Het verschuiven van het Finaal Investeringsbesluit (FID) door de oliegiganten Apache en Total voor de exploitatie van de olievondsten in Block 58 voor de Surinaamse kust naar medio volgend jaar is een “setback” in de financieel-economische planning van de regering.
President Chandrikapersad Santokhi stak zijn teleurstelling hierover donderdagavond tijdens een persconferentie niet onder stoelen of banken. Met het verschuiven van het Finaal Investeringsbesluit van de oliemaatschappijen zal ook het hele olie-exploitatie traject naar achteren verschuiven.
Santokhi legde uit, dat de regering haar schuldherschikkingplan heeft uitgezet over een tijdslijn tot 2035. In deze planning zijn niet meegenomen de inkomsten uit de toekomstige olie-exploitatie. Dat zou volgens het IMF pas kunnen indien de gegevens van het FID van de oliemaatschappijen bekend zijn.
Financiële doorberekening
De regering had aanvankelijk gehoopt, dat de eerste olieinkomsten in 2025 binnen zouden stromen, waardoor er een planning kon worden gemaakt om de financiële druk van het land enigszins weg te nemen en daarmee verlichting te brengen voor de bevolking. Met de verschuiving van de FID door de oliemaatschappijen naar mogelijk medio volgend jaar is de inbreng van de olieinkomsten in de tijdslijn van schuldherschikking onzeker geworden. Zonder de FID-gegevens kan er geen financiële doorberekening worden gemaakt in de tijdslijn die voor enige verlichting voor de regering en de bevolking zou moeten zorg dragen.
Een ander belangrijk gevolg van de verschuiving van de FID is, dat het 20% aandeel van Suriname in de olie-exploitatie ook niet gecommercialiseerd of gekapitaliseerd kan worden. Dat zal nu helaas ook op zich moeten laten wachten. Het is een “setback” die de regering en de bevolking niet hadden verwacht. President Santokhi zegt, dat zowel Staatsolie en de regering daar heel weinig aan kan doen. Hij hoopt wel dat volgend jaar het Finaal Investeringsbesluit zal worden genomen.
SS
