De samenleving wordt al een jaar lang bestookt met tegenstrijdige berichten die komen vanuit Guyana en Suriname als het gaat om onze visgronden. Het gaat om de stand van zaken over de afspraken die zijn gemaakt tussen president Santokhi ende Guyanese president Irfaan Ali, tijdens een bezoek in Guyana.
De Guyanese regering heeft de Surinaamse regering gevraagd naar 150 visvergunningen voor hun vissers. Het is al jaren zo, dat Guyanese vissers legaal vissen in onze wateren, maar dan huren ze de visvergunningen van Surinamers die daarover beschikken. Surinamers die visvergunningen beschikken om op de Corantijnrivier te vissen, beschikken zelfs niet over boten. Men verhuurt de vergunningen door aan Guyanese vissers voor een hoog bedrag. Nu willen Guyanese vissers zelf een vergunning in handen hebben.
Tijdens het bezoek van president Santokhi aan Guyana vorig jaar is de indruk gewekt dat het mogelijk is dat men kan beschikken over een vergunning. De president zei ook in DNA, dat de Surinaamse regelgeving het niet toestaat dat buitenlanders een vergunning krijgen om op onze wateren te vissen, tenzij ze het kunnen uitdokteren om het bedrijf in Suriname te registeren zodat het een Surinaamse entiteit wordt. De Guyanese regering beweert dat er een schriftelijke overeenkomst met de Surinaamse autoriteiten is die per 1 januari 2022 moet zijn ingegaan. Inderdaad staat dit in een gezamenlijk verklaring die uitgegeven is door de Communicatie Dienst Suriname (CDS) welke ook is uitgegeven door de DPI, de voorlichtingsdienst van Guyana. Daarin staat wel nadrukkelijk, dat de presidenten gezamenlijk dat issue van de vissers hebben besproken en dat uitgifte van visvergunningen is besproken. Er is toen ook gezegd, dat de twee ministers verantwoordelijk voor het traject het zouden uitwerken om te zien hoe ze vergunningen krijgen in bepaalde categorie en wel per 1 januari 2022. Dit rekening houdende met de quota die Suriname moest vaststellen. Middels dit artikel dat opgenomen is in die gezamenlijke communiqué, staat vast dat dit werkelijk is besproken en vastgelegd.
Toen de Surinaamse delegatie terugkeerde naar ons land kregen ze een heleboel backlash van de Surinaamse vissers rond dit stuk. Er zijn zelfs lezingen verzorgd dat het niet kan, dat er vergunningen worden gegeven aan Guyanese vissers. Er is daarbij verwezen naar artikelen uit de Caricom en de wetgeving. Doordat het terug is geslagen, en men heeft gewezen op de voorbarigheid van de regering, is de minister van LVV (Landbouw, Veeteelt en Visserij) teruggekrabbeld door te zeggen dat er nooit een toezegging is geweest voor het verlenen van een vergunning aan Guyanese vissers. Hij zegt, gaandeweg willen de Guyanezen deze discussie brengen naar de zeekustvisserij in plaats van de kustvisserij. Maar, wat duidelijk is, is dat men praat over kustvisserij.
De Guyanese vicepresident Bharrat Jagdeo heeft gezegd, dat er mensen zijn binnen de Surinaamse autoriteiten die corrupt zijn en corrupte praktijken hebben die dichtbij gelinkt zijn bij die visserij branche en deze daarom niet van de grond komt. Ook praat hij over intimidaties van Surinaamse autoriteiten naar de Guyanese vissers toe en als het moet zal hij de Caricom vragen om een uitspraak over deze kwestie te doen. Als Guyana besluit dit te doen voor december 2022, zal het een vernederende zaak worden voor president Santokhi, daar hij voor de duur van zes maanden Caricom-voorzitter is. Hij zal zijn eigen land in een andere functie op de Caricom “operatie tafel” moeten leggen.
Het gebied waar men wil vissen staat bekend als een stronghold van de politieke partij van Jagdeo en de Guyanese president Ali, waarbij ze altijd de verkiezingen hebben gewonnen. Ze willen sowieso dat hun achterban, die in de omgeving zit van Port Mourant, wordt geaccommodeerd in wat ze vragen. De Surinaamse regering was blijkbaar te enthousiast, doordat ze de Guyanese regering wel de indruk heeft gegeven dat het mogelijk was. Over dit punt is gesteld, dat beide regeringen met elkaar aan tafel zullen zitten om te kijken om dit op te lossen. Wat reeds bekend is, is dat de Guyanezen die vergunningen willen, dat de LVV-minister zegt dat er geen afspraak is gemaakt en dat er een enorme druk is op Suriname om de vergunningen niet te verlenen.
De Surinaamse regering komt dus in een enorme patstelling. Hoe dit op te lossen zonder dat ze lokaal ook nog andere problemen krijgen? De Guyanezen zijn zo ver gegaan door te zeggen dat als de Surinaamse autoriteiten hun toezegging niet nakomen, zij ervoor zullen zorgen dat Surinaamse bedrijven die zich vestigen in Guyana vooral inzake olie en gas, dit niet meer zo soepel zal gaan voor deze bedrijven. Het staat vast dat de Surinaamse autoriteiten, die in augustus 2021 zijn geweest naar Guyana, uit hun enthousiasme om daar te zijn, veel is gezegd dat eerst bestudeerd had moeten worden. Tenslotte zal het moeilijk zijn voor onze autoriteiten om uit deze impasse te geraken.
John A.G.