De houding van de Guyanese regering en met name de ondubbelzinnige houding van de voormalige president en huidig vicepresident (VP) Bharrat Jagdeo (zie foto), zal de relatie tussen onze landen meer dicht bij de echte realiteit brengen. Het zal ons af helpen van de naïeve houding van zowel de regeringen recent onder Bouterse als nu onder Santokhi.
De Guyanese regering wil Suriname dwingen om zich te houden aan een vermeende afspraak die tegen de geldende visserijwetgeving in Suriname zou zijn gemaakt om 150 visvergunningen te verlenen aan Guyanezen…, althans de Guyanezen hebben dat, waarschijnlijk op basis van een mondelinge toelichting, begrepen onder wat wel op papier staat.
De vraag rijst nu wat wel op papier staat. Er is bij een bezoek van deze regering aan het buurland een gezamenlijke communique uitgegeven, dus met goedkeuring van beide regeringen waarin in een punt 16 een aantal zaken wordt overeengekomen over visvergunningen. Ten eerste staat er,, dat de twee presidenten de uitgifte van SK-visvergunningen aan Guyanese vissers hebben besproken. Afgesproken is dat beide visserijministers ernaartoe zullen werken om visvergunningen in de SK-categorie tegen (uiterlijk) 1 januari 2022. Ook staat in punt 16, dat de uitgifte van de visvergunningen plaats zal vinden met inachtneming van de ‘quota van Surinaamse zijde’. In punt 16 blijkt dus niet, dat Suriname 150 visvergunningen aan Guyanezen heeft beloofd. Er is wel overeengekomen, dat beide visserijministers nog handelingen moesten plegen om tot een bepaald doel te komen, namelijk te uitgifte van de vergunningen. De zinsnede ‘would work towards’ geeft aan dat pogingen zullen worden ondernomen om tot de uitgifte te komen: het is een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis. Er is een streefdatum genoemd die voorbij is.
De inspanning heeft niet geleid tot de uitgifte van vergunningen en daarmee zijn geen afspraken geschonden, temeer daar verwezen wordt naar Surinaamse quota, met andere woorden er is verwezen naar de Surinaamse visserijwetgeving waarin gerefereerd wordt aan quota. Het moet gezegd worden, dat punt 16 van het joint communique voor velerlei uitleg vatbaar is, maar we lezen niet dat Suriname 150 SK visvergunningen moet uitgeven aan Guyana. Maar, stel dat dit wel zou zijn afgesproken en zou later blijken dat die afspraak in strijd zou zijn met de Surinaamse wetgeving: moet een goede buur jouw dan dwingen om dan toch de overeenkomst uit te voeren? We dachten het niet, je kan dan niet praten van een goede buur.
De uitgifte van visvergunningen is geen tegenprestatie van Surinaamse zijde, er kan dan ook niet gesproken worden van een wanprestatie. Er is van Surinaamse zijde onzorgvuldig omgegaan met de geldende visserijnormen in Suriname en dat wreekt zich in een afspraak die tegen de Surinaamse wetgeving is. Ook het doorverhuren van gekochte/verkregen visvergunningen is illegaal, maar Surinamers doen dat. Nu wordt daar tegen opgetreden en heeft het buurland buikpijn.
Overigens is het ook belachelijk. dat Jagdeo het vreemd vindt dat Surinaamse autoriteiten eisen, dat de Surinaamse vis aan land wordt verkocht aan Suriname.
Maar wat vooral leidt tot irritatie bij de Surinaamse bevolking, is de manier waarop de Guyanese regering net een kleine peuter wenst haar zin te krijgen. Bharrat Jagdeo schroomt daarbij niet om halve waarheden te vertellen. Hij praat over het pesten van Surinaamse vissers, maar we moeten de Surinaamse autoriteiten complimenteren dat ze eindelijk illegalen in onze wateren aanhouden en handelen conform de Wet Economische Delicten.
