De penitentiair ambtenaar R.A., die na het vinden van het lijk van de 77 jarige Uday Siwcharan door de politie werd aangehouden, is vrijdag 16 september, door het Hof van Justitie in vrijheid gesteld.
Advocaat Chandra Algoe, die de man rechtsbijstand verleent, had hiertoe een beroepschrift ingediend. De advocaat diende een verzoek tot onrechtmatig verklaring van de aanhouding van R.A. bij de rechter-commissaris in en benadrukte daarbij dat de man voor de tijd tussen 5 en 7 uur in de vooravond een sterk alibi heeft en dat er totaal geen motief is voor hem om de oude man dood te slaan. De rechter-commissaris behandelde dit verzoek maandag 12 september en wees het verzoek af op donderdag 15 september. Algoe tekende hiertegen terstond hoger beroep aan.
Het lijk van Uday Siwcharan werd op 29 augustus aangetroffen met verse bloedende verwondingen op het achterhoofd. Op basis van de verklaring van zijn zoon, dat hij R.A. omstreeks dat tijdstip had zien voorbij rijden, werd A. als verdachte aangemerkt.
Algoe vroeg de aandacht van het Hof voor de vele hiaten in het politieonderzoek, waarbij de politie alleen belastend materiaal tracht te verzamelen en het in het oog springende alibi van R.A. niet in ogenschouw neemt. R.A. ging die dag na 5 uur van huis en is zulks vastgelegd op camerabeelden van een in de buurt gevestigd taxibedrijf. Ook was A. al die tijd vergezeld van zijn wederhelft. Hij ging eerst naar de kapper en daarna naar zijn perceel. Op de terugweg van zijn areaal werd hij gestopt bij een roadblock en werd zijn voertuig gecontroleerd door drie politieambtenaren en hierna stopte hij bij een supermarkt om brood te kopen.
De onderzoekende politieambtenaren hebben pas na een week onderzoek gedaan bij de supermarkt en bleken de camerabeelden niet beschikbaar. De agenten die bij de roadblock aanwezig waren, zijn nimmer gehoord.
Ook het feit dat de politie zogenaamd oude bloedvlekken heeft aangetroffen op de kleding van R.A. werd minutieus weerlegd door Algoe. Zij gaf aan, dat R.A. dezelfde dag werd aangehouden en dan zou er sprake moeten zijn van verse bloedvlekken, zeker nu het hemd gelijk in beslag werd genomen. Evenzo wees Algoe erop, dat het bijzonder vreemd is dat de agenten die de wegcontrole hebben gedaan, R.A. nimmer in een met bloed bevlekt hemd hebben gezien.
Algoe hekelde ook de vaagheid waarin het Openbaar Ministerie zich hulde en steeds sprak over getuigen, zonder aan te geven wat de relevantie van die getuigen is geweest in deze zaak. Vast staat dat geen enkele getuige R.A. enige verboden handeling heeft zien plegen. Ze zagen hem alleen voorbijrijden op de openbare weg.
Algoe zei tegen het Hof dat naar haar inschatting een ander de dader moet zijn en dat de politie vastzit in een tunnelvisie en niet verder onderzoek doet.
Het Hof van Justitie ging mee met de advocaat en verklaarde de aanhouding van R.A. onrechtmatig en gelastte zijn onmiddellijke invrijheidstelling.