De exportwaarde van de Surinaamse visserijsector is de afgelopen jaren steeds terug gelopen. In 2018 en 2019 bedroeg de waarde van de visexport respectievelijk US$ 41,7 miljoen en US$ 37,6 miljoen. In de daaropvolgende twee jaren (2020 en 2021) liep de exportwaarde verder terug naar respectievelijk US$ 34,3 miljoen en US$ 30,1 miljoen. Voor de eerste helft van dit jaar bedragen de exportopbrengsten US$ 17 miljoen.
Cijfers van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) geven aan, dat de visserijproductie in 2018 en 2019 fors is afgenomen, na een stijging in 2016 en 2017. In 2018 en 2019 nam de produktie af met respectievelijk 23% en 19%.
De achteruitgang in 2018 had te maken met een aanzienlijk daling van de visvangsten en wel met bijkans 30%. In 2019 vielen de vis, diepzee- en seabobgarnalen in sterke mate terug naar respectievelijk met 16%, 20% en 28%.
Vissmokkel
De forse afname van de vangsten van vis is het gevolg van een daling in de geregistreerde aanvoer van de artisanale visserij. Een deel van deze daling kan veroorzaakt zijn door onderrapportage of het aanlanden van vis uit de artisanale visserij buiten Suriname. Dit wil zoveel zeggen dat visvangsten niet volledig worden geregistreerd en/of dat vis dat gevangen wordt in Surinaamse wateren naar buiten Suriname wordt gesmokkeld.
De voornaamste producten van de Surinaamse visserijsector zijn vis en visproducten, seabob- en diepzeegarnalen. Deze producten worden afgezet op de lokale-, regionale- en internationale markten. In de formele visserijsector zijn vijftien verwerkingsbedrijven geregistreerd die vis exporteren en drie bedrijven die garnalen exporteren. Momenteel voldoet Suriname aan alle door de EU vastgestelde vereisten voor de export van vis en visserijproducten. Naar schatting vinden ongeveer 6.500 personen (direct als indirect) emplooi in de sector, dit is ongeveer 26 procent van de totale agrarische sector
Controle en organisatie
Dit probleem van illegale visserij en diefstal van Surinaamse vis speelt zich sinds jaar en dag af. Het land loopt door gebrekkige controle in de Surinaamse wateren en bij de diverse aanlandingsplaatsen miljoenen US-dollar mis. Valuta die normaliter in de economie terecht zouden moeten komen en kunnen bijdragen aan voldoende aanbod is van valuta op de markt. Investeren in verhoging van de exportproductie oftewel de deviezen verdiencapaciteit van het land hoeft niet perse te betekenen dat er nieuwe industrieën moeten worden opgezet waar miljoenen US-dollars mee gemoeid gaan. Er zou bij wijze van spreken per direct begonnen kunnen worden met de “low hanging fruits”.
De reeds bestaande productie infrastructuur in sectoren zoals de visserij, goud, bosbouw en rijst zouden met relatief minder zware inspanningen en investeringen beter georganiseerd kunnen worden, waardoor op betrekkelijk kort termijn de deviezen verdiencapaciteit van de economie verhoogd wordt. Het is een kwestie van organisatie en de bereidheid om dat te doen.
SS