Guyana verwacht van Suriname dat we illegaliteit van hun burgers in onze wateren toestaan. Het gaat om twee boten met valse visvergunningen. Als dat de Guyanese definitie van goed nabuurschap is, dan moeten we nadenken of we zo een nabuurschap wel nodig hebben. In Frans-Guyana worden illegale Guyanese boten onder Surinaamse visvergunningen in tweeën gezaagd, maar we horen Jagdeo niet bij de Franse president Macron klagen.
Wat eigenlijk onbeschaafd en ongehoord is, is de wijze waarop Jagdeo namens de Guyanese regering uitspraken doet over Surinaamse autoriteiten. De man zegt, dat de houding van Suriname te maken heeft met grote corruptie in de visserijadministratie binnen de Surinaamse regering waar hoge Surinaamse ambtenaren in betrokken zijn. Wij zeggen, dat al zou dat gedeelte waar zijn, het siert een buurland niet om zo over interne zaken van een ander land te praten. Dat heeft aan dat de Guyanese regering geen respect heeft voor de Surinaamse soevereiniteit, de Surinaamse regering en de Surinaamse natie. Zo wordt te enen male niet gesproken over een regering waarmee men goede banden wenst te hebben.
Maar Jagdeo gaat namens de Guyanese regering een stap verder en beledigt dan ook de Surinaamse president. Hij beweert, dat de Surinaamse president niet de baas is in eigen land, maar dat zijn ondergeschikten meer macht dan hem hebben. En ook hier zeggen we dat je als buur, ongeacht de realiteit die er zou zijn, dat niet kan zeggen over een president waarmee je goede partners wil zijn. Het is duidelijk dat Guyana geen waarde hecht aan goede banden met Suriname.
We hebben het eerder geschreven en zeggen het nu weer: Guyana heeft niks aan Suriname.
Men speelt hard ball en zal niet veel verliezen als de relaties met Suriname afkoelen of vijandig worden. We zien nu dat de Guyanese regering insinueert om Surinaamse bedrijven die niets met deze zaak te maken hebben, te gaan onderdrukken. Men speelt hoog spel met Suriname, omdat de belangen niet hoog zijn. We hopen dat dit alles wel een eyeopener is voor politiek Paramaribo. In de grenslandenpolitiek van Guyana speelt Suriname geen rol van betekenis, wel Brazilie.
We herhalen het weer: Guyana weet dat Suriname weet dat Guyana een deel van Suriname bezet houdt.
En dan kan je maar op 1 manier vrienden blijven: door dom te spelen en je voor de gek te houden. We hebben hierover geschreven toen de 3 presidenten van de 3 landen hier waren en de Guyanese president zijn Braziliaanse collega meenam naar Guyana en de Surinaamse president hier achter liet. Suriname moet uitermate voorzichtig zijn in het doen van zaken met Guyana. En weer eens moeten we verwijzen naar de uitspraak van een bekende Surinaamse diplomaat die zei, dat Suriname als onafhankelijk land in een zeer ‘hostile’ gepolitieke omgeving zit.
De Surinaamse regering moet zich niet onder druk laten zetten en niet bezwijken onder de ‘bullying’ van Guyana. Onze defensieorganisatie moet in staat van paraatheid zijn en zich niet laten verrassen als in de jaren ‘60. Bovendien moeten nu de knopen worden doorgehakt en moet de bezetting van Suriname worden opgeheven. We keuren het disrespect vanuit de Guyanese regering ten zeerste af.
De Surinaamse regering heeft Guyanezen hier en Guyanese bedrijven en producten nooit slecht behandeld. Laten we dat zo houden. De visvergunningen moeten helemaal niet worden uitgegeven, omdat het nimmer kan dat ze met dreiging worden afgedwongen. Het zou een slecht teken aan de wand zijn. Laten de Guyanezen visvergunningen gaan aanvragen in de Venezolaanse wateren.