Over de beste mensen worden vaak onaardige dingen gezegd. Om te weten te komen wat er speelt in het hoofd, hart en geest van politiefunctionarissen, militairen, douaniers en cipiers, werden zij gehoord.
Helemaal weg van
“Ik ben al jaren gepensioneerd. Ik heb nooit anders dan politie willen worden. Het uniform trok mij aan. Ik was dol op de politiekapel en parade. Ik danste vrolijk mee. ”
Wapendrager
“Ik wist, dat een politieagent er is om de orde te handhaven, veiligheid in stand te houden en voor het opsporen van dieven en andere wetsovertreders te zorgen. Dat ik wapendrager zou zijn en dat ik de loop van een pistool zou moeten richten op een mens zoals ik, is nooit in mij opgekomen.”
Lichaamstaal
“Laatst hoorde ik een politieambtenaar zeggen, dat hij deel uitmaakt van de gewapende macht. Zijn uitstraling prikkelde mij. De klemtoon werd gelegd op wapen en zijn lichaamstaal sprak daarvan mee.”
Dienstjaren
“Ik klom langzaam op in rang. Ik kan mij de week waarin ik werd bevorderd tot onderinspecteur nog levendig herinneren. Het was een mijlpaal in mijn leven. Een buurvrouw klopte rond die tijd thuis bij mij aan, omdat haar levensgezel en zoon tekeergingen en als ik de situatie kon kalmeren. Ik liet hetgeen waarmee ik bezig was liggen.”
Mijn pistool
“Schikte mijn kleding om mij te begeven, naar de plaats waar de huisvredebreuk plaatsvond. Greep onbewust naar mijn dienstwapen en wilde het onder mijn hemd tussen mijn broekband steken. Mijn vrouw hield mij tegen met de woorden: Je bent niet in dienst. De buren zijn vrienden. Zij zijn onze buurfamilie. Maakt het pistool je meer man? Kan je het niet met rede aan?”
Beoordelingsvermogen
“Ik heb van mijn wederhelft een levensles geleerd. Zij bracht mij bij, dat het werk van de politie zich binnen de samenleving afspeelt. Dat ik op de hoogte moet zijn van wat zich daar afspeelt. Deze kennis en gevoel zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden, aangezien het beoordelingsvermogen van de agent daardoor vergroot wordt.”
Hersenwerk
“Wij worden de sterke arm genoemd. Van een politieambtenaar wordt verwacht, dat hij/zij in goede lichamelijke- en geestelijke conditie verkeerd, geoefend en gespierd is, om wanneer nodig met gepast geweld op te treden. Maar, het echte politiewerk wordt met tact en de hersenen gedaan.”
Representatief
“Ik ben de mening toegedaan, dat er tijdens de opleiding van politieagenten onvoldoende aandacht wordt besteed aan het innerlijke van de persoon. Politiepersoneel, staat volgens mij er onvoldoende bij stil, dat zij zich zowel binnen als buiten werktijd representatief moeten gedragen.”
Dienstwapen
“Dan heb ik het niet zozeer over kleding en overige verschijningsvormen. Er zijn plaatsen, die de door hen het best kunnen worden vermeden. Uit observatie blijkt, dat er agenten zijn die hun dienstwapen meenemen als zij met vrouw en kinderen gaan stappen. Er worden bedenkelijke plaatsen aangedaan. Uit stoerheid, ingegeven door het wapen, dat zij dragen, handelen zij dusdanig, dat er ongelukken van komen.”
Niets te zoeken
“Als politieagent gebruik je onderzoeksmethoden om criminaliteit te voorkomen, criminelen te vervolgen en aan te houden. Daarnaast ben je verantwoordelijk om het publiek te beschermen tegen gewelddadige en criminele activiteiten. Als je ergens, beroepshalve, niets te zoeken hebt, hou je dan daarbuiten.”
Tot zover voor het moment.
HD