Vandaag zoomen we verder in op de jaarrede die enkele dagen terug door de regering is gehouden. Intussen hebben nagenoeg alle openbaar gemaakte reacties van de burgerij en politici op de jaarrede een negatieve teneur. Opvallend is, dat deze regering de activiteiten van de skalians zal tolereren en toestaan en dat men alleen zal proberen om ervoor te zorgen dat ze minder kwik uitstoten. In zijn jaarrede maakt de president een sneer naar de vp die met zijn mastertitel denkt dat hij gewoon cambio’s kan bedreigen en dat de koers dan naar beneden duikelt. Het gebluf van de vp heeft dus niet gewerkt zoals verwacht.
De president heeft vage verhalen over ‘gesprekken’ over herstel van de economie verteld. Ook geeft hij aan dat hij overal om hulp vraagt, maar welke hulp precies is een raadsel gebleven.
De regering wil Suriname vooruit brengen, maar weet niet wat exact moet gebeuren. In zijn toespraak bleef de president verwijzen naar schulden die zijn begaan door de vorige regering. Die fase zijn we al na 1 jaarrede voorbij. De president noemde Productiefonds, KMO Fonds, NOFA en belasting-incentieven, maar hij had cijfers kunnen aanhalen: hoeveel bedrijven zijn geholpen, hoeveel geld is besteed, hoeveel banen heeft het bespaard of opgeleverd en wat heeft het aan bbp opgeleverd.
Door onvolledige zinnen in de speech van de president is het onduidelijk wat hij over “Ease of Doing Business”, “Local Content Policy” en “wet- en regelgeving zoals de investeringswet” heeft willen zeggen. Waarschijnlijk wilde hij zeggen, dat de bevordering van deze zaken gewenst zijn, maar enige gerealiseerde onderdelen had hij niet te melden. Nu is de regering bezig met het Suriname Investment and Trade Agency (SITA), zaken zijn nog niet in orde.
Wanneer gaan we resultaat hebben vanuit SITA? Waarom worden bestaande structuren die op de Investeringswet zijn gebaseerd, zoals Investsur, niet ingezet? Heeft SITA een wettelijke basis? Wat ook tegenstrijdig is, is dat de regering over investeringen en fdi praat en in dat kader de lancering van Cimsupro aanhaalt die toch gericht is op de import en vrijstellingen in dat verband. Nog steeds blijft de regering herhalen dat het fiscaal systeem en de douanedienst versterkt zullen moeten worden, maar er is niks te melden aan realisaties. Er wordt verwezen naar een public sector reform programma, maar wat zal gebeuren met de mensen die uit het systeem zullen worden gezet? Of zal men alleen vrijwillig uit het systeem willen treden?
Er worden maatregelen aangekondigd, maar de vraag is of de regering daarover over 6 maanden verantwoording zal (willen) afleggen. Een loze belofte lijken die met betrekking tot afstoting van parastatalen. Er is nu pas een werkgroep bezig. Ook zou er een werkgroep ease of doing business zijn, maar de instelling daarvan is nooit gemeld. In principe is het verhaal van de leningen en de bijzonderheden met naam en toenaam een interne aangelegenheid van de regering. Er kan eens een keer openheid van zaken worden gegeven, maar telkens de bevolking belasten met allerlei zaken van Oppenheimer en hoe ze ook mogen heten, is niet rechtvaardig en niet gepast. Het is een afwenteling van bestuursrisico op degene die rechtssubject is door zelf ‘bestuurd’ wordt. Op het gebied van de prijzen voor levensmiddelen ‘zullen we ons best doen’, dat is de strekking van het verhaal.
Opvallend is dat de regering zegt dat in 2023 de regering tegen kwikvervuiling harde maatregelen zal ‘moeten’ treffen, dus de regering belooft niet harde maatregelen te zullen treffen. Bovendien blijft het een raadsel wat onder ‘harde maatregelen’ moet worden verstaan.
