De groep van 162 Haïtiaanse arbeidsmigranten die recentelijk met toestemming van de overheid in Suriname is aangekomen wordt voor wat betreft hun verblijfplaats, de persoonlijke omstandigheden en het proces van aanvraag van verblijfs- en werkvergunning goed in de gaten gehouden.
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) zei dit eerder deze week op een persconferentie. Er wordt een inventarisatie gemaakt van hun verblijfplaats en de stand van zaken van hun aanvragen voor de nodige documenten om in het land te verblijven en te werken.
De groep van 162 Haïtianen arriveerde vorige maand augustus met een chartervlucht in Suriname. De organisatie van de bekende Haïtiaanse ondernemer Jean “Saya” Mixon heeft onder voorwaarden vergunning gekregen voor het uitvoeren van de chartervlucht uit Haïti.
Volgens Minister Ramdin zijn er duidelijke voorwaarden verbonden aan de toestemming voor de komst van de groep Haïtianen. Op de naleving van de voorwaarden wordt streng gelet. De groep Haïtianen zou worden ingezet in vooral de agrarische sector. Na aankomst hebben zij de aanvraag gedaan voor een verblijfs- en werkvergunning. De aanvraag van hun werkvergunning worden gedaan door hun “toekomstige” werkgevers.
Geen bewijs van mensensmokkel
Met betrekking tot de resultaten van een eerder verricht onderzoek over mogelijke mensensmokkel van personen uit Haïti naar Suriname, zegt minister Ramdin dat er geen onomstotelijke bewijzen zijn gevonden dat daar sprake van is geweest.
De onderzoekscommissie onder leiding van oud-politiecommissaris Humphrey Tjin Liep Shie heeft wel aanbevolen, dat er scherpere controle moet plaatsvinden naar de documenten en andere bescheiden van de Haïtianen, alvorens ze toestemming krijgen om naar Suriname af te reizen. Ook dient beter gelet te worden op hun bewegingen in Suriname met name voor wat betreft hun woon- of verblijfplaats. De situatie was zo, dat de Haïtianen na aankomst in Suriname in de samenleving “verdwenen”.
Het was algemeen bekend dat velen van ze de grens met Frans-Guyana overstaken en daar asiel aanvroegen. De Franse autoriteiten hadden hierover ernstig hun beklag gedaan bij de Surinaamse regering.
SS