Tijdens een oriëntatiebezoek aan Brownsberg Natuurpark hebben de Assembleeledenleden Patricia Etnel (NPS), Ann Sadie (NDP) Sham Binda (VHP) en Ronny Aloema (VHP), de directeur van STINASU en enkele milieuactivisten kennisgenomen van de actuele situatie in het gebied. Ook werd gesproken met de districtscommissaris (dc) van Brokopondo. Volgens Sham Binda is er dringend hulp nodig voor Brownsberg.
Het Assembleelid zegt aan Dagblad Suriname, dat het tijd is om serieus onze natuur en milieu aan te pakken. Binda haalt aan, dat Suriname bekend staat als het groenste land ter wereld en dat het land ook geliefd is bij toeristen om onze natuurparken. “Maar, als je kijkt naar de parken dan is het triest want alles is verwaarloosd. Slecht onderhoud, houtluizen, overwoekering en verschillende andere zaken zorgen voor de verpaupering. Dit geldt ook voor de Raleighvallen”, zegt Binda. Deze tendens is ook waarneembaar te Galibi verduidelijkt hij. “Alles is kapot en dat is heel triest.”
Controle
Een ander punt waar het parlementslid op wijst is het gebrek aan controle. “Er is geen controle, de regering heeft de controle eigenlijk verloren, maar er spelen ook belangen hierbij, ook van politieke toppers wanneer het gaat om concessies en ik denk dat daarom zaken niet worden aangepakt”, laat Binda weten. In dit verband laat hij ook de aanwezigheid van scalians niet ongenoemd. “Het prachtige stuwmeer is helemaal vervuild, het is een toplocatie voor vissers, maar ik ben bang om vis van daar te eten. Dit soort zaken zorgt ervoor dat wij deviezeninkomsten mislopen.”
Binda haalt ook aan, dat er niet alleen sprake is van inkomstenderving uit de visserij, maar dat de goudsector ook een probleem is. “Al onze rijkdommen uit de bodem gaan weg en er is geen controle daarop. Onze grenzen staan wagenwijd open”, vervolgt de volksvertegenwoordiger. Binda is daarom van mening, dat het nodig is om het beleid te veranderen. Hij zegt zich ervan bewust te zijn, dat er verschillende ministeries betrokken zouden moeten zijn in dit proces en daarom is hij voorstander van een integrale aanpak om te voorkomen dat iedereen de vinger naar elkaar kan wijzen. “Want het is een gezamenlijk probleem”, constateert Binda.
Het zou volgens hem ook in het voordeel zijn van de vakantieoorden in het binnenland. “Het grondbeleid zou beter ingericht moeten worden om het ondernemerschap te bevorderen wanneer iemand een recreatieoord wil beginnen, want nu is het een lijdensweg”, klinkt Binda somber. “We moeten niet kijken naar eigen belang, maar burgers moeten leren om niet overal vuil te dumpen.” Deze ontwikkeling is niet alleen in de stad waarneembaar. “Ook de dorpen zijn zwaar vervuild”, vult Binda aan, dit illustreert hij aan de hand van de overstromingen. Hierdoor werd zichtbaar hoeveel vuil rond dreef. “Het drijvend vuil was ongelofelijk”, reageert Binda.
Samenwerken
Hij doet een dringende oproep aan de ministers om intensiever samen te werken met de verschillende districtscommissarissen. “Vaak zijn de mensen niet op de hoogte van hun taken en zo kunnen wij niet verder gaan.” De volksvertegenwoordiger vindt ook, dat de toegankelijkheid naar de gebieden sterk verbeterd moet worden.
“De weg naar Raleighvallen is onder het wiet, ook de weg naar Brownsberg is vreselijk. De delegatie is op eigen kosten naar het gebied geweest. Stinasu had een pickup en ook het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) had een pick up ter beschikking gesteld”, merkt Binda nog op.
RB