Keer op keer als achtereenvolgende regeringen proberen om het energietarief omhoog te duwen, dan zien we dat we meer vormen van weerstand binnen de samenleving en met name de vakbeweging en het bedrijfsleven zien.
Protesten tegen het tarief
Bij de regering Bouterse-Adhin zagen we, dat het moment waarop die regering het besluit nam om in zee te gaan met het IMF, Internationaal Monetair Fonds, er een massa mensen de straat op ging om toen hun stem te laten horen, dat de onderdrukking vanuit het IMF niet draaglijk zou zijn. De toenmalige president Bouterse wilde toen niet meedoen aan zijn eigen politieke zelfmoord en besloot te stoppen met het IMF. Dit om de verschillende protesten te stoppen.
Nog meer protesten
Nu merken we dat ook deze regering in zee is gegaan met het IMF. Afschaffing van de energiesubsidie, die overigens werd betaald door de belastingbetaler via de staat, was een van de voorwaarden van het IMF.
Dit geld gaat dus van een andere kant moeten komen en dat betekent dat de burgers het zelf gaan moeten betalen en dat leidde tot protest.
De aanpassingen werden toch doorgevoerd, maar op een andere manier, en dit zou ook weer herzien moeten worden. Het bleek naderhand dat dit niet goed viel bij de vakbondsorganisaties en deze hebben toen een ultimatum gesteld, anders zouden ze ook in actie gaan. De regering heeft in een eerste poging gedacht dat het een grap was en probeerde de mensen wat zoetjes te houden. De vakbondsorganisaties bleven echter voet bij stuk houden en hebben toen acties uitgeroepen. De regering koos voor de pad van dialoog met de vakbondsorganisaties.
Een mogelijke oplossing?
Het plan van de regering werd aangehouden voor een maand. Verder werd voorgesteld dat er een doorlichting plaats zou moeten vinden bij de EBS, echter heeft iedere regering, ook de vorige, dit geprobeerd zonder een resultaat. Het blijkt namelijk, dat er ondernemingen zijn die heel veel geld stoppen in de grote en dure inkopen van het energiebedrijf. Door de verwevenheden tussen de overheid en de EBS is het moeilijk dat de politiek zich niet bemoeit met de zaken van dit bedrijf.
De president-commissaris, die altijd iemand is van een der politieke partijen in de coalitie, heeft vaak ook de functie van directeur.
Zowel onder de regering Bouterse als de huidige.
Zo komt de toezichthoudende rol van de president-commissaris vaak in verwikkeling en wordt zo ook verzwakt.
Een andere belangrijke factor die een rol speelt bij het doorlichten, is het feit dat er een aantal contracten is met internationale bedrijven. Verder zijn er ook de energie en transitie lijnen die worden gefinancierd door de IDB en de Caribbean Development Bank. Dit zijn altijd leningen en dienen dus ook terugbetaald te worden.
Wij hebben als land ook geen overzicht van de factureringen en gaan ervan uit dat alles goed zit. Ook dat is een foutieve keus, want het kan daadwerkelijk zo zijn, dat er sprake is van lucht in het project. We gaan het geen corruptie noemen.
De vraag blijft nog altijd: “zullen we als land in staat zijn de energiebedrijven door te lichten gezien de invloed van de coalitiepartijen?”
Terugkomend op het IMF, stellen we afsluitend, dat die ons als land niet heeft gezegd, verhoog het energietarief. Het weghalen van de subsidie zorgt daar vanzelfsprekend voor. Het is in ieder geval dan wel belangrijk, dat wanneer men betaald, ze daadwerkelijk krijgen waarvoor ze gaan betalen. Er zijn van verschillende mensen met de nodige kennis en kunde ook waarschuwingen gekomen om bepaalde maatregelen te treffen, maar gezien het feit, dat het niet hun politieke partij is die belast is met deze organisatie, is hun stem een stem in de woestijn geworden.
Viktor Aardenburg