De Small Island Developing States (SIDS) worden geconfronteerd met een unieke reeks kwetsbaarheden die hun vermogen om duurzame ontwikkeling te bereiken, belemmeren. Structurele factoren, waaronder hun omvang, afgelegen ligging en blootstelling aan klimaatrisico’s en natuurrampen, beïnvloeden de sociaaleconomische situatie en hun vermogen om de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te bereiken.
Dat zei president Chandrikapersad Santokhi donderdag 22 september onder andere in zijn toespraak tijdens het Alliance of Small Island States (AOSIS) Breakfast Event in New York, VS.
Hij sprak de aanwezigen toe als medevoorzitter van het panel van deskundigen van de Multidimensional Vulnerability Index (MVI).
President Santokhi noemt de kwestie van ongekende uitdagingen waarmee de SIDS worden geconfronteerd, niet alleen cruciaal, maar ook urgent. “Bij het opstellen van onze strategie voor politieke belangenbehartiging zou een van onze benaderingen moeten bestaan uit het overtuigen van andere landen van deze urgentie”, sprak het staatshoofd. Hij gaf verder aan, dat de golf van wereldwijde schokken verhindert om een duurzaam en veerkrachtig beleid te voeren om de verschillende crises aan te pakken.
“Waar we er bijna in waren geslaagd om sommige gebieden van ons beleid te stabiliseren, hebben de Covid-19-pandemie en de huidige wereldwijde uitdagingen de meeste van deze inspanningen tenietgedaan.”
De Surinaamse regeringsleider gaf het advies aan het panel om voort te bouwen op beschikbare informatie. Voorts vroeg hij om de gegevenskloof aan te pakken en geen lijst met indicatoren op te stapelen, waarin landen in deze positie, zeker niet kunnen voorzien. “Ik moedig het panel aan om in dit opzicht een zinvolle betrokkenheid te hebben bij de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s), andere lidstaten en alle relevante actoren. Hoe meer we het realisatieproces van de MVI compliceren, hoe groter de kwetsbaarheid in onze regio wordt”, zei Santokhi. Echter, kijkt hij uit om samen oplossingen te vinden voor de realisatie van de MVI.
Verder heeft president Santokhi steun en aandacht gevraagd voor Suriname. Hij noemde enkele van de uitdagingen waarmee het land te kampen heeft. De gehele kustzone van Suriname is kwetsbaar voor de stijgende zeespiegel. Ruim 80% van de Surinaamse bevolking woont en werkt in de kustzone. Verder worden door het binnendringen van zoutwater en landverlies vruchtbare landbouwgebieden aangetast, met economisch verlies tot gevolg, verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Ook een aantal afgelegen achterland gemeenschappen zijn de afgelopen maanden getroffen door overstromingen, waardoor deze gebieden zijn ontheemd. Deze calamiteiten brengen risico’s met zich mee, verlies van cultureel erfgoed, inheemse of lokale kennis, culturele identiteit en niet te vergeten milieuverliezen.
De president stelde, dat financiering voor verlies en schade van cruciaal belang is en de ontbrekende derde pijler is van klimaatfinanciering, mitigatie en adaptatie. “Op de aanstaande COP27 moeten wij als SIDS onze stem laten horen en eensgezind zijn als het gaat om het aanpakken van het probleem van het financiële mechanisme voor verlies en schade”, aldus president Santokhi.