De regering noemt nominale bedragen die voor volksgezondheid en onderwijs worden vrijgegeven, maar moet de regering niet aangeven hoeveel procent van de begroting aan deze zaken wordt besteed? Bovendien, hoeveel procent van het bedrag wordt besteed een de preventie van allerlei aandoeningen zoals NCD’s? Bij het sociaal beleid zal er aandacht zijn voor een paar onderwerpen (misbruik, huiselijk geweld) maar is die aandacht er niet altijd geweest?
Moet beleid niet concreter zijn dan alleen aandacht? Wat zijn de concrete maatregelen met betrekking tot de volkshuisvesting? We leven al meer dan 2 jaar in deze regering en nu pas zullen de export van groente en fruit naar de Caricom onderzocht worden. En na het onderzoek wordt het ‘aangepakt’, dan zijn we dus in 2025: het seizoen van de kleine huizen die omkieperen van de grote partijmasten en vlaggen. Wat het aanpakken inhoudt, is ook een raadsel. Rijst wil men wel concreet 30.000 hectare meer laten planten. En inderdaad, de regering weet niet als op grote schaal soja en maïs zullen worden geplant: het is in onderzoek. Wie en wat verantwoordelijk is en aansprakelijk bij een mislukking mag de pers gaan uitzoeken.
Wanneer we lezen, weer, dat er enorme interesse is voor Suriname, dan moeten we zeggen dat we dit al in alle geuren en kleuren al hebben gehoord. Maar een investeringsland als Nederland heeft bij monde van Rutte al gezegd, dat we niet veel aan investeerders hoeven te verwachten als de ease of doing business bar slecht is. Op dat stuk is er dus niets veranderd.
De president heeft het over ‘aanwezig zijn’ en ‘niet aanwezig zijn’ en de zogenaamde gevolgen daarvan. Wat is aanwezig zijn, waar en wie? De president laat dus impliciet weten dat de buitenlandse reizen van hem en de BIBIS-minister ongestoord verder zullen gaan. Tot nu toe moeten we wel zeggen dat de effecten nihil zijn, we halen ons wel allerlei deals als het opvangen van Afghanen op onze hals.
De president zegt in zijn jaarrede dat het respect voor Suriname toeneemt, de vraag is wat we zo gedaan hebben dat we voor onze prestaties worden gewaardeerd. Landen worden gewaardeerd voor wat ze zijn of hebben of voor hun bijzondere prestaties. Suriname wordt voor het eerste wereldwijd gewaardeerd, dat is altijd zo geweest: we worden gewaardeerd voor onze natuurschoon, het groen, de flora en fauna, de biodiversiteit, de harmonie en de culturele verscheidenheid. Dat was er en dat is er nog. Dat respect zal blijven, niet toenemen. Respect voor prestaties kan er niet zijn, omdat we als land niets bijzonders hebben gepresteerd. Kijk naar naar de vele affaires zoals bij de SLM en niet te vergeten de EBS waar mensen van de huidige politieke elite een reisverbod hebben van het OM. BIBIS heeft gereisd en gesprekken gevoerd over investeerders: maar welke. Ook zijn gesprekken gevoerd over verbeteren van de luchtvaartverbindingen: maar wat zijn de afspraken concreet, met welke landen en luchtvaartmaatschappijen? Er zijn besprekingen geweest over energie carbon credits: hoeveel zal het Suriname opleveren? Wie zal de gelden betalen, wanneer en onder welke voorwaarden? In bilaterale gesprekken gaat het aan het einde over het oplossen van concrete Surinaamse problemen of het realiseren van concrete verbeteringen. Dat is dus allemaal onbekend uit de buitenlandse reizen, ook die naar Dubai.
De president heeft verder onderkend dat de instelling van de diaspora waar hij het zoveel over had verkeerd is: men denkt in Nederland aan de eigen zak en niet aan Suriname. Dat is trouwens ook de reden geweest om voorgoed uit een land te vertrekken.
Concluderend kan je dus zeggen dat de regering geen perspectief kan bieden aan de bevolking van Suriname en dat dus van toevalligheden afhangt.