Er moet een instituut komen die sturing geeft aan de ontwikkeling in de rijstsector. Met sturing wordt bedoeld het aangeven van de richting van ontwikkeling van de sector. Het gaat daarbij onder meer om vraagstukken als verbetering van de productiviteit, zowel op het veld als bij de verwerking, de vermindering van de logistieke kosten, de energie/brandstofkosten voor het pompen van irrigatiewater en kunstmest. Het is noodzakelijk om de afhankelijkheid van zaaizaad uit Guyana te verminderen en om te investeren in de veredeling van rijstrassen. Op dit stuk dient het Anne van Dijk Rijst Onderzoekscentrum Nickerie (ADRON) zowel institutioneel als qua specialistische bemensing financieel ondersteund en versterkt te worden.
Ir. Richard Kalloe, voormalig minister van Handel en Industrie, zegt dat het de rijstsector in de afgelopen 35 jaar ontbroken heeft aan sturing. Hierdoor is de moderne ontwikkeling van de sector uitgebleven.
Stelselmatige achteruitgang
De rijstproductie is stelselmatig achteruit gegaan sinds de periode van de midden tachtiger jaren. Toen werd per jaar 350.000 metrieke ton natte padie geproduceerd. Nu bedraagt de productie van natte padie 287.000 metrieke ton. De totale inzaai van het beschikbare areaal van 60.000 hectare is sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw niet meer geschiedt. Kalloe zegt, dat indien de huidige regering het beleid van verwaarlozing van de landbouwsector van de Nieuw Front- en de NDP regering continueert, het niet meer zal lang kan duren voordat rijst veel duurder zal worden.
Rijst is volksvoedsel nummer één en dient betaalbaar te blijven. Meer dan de helft van de wereldbevolking heeft rijst als hoofdvoedsel. In de moderne landbouw is sturing van de sector bepalend voor het succes van het beleid. Voor de Surinaamse bevolking wordt het als vanzelfsprekend beschouwd dat men voor rijst niet in lange rijen hoeft te staan. Rijst is in Suriname nog geen schaars product, maar wie de ontwikkelingen in het rijstdistrict Nickerie volgt die weet dat het niet lang meer kan duren dat rijst veel duurder zal worden, zegt Kalloe.
Instituut
Voor de sturing van de sector is het noodzakelijk dat daarvoor een instituut komt, die zich gaat bezighouden met vraagstukken van marketing alsmede met het uitvoeren van taken en werkzaamheden om de productiviteit op te voeren, de concurrentiepositie te verhogen, en productontwikkeling te bevorderen. Evaluatie van huidige teelt- en planttechnieken in het licht van gestegen kosten voor irrigatie en bemesting vraagt om onderzoek naar de optimalisering van de gebruikte cultuurtechniek afhankelijk van de grootte van het bedrijf, en optimalisering van de product-markt- technologie combinatie.
Kosten kunnen lager
Kalloe vindt dat de productiekosten per metrieke ton padie met 30-40% verlaagd kunnen worden door verlaging van de brandstofprijs, door minimale grondbewerking toe te passen, en door verlaging van het kunstmestgebruik. Als energie producerend land vindt hij het ronduit schandalig, dat energie voor de productiesector zo duur is. Energie-intensieve industrieën worden opgezet in alle olieproducerende landen zoals aluminium-, cement- en glasindustrieën.
Nederland is de op één na grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld omdat het heel vroeg, dat is al in de zestiger jaren van de vorige eeuw, aardgas gebruikt heeft voor de stimulering van de glastuinbouw. Dat kwam omdat mensen met verstand daar het energiebeleid en het landbouwbeleid bepaald hebben. Immers de multiplier van energie bij toepassing in industriële ontwikkelingsprocessen is 300% meer dan bij toepassing van energie om slechts te profiteren van winstdeling en van dividend. Simpel gezegd lagere energiekosten voor de productiesector hebben 300% meer impact op de economische bedrijvigheid dan dividend voor een geldzuchtige overheid. Dus het beleid zal erop gericht moeten zijn om voor de productiesector lagere energiekosten te bewerkstelligen.
Geen gebabbel
Bij deze benadering is er geen ruimte voor praat- en overlegstructuren, zoals productschappen. Deze hebben hun tijd gehad in de overlegeconomie volgens het Rijnlandmodel. Ze zijn dan ook al lang afgeschaft. Suriname is echter een ontwikkelingsland en het kopiëren van concepten uit hoogontwikkelde landen getuigt niet van veel creatief en innovatief vermogen van de bedenkers van dit soort voorstellen. Alle ontwikkelingslanden die zich hebben ontwikkeld tot ontwikkelde landen hebben dat te danken aan competente leiding en sturing van het ontwikkelingsproces. En dit geldt ook voor de ontwikkeling van een sector. In de visie van Kalloe is de beste wijze om voedselzekerheid te garanderen de stimulering van de landbouwsector in het algemeen en stimulering van de rijstsector in het bijzonder. Goedkoop en betaalbaar rijst van goede kwaliteit is haalbaar, meent hij.
Wereldwijde steun
Wereldwijde steun voor de voedsel- en landbouwsector is goed voor bijna USD 700 miljard per jaar. Er werd jaarlijks door regeringen ongeveer USD 120 miljard uitgegeven voor het verstrekken van algemene diensten aan de sector, terwijl voedselconsumenten jaarlijks gemiddeld 90 miljard dollar ontvingen. Ondersteuning van individuele landbouwproducenten bedroeg gemiddeld netto bijna USD 500 miljard per jaar.
In middeninkomenslanden was de fiscale subsidies aan landbouwproducenten goed voor slechts 5% van de totale waarde van de productie – versus bijna 13% in landen met een hoog inkomen.
Ondersteuning voor algemene dienstverlening (onderzoek en ontwikkeling, onderhoud infrastructuur, financiële dienstverlening, etcetera), uitgedrukt als aandeel van de waarde van de productie, is lager in de laag inkomen landen (2%) vergeleken met (4%) in de hoge inkomenslanden. Tweederde van de wereld fiscale subsidies aan consumenten (eind- of tussenpersoon, zoals verwerkers) werden uitbetaald in landen met een hoog inkomen.
SS