In de kwestie van visvergunningen aan Guyanese vissers heeft minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) onlangs helder en duidelijk verklaard, dat het standpunt van de Surinaamse regering ongewijzigd is en ongewijzigd zal blijven. De LVV-bewindsman heeft voor zichzelf vanaf deze week een persstilte ingelast. President Chandrikapersad Santokhi is volgens de minister op zijn niveau bezig met de zaak.
“Ek voet na chal” positie
Nu de diplomatieke spanningen met Guyana rond deze kwestie hoog beginnen op te lopen is het goed de positie van Suriname nog eens duidelijk te benadrukken. Er zal geen sprake zijn van 150 extra visvergunningen boven op het aantal dat nu is uitgegeven. De grondslag voor dit beleidsbesluit van LVV is het Visserij Management Plan 2021-2025. Het visserijbeleid is juist erop gericht het teveel aantal verstrekte visvergunningen te verminderen.
De afspraak in het kader van het Visserij Management Plan is, dat bijvoorbeeld in de categorie trawlers maximaal 23 vergunningen mogen worden verstrekt. Evenwel zijn er nu 45 vergunningen verstrekt. In de zogeheten SK-categorie, waar het nu bij de Guyanese regering om te doen is, is het maximaal aantal te verstrekken vergunningen vastgesteld op 300, doch er zijn 400 vergunningen uitgegeven.
Ondanks de toename van het aantal visvergunningen in de achterliggende jaren vertonen de Surinaamse exportcijfers van vis geen stijging. Er is ook geen sprake van een toename van visverwerkingsbedrijven. Het is algemeen bekend dat Surinaamse vis vergunninghouders hun vergunningen verhuren aan Guyanese vissers. Tegen de voorwaarden van de visvergunningen in wordt het overgrote deel van de gevangen vis uit Surinaamse wateren rechtstreeks naar Guyana gebracht voor verwerking. Suriname derft jaarlijks US$ 50 miljoen aan inkomsten uit de sector.
Professioneel karakter
Minister Sewdien zei enkele maanden geleden in het parlement het grote belang in te zien van handhaving, controle en monitoring in de visserijsector. Het is een zeer complexe materie. De illegale praktijken in de sector hebben volgens hem bijna een professioneel karakter. Hij gaf daarmee aan, dat het een georganiseerde activiteit is.
Hij gaf het volgende voorbeeld: Wanneer de Kustwacht brandstof bunkert en zich klaarmaakt om naar een bepaald deel van de Surinaamse wateren te trekken voor controlepatrouilles, zijn bij aankomst geen vissersvaartuigen te bekennen. De informatie wordt vooraf doorgespeeld aan de vissers die illegaal bezig zijn. Bij luchtpatrouilles gebeurt hetzelfde. Ook zorgen de Guyanese vissers die op Surinaamse vergunningen opereren voor problemen met de Frans Guyanese autoriteiten.
Het gebeurt vaker, dat men rechtstreeks naar Frans Guyanese wateren vaart om daar te vissen. Suriname krijgt die klachten binnen van de Fransen, omdat het om vaartuigen gaat die op Surinaamse vergunningen werken. In twee gevallen zijn boten in beslag genomen en door de Franse autoriteiten als sanctie in tweeën gezaagd. Deze praktijken van de Guyanese vissers brengen de Surinaamse visexport in gevaar.
SS