De directeur van Staatsolie, Annand Jagesar, is op zijn zachtst gezegd niet blij, dat milieuactivist Erlan Sleur tijdens een door hem belegde persconferentie over de recente olievlekken in de Surinamerivier, met de beschuldigende vinger heeft gewezen naar Staatsolie als de veroorzaker van de olievervuiling.
Het is de werkwijze van Sleur om vooral veel kabaal te maken, beschuldigingen te uiten en het vervolgens daarbij te laten. Soms vragen mensen zich af of het nu om de persoon Sleur gaat of om de zaak waarvoor of waartegen hij beweert te strijden.
Radioactieve straling…
Overigens krijgen veel van zijn ad hoc optredens zelden een inhoudelijk vervolg. Denk aan augustus 2018, toen de man ook met het nodige tamtam beweerde radioactiviteit te hebben gemeten achter het terrein van de Suralco raffinaderij. Hij beweerde zelfs bezorgd te zijn. Er zou chemisch en mogelijk radioactief afval zijn gedumpt door de Suralco en Sleur eiste openheid van zaken van Alcoa, zoals hij altijd eisen stelt. Sleur had met een soort geigerteller een beetje radioactieve straling gemeten. Als dat werkelijk zo zou zijn geweest, dan was dat ernstig. Maar, het bleef bij geschreeuw en nooit hebben zijn beweringen enig deskundig vervolg gekregen.
Amateuristisch onderzoek
En nu beweert hij, dat Staatsolie de veroorzaker is van olievlekken in de Surinamerivier na zelf wat amateuristisch onderzoek te hebben verricht. Sleur was zo opgetogen over zijn bevindingen dat hij het zelfs nodig vond om dinsdag een heuse persconferentie te beleggen om zijn bevindingen te onthullen, maar vooraf had hij de media al laten weten slechts 20 minuten de tijd te hebben om vragen te beantwoorden. Maar, de persconferentie was inhoudelijk teleurstellend, een Wikipedia-verhaal. En de beschuldigende vinger wijzen in de richting van Staatsolie, alleen en vooral op grond van wat persoonlijke aannames en bevindingen en daartoe niet eens – althans dat is niet gebleken – vooraf Staatsolie te informeren over de uitkomst van zijn ‘onderzoek’ waarbij hij zelfs Google satellietbeelden heeft afgespeurd op zoek naar ‘Staatsolie-olievlekken’, donkere vlekken…. Dat is niet echt professioneel onderzoek.
Studie….
Tijdens de persconferentie trachtte de activist de werking en dikte van aardolie uit te leggen en om zijn kennis van zaken enige waarde van deskundigheid te geven benadrukte hij biologie, biochemie en toxicologie te hebben gestudeerd, hetgeen natuurlijk niet veel zegt, vooral niet omdat hij er niet bij zei of hij die studies heeft afgerond. Maar, de informatie over aardolie die hij verstrekte kan iedereen met een rondje Googelen op internet vinden.
Suggestief
Dat Staatsolie het enige bedrijf zou zijn dat bekend is met aardolie, is natuurlijk een suggestieve, beschuldigende opmerking. De olievlek kan overal vandaan zijn gekomen, gedumpt misschien door een schip, wie zal het zeggen. Maar, de milieuactivist stelt de kennis en waarheid in pacht te hebben en er dan geen problemen mee te hebben om aan de hand van een amateuristisch onderzoekje het staatsbedrijf Staatsolie als de boosdoener van de olievlek in de Surinamerivier te brandmerken.
“Geëigende maatregelen”
Het is dan ook terecht dat Staatsolie-directeur Annand Jagesar er snel bij was om de beweringen van Sleur te ontkrachten. “Wij hebben volledig meegewerkt met Maritieme Autoriteit Suriname en het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing, NCCR. We hebben geholpen met het mobiliseren van de opruiming en ook analyse van diverse oliemonsters om te helpen achterhalen waar de olie vandaan zou kunnen komen. Wij bevestigen hierbij dat de olie niet van ons vandaan komt en wij zullen geëigende maatregelen nemen tegen Probios”, aldus Jagesar tegenover Starnieuws.
Poppenkast
Sleur beweert dat Staatsolie, NCCR en andere instanties, een poppenkast hebben opgevoerd om de zaak in de doofpot te doen belanden. Natuurlijk, had het NCCR meer openheid moeten betrachten. Wat dat betreft heeft Sleur een punt. Maar, Sleur is de milieuactivist die weet hoe je een poppenkast in elkaar zet, zoals onder andere zijn eigen belegde persconferentie.
Openbaar Ministerie
Inmiddels heeft het NCCR de zaak, het onderzoek, in handen gesteld van het Openbaar Ministerie. Dat maakte Jerry Slijngard van het NCCR maandag 24 oktober bekend. Ook maakte hij bekend dat een bedrijf de drijvende olie op het water heeft opgeruimd. “Dit heeft de olievlek verminderd.” Maar, dan is de olievlek dus niet geheel opgeruimd….
“Met overige deskundigen moet nog worden gekeken hoe de olie op de oever en op bijvoorbeeld aanmeerposten, die ook vervuild zijn, zullen worden schoongemaakt. Daar zal een opruimingstraject voor worden gestart”, zo liet Slijngard weten via de Communicatie Dienst Suriname.
Het NCCR heeft, samen met het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) en Staatsolie monsters in het vervuilde water genomen en deze doorgestuurd naar een laboratorium die deze monsters heeft geanalyseerd en de resultaten heeft doorgestuurd.
Geen openheid van zaken rond onderzoeksresultaten oliemonsters
De vraag die gesteld kan worden is, waarom die onderzoeksresultaten niet meteen bekend worden gemaakt. De lezer kan er vanuit gaan dat het NCCR die resultaten kent. Waarom dan niet meteen in het persbericht wat openheid van zaken daarover? Mag de samenleving wellicht niet alle finesses van de olievlek/olievlekken weten? Mag het volk niet transparant geïnformeerd worden? Het gaat om een of meerdere olievlekken in een rivier waaraan meerdere recreatieoorden zich bevinden.
Kortom, er zijn nog steeds onbeantwoorde vragen en het is nu aan het Openbaar Ministerie om spoedig de samenleving te informeren over de stand van zaken van het onderzoek waarbij een paar vragen zeker beantwoord moeten worden:
- Wie is de veroorzaker van de olievlek(ken)?
- Om wat voor soort olie gaat het?
- Is alle olie in de rivier opgeruimd?
- Wordt al gewerkt aan het schoonmaken van met olie vervuilde oevers?
- Hoe groot is de schade aan de biodiversiteit?
- Is het OM op de hoogte van het onderzoek verricht door Erlan Sleur en heeft het OM stukken van Sleur ontvangen met betrekking tot zijn onderzoek?
Wordt ongetwijfeld vervolgd, met of zonder de milieuactivist.
Viktor Aardenburg