tot slaaf gemaakte mensen in de toekomst gratis hun achternaam kunnen laten wijzigen. Hoe dit concreet vorm krijgt, wordt naar verwachting eind 2022 bekend.
Omdat de uitwerking van dat landelijke beleid tijd kost, wil de gemeente Amsterdam de inwoners tot het zover is zelf compenseren. “Zodra het rijksbeleid bekend is, kijken we hoe we de Amsterdamse praktijk hierop aansluiten”, schrijft burgemeester Halsema.
“Slavenhandel en slavernij zijn misdaden tegen de menselijkheid. Wij kunnen het verleden niet meer ongedaan maken. Wat we wel kunnen doen, is de doorwerking van dat verleden tegengaan. Deze maatregel kan daar een bijdrage aan leveren.”
De gemeente heeft met Utrecht overlegd “om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren”. De burgemeester denkt dat een vergelijkbare regeling op korte termijn mogelijk gemaakt kan worden.