Premier Rutte laat pittige vragen Surinaamse media onbeantwoord

In zijn eerste aanvaring met de Surinaamse media kreeg de Nederlandse premier Mark Rutte vele pittige vragen op zich afgevuurd. Zo kwamen er vragen over de jaren tachtig, de aanvankelijke ondersteuning aan de militaire machthebbers door Nederland, de binnenlandse oorlog en de rol van Nederland, het gat bij de uitbetaling van de Algemene Ouderdomswet (AOW) door Nederland aan burgers in Suriname, financiële steun aan Suriname vergelijkbaar met Oekraïne, het visumbeleid van Nederland voor Surinamers.

Premier Rutte was zichtbaar overvallen en liet zich onder andere niet uit over de tachtiger en negentiger jaren.

Op vele andere vragen gaf hij aan die te zullen meenemen. Wel ging hij onder andere in op de uitspraken van oud-president Bouterse en de verhoudingen met vicepresident Ronnie Brunswijk. Bouterse zei eerder aan “Laat Rutte oprotten” en daarop zei Rutte, dat het zelden voorkomt dat politici universeel geliefd zijn. “Het is onderdeel van het geheel.” Over de vicepresident gaf hij aan dat de verkiezing van Brunswijk een soeverein recht van Suriname is.

Wat wel uitvoerig werd besproken is de positie van Suriname op de ‘Ease of doing business’ index. Die moet volgens zowel premier Rutte en president Chandrikapersad Santokhi omhoog. 

error: Kopiëren mag niet!