In gesprek met Dagblad Suriname gingen zowel een militair als de voorzitter van de militaire vakbond in op recente ontwikkelingen binnen het Nationaal Leger.
Rancune
Veel militairen zijn de mening toegedaan, dat onrechtvaardig wordt omgegaan met hun belangen. Een militair deed zijn zegje: “Ik ben de situatie echt al zat en ik heb al gezegd dat ik niet meer terug ga. Het is vreselijk wat er met ons gebeurt. Het maakt het alleen nog erger dat je er niets over zou mogen zeggen. Ook al zeg je wat er op je hart zit, dan nog wordt het niet serieus genomen en vooral niet aangepakt.” Hij vindt dat de militairen deze behandeling niet verdienen. Vele van de militairen zijn al vertrokken uit het leger, omdat ze vreselijk ontevreden waren.
Weinig of zelfs geen vertrouwen in het Nationaal Leger
Bepaalde militairen hebben weinig tot geen vertrouwen in een vakbond binnen het leger. Ze zijn van mening, dat het lijkt op een politieke stunt, omdat men macht wil en wanneer ze dat reeds hebben gehad, ze dan de normale burger niet meer kennen, terwijl de normale burger ze daar heeft gezet om het werk voor ze te doen. “Daarom ben ik niet met die dingen van de vakbond bezig, ik heb geen hulp gevonden dus dan zien ze me niet meer”, zegt hij in een boze toon
Cairo voorzitter militaire vakbond
Militair Cairo is zich ervan bewust dat nu rancune de boventoon voert in het leger, echter wil hij de collega’s erop attenderen, dat er verandering gebracht zal worden in alle machtsmisbruik en vriendjespolitiek. Hij verzekert de leden, dat de vakbond er is om hun noden aan te horen en ze dan van dienst te zijn.
Tal van leden hebben zich al opgegeven om geholpen te willen worden aan betere voorzieningen en of een bevordering. Toch wil hij aangegeven, dat indien men twijfelt, ze een beroep kunnen doen op het statuut van de vakbond, die aangeeft dat er niemand met een politieke achtergrond zitting mag nemen in het bestuur van de militaire vakbond. Verder zegt hij, dat mensen die twijfelen hem niet goed genoeg kennen, en dat hij bij elke regering die het leger niet goed behandelt op is gekomen voor zijn rechten en die van zijn collega’s, echter doet hij het dit keer anders.
Hij geeft verder aan, dat hij de leden verzekerd dat hij het Nationaal Leger weer zal brengen naar die plek, waar militairen blij zijn om aan het werk te gaan.
GW