Door de regering is het voorstel aan DNA gedaan om de verantwoordelijken in de staatsbedrijven de hand boven het hoofd te houden voor het niet voldoen van hun plicht om eens eindelijk te komen met door accountants goedgekeurde jaarrekeningen die voldoen aan de Wet op de Jaarrekeningen. Door goedkeuring van een wetswijziging is wettelijk een verlenging gegeven aan de staatsbedrijven om alsnog hun jaarrekeningen op te sturen. De jaarrekeningen behoren tot de top 3 vereisten die goede bestuurders dienen te hebben als garantie van hun goed bestuur. Al zou er geen wettelijke verplichting zijn, goede bestuurders zouden uit een stuk rein geweten en zeker te zijn van hun integer bestuur uit zichzelf jaarrekeningen moeten aanbieden aan de aandeelhouders.
Bij de staatsbedrijven zijn de aandeelhouders de regering en eigenlijk dus het volk, de belastingbetaler. In de maatschappelijke en politieke discussies wordt heel vaak verwezen naar de vele staatsbedrijven die verlieslatend zijn en die niet deugen, zelfs door corruptie en wanbeheer ten gronde zijn gericht. Deze bedrijven zijn door corruptelingen als bestuurders vernietigd. Er is nooit in het openbaar door de bestuurders verantwoording afgelegd. Men heeft ongestraft huis gehouden in de staatsbedrijven. Menig burger is door deze praktijken samen met hun vrienden en familie rijk geworden. Er zijn bestuurders die bedrijven hebben afgelopen om hun zakken te vullen. Heel zelden zijn bestuurders voor wanbestuur en corruptie gestraft voor hun oneerlijke praktijken. Het meest recente geval van vervolging voor corruptie betreft de staatsbedrijven Surpost en daarna de EBS. Vooral in het laatste geval hebben politici geprobeerd om politieke vrienden de hand boven het hoofd te houden, met gemiddeld succes. Men heeft geroofd en geplunderd ter bevoordeling van politici en de partij, vandaar dat corruptelingen worden beschermd.
De Wet op de Jaarrekeningen is tegen deze achtergrond in het leven geroepen: om een halt toe te roepen aan ongestraft wanbestuur en plunderingen in onder andere de staatsbedrijven. Suriname is klein, er zijn onfrisse zaken als agentschappen, commissies en aanbestedingen gaande. Tussenpersonen in allerlei soorten leveren goederen en diensten tegen prijzen die niet marktconform maar duurder zijn. Er is geen enkele controle van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de uitgaven.
Vrienden en familie worden bevoordeeld, Raad van Commissarissen (RvC)-leden verrijken zichzelf door diensten en goederen aan het bedrijf te leveren. Directies en RvC-leden gunnen werk aan zichzelf. Er is een roep vanuit de bevolking naar een strenge toezicht op de bedrijven die van de natie zijn: de staatsbedrijven.
Een voorbeeld van hoe bedrijven van binnen uit zijn vernietigd door politieke vrienden is de SLM. Beweerd wordt dat onder andere de SPA en de SPA-gerelateerde bond daarin ook een hand zouden hebben gehad. Dit bedrijf is door de plunderingen al in de afgrond. Een ander bedrijf waarvan de samenleving veel last ondervindt vanwege haar verspillingen en bevoordelingen van derden is de EBS. De EBS is van plan om haar tarieven zogenaamd marktconform te maken maar rapporten zouden uitwijzen dat er veel verspilling en corruptie nog plaatsvindt in het bedrijf. Er zijn deals waar derden slapend rijk van worden. De vakbeweging heeft gelijk om eerst een grondige doorlichting van het bedrijf te eisen voordat verhogingen worden doorgevoerd. In de EBS-operaties zou verder nog Staatsolie worden
bevoordeeld. In het maatschappelijk debat en vooral ook in het politieke debat merken wij dat er geen bereidheid is om dit bedrijf kritisch onder de loep te nemen. Er zijn al jaren geruchten over oneigenlijke praktijken bij het inkoopbeleid van het bedrijf, dus het aantrekken van goederen en diensten. Er waren geruchten van voormalige bestuurders die werken naar hun eigen bedrijven zouden hebben gegund.
Staatsolie is een bedrijf met veel power in Suriname en op sommige momenten heeft dit bedrijf de neiging om boven de wet te gaan staan. Laatst is dat ook te merken geweest bij het onder water laten lopen van een deel van het binnenland en recent weer bij het lekken van olie op de Surinamerivier. Het bedrijf is onaantastbaar. De redenen van Covid-19, lastenverzwaring van de bedrijven en het voldoen van bepaalde standaarden bij de rapportage snijden geen hout. Uit de zogenaamde grace period die aan onder andere de staatsbedrijven is verleend, blijkt dat de bestuurders in deze bedrijven zich geen zorgen maken om verantwoording die ze moeten afleggen aan de samenleving als de eigenaren van de bedrijven. Uit de grace periode blijkt ook dat politici de politieke vrienden die ze plaatsen in RvC’s en in managementsposities de hand boven het hoofd willen houden. Men wil zo voorkomen dat oneerlijke praktijken aan het licht komen.
En zo heeft men decennialang zowel in de tijden van Front en Nieuw Front en in tijden van de NDP de corruptie en het wanbestuur in de staatsbedrijven gefaciliteerd. De politiek is verantwoordelijk voor een zwakke productiestructuur in Suriname. Dat er een njan patu is in de staatsbedrijven is het resultaat van het corruptiefaciliterend beleid van de regeringen. Er is dus geen politieke wil om streng te zijn ten opzichte van de bestuurders in de staatsbedrijven en om goed bestuur te eisen van deze personen.
De staatsbedrijven hebben een jaar de kans gehad om middels foefjes alle boekhoudingen gelijk te trekken en middels innovatieve ingrepen de boekhouding te laten kloppen. Ook hebben ze een jaar tijd gehad om alle bewijzen van oude en nieuwe corruptie weg te werken. Wij zeggen dat met de verlenging van de deadline om jaarrekeningen in te dienen, de regering geen goed signaal heeft gegeven naar de staatsbedrijven en ook naar de samenleving. De regering is zelf als aandeelhouder ook een jaar laat met het luiden van de alarmbel. Ook is het bewijs geleverd dat de bedrijven die hun jaarrekeningen niet hebben kunnen opmaken, niet geleid worden door eerlijke en serieuze bestuurders. En dat is wat door de strot van het volk geduwd.