Uit nieuwsberichten is op te maken, hoe president Chandrikapersad Santokhi denkt over de relatie tussen Suriname en Nederland. Hetgeen de president zegt over de relatie met Nederland komt, aldus oud NDP-Assembleelid Rashied Doekhie, als een grap over bij de samenleving. Het is volgens Doekhie steeds het herhalen van dezelfde verhalen, al jaar en dag.
Geen resultaat
“Alhoewel de president continu probeert te vertellen hoe goed het zal gaan in het land en hoe geweldig hij de relatie met Nederland beschrijft, merken de Surinaamse burgers geen verandering”, aldus Doekhie.
De enige opmerkelijke verandering is, dat een ieder bijna heeft gemerkt dat een eerstejaars student (student Hok) de president de les heeft gelezen en verder dat hij nimmer voor de Surinamers is gaan pleiten om visumvrij te reizen naar Nederland mogelijk te maken. Integendeel is hij volgens Doekhie gaan werken om de visumplicht voor Nederlander af te schaffen, met alle nare gevolgen vandien.
Bekoelde relatie
De relatie met Nederland is, aldus Doekhie, vanaf de koloniale tijd hetzelfde gebleven. Handelaren, Surinamers en andere hebben altijd in het verleden tot en met heden zaken gedaan. “De Nederlandse regering maakt ons leven altijd zuur en de president doet er niks aan”, zegt Doekhie. “Laat men een ding weten, dat de heel bekoelde relatie een grote grap is”, zegt hij verder in gesprek met Dagblad Suriname.
De Nederlanders zijn volgens Doekhie goed georganiseerd, zodanig goed, dat je geen enkel gratis kopje koffie van ze kan drinken. Het zijn volgens Doekhie zakelijk harde mensen die naar hier komen om hun ding te doen en daarna weer weggaan. Van alle bezoeken naar de verschillende landen zoals Dubai, Guyana, Barbados, Brazilië en andere Caricom-landen, komt niets terecht. Zelfs met de Fransen is gesproken en er is niets van terecht gekomen. Het blijft bij de beleefdheidsbezoeken en grote geldbedragen van het land nutteloos uitgeven.
De komst van premier Rutte is normaal
De president kan, aldus Doekhie, maar niets halen uit de verschillende beleefdheidsbezoeken. Het blijft volgens hem de minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, BIBIS, die het grootste probleem vormt. “We hebben niet eens een vliegtuig”, zegt Doekhie. Hij vraagt zich af: “Wat ga je exporteren en naar waar meneer de president? Creëer mogelijkheden voor je Surinamers. Want het enige wat je nu gaat kunnen exporteren zijn een paar muskieten uit Nickerie”, zegt hij er ironisch bij.
De komst van premier Rutte moet volgens hem als normaal gezien worden. “Allerlei mensen komen naar het land, maar er is geen opmerkelijke vooruitgang voor de Surinaamse bevolking”, zegt hij. Doekhie vindt het beter als vooral de minister van BIBIS vervangen wordt, omdat hij volgens de oud-parlementariër niet deugt.
“Niemand gelooft meer dat er iets uit het bezoek gehaald zal worden. Eerst Suriname regelen en daarna buitenlanders groots ontvangen, want al komen er honderd Ruttes, de problemen in het land blijven onopgelost. Mij hou je niet voor de gek”, zegt Doekhie afsluitend.
GW
