Er zijn door de huidige regering grote verwachtingen gewekt over de inzet van de Surinaamse diaspora als onderdeel van de oplossing van de Surinaamse problematiek anno 2020. Die problematiek bestond uit torenhoge schulden, een zwakke eenzijdige economie, corruptie en wanbeleid, zwak monetair beleid, gebrek aan kader en een gestagneerde spaak gelopen economie zonder investeerders. Onder de diaspora moesten we begrijpen personen met voornamelijk een Nederlands paspoort die zelf of waarvan de ouders in Suriname waren geboren en waarvan werd beweerd dat ze Suriname een warm hart toedragen en actief willen meehelpen op allerlei gebied om het Surinaams geëscaleerd probleem op te lossen.
Wij hebben nooit geloofd in het diasporaverhaal en hebben zelfs aangegeven dat een Surinaamse diaspora niet bestaat, in de zin van een Joodse of een Guyanese diaspora. We konden dat met stelligheid zeggen, omdat de Nederlanders met Surinaamse roots bestaan uit onze familie, vrienden, oude studiegenoten en buurtmensen. We weten wat de gevoelens zijn die onder hen leven. Suriname interesseert een groot deel van de mensen niet, dat hebben Surinamers hier niet helemaal nog door. Surinamers willen graag geloven dat hun land ertoe doet en aantrekt en dat ze in een aantrekkelijk land wonen. Dat Suriname mooi is, wordt nauwelijks betwist, maar het land trekt mensen die in Nederland wonen en werken en daar gezinnen en kleinkinderen hebben niet aan. Het trekt niet aan om er te wonen en te werken. Reden is onder meer dat de Surinaamse media, nagenoeg zonder uitzondering, niet graag het goede nieuws van Suriname, zo die er te melden is, op de frontpage brengen. Succesverhalen en geslaagde Surinamers die in Suriname wonen en werken worden gemeden door de Surinaamse media als de pest. De Surinaamse media springen een gat in de lucht als er slecht nieuws te melden is. Er is daarom elke week een opeenstapeling van slecht nieuws dat vervolgens in de verschillende familie-appgroepen wordt gedeeld.
Het is elke week raak, Surinaamse Nederlanders zijn verslaafd aan het slechte nieuws overzee. Elke week hebben ze dan de bevestiging dat ze er goed aan hebben gedaan om weg te gaan. Dus het slechte nieuws uit Suriname stelt gerust.
Wij hebben niet in het diasporaverhaal geloofd, omdat de culturele verschillen ook enorm zijn.
Surinaamse Nederlanders eten geen gekruid voedsel meer, de sambal van mae geeft hen al enorme buikpijn: het is te ‘heet’. Bovendien zijn generaties volwassen Surinamers niet zomaar uit Suriname vertrokken: men heeft gekozen om voor altijd in een ander land te wonen en te werken en gezinnen daar te stichten. Mensen zijn vergeten wat antroewa is. Mensen verwachten ook een andere dynamiek alsof Suriname Nederland is. Het wonen en werken in Nederland en het hebben van een sociaal leven aldaar, vergt enorme inspanning en energie. Het is niet gewoon te combineren met actief hier op de vloer programma’s en projecten uitvoeren of voor de overheid of staatsbedrijven gaan werken. Want uiteindelijk moet het ook betalen om de gezinnen overzee te verzorgen.
We kennen los van het verzenden van containers door stichtingen geen echte hulpinitiatieven vanuit Nederlanders met een Surinaamse achtergrond. We kennen geen deskundigen, we kennen geen investeerders uit die hoek die in groeisectoren willen investeren. Men wil meestal zelf geregeld worden en men wil voorkeur boven anderen. De weinigen die uiteindelijk toch hier over de vloer lopen, die maken er meestal een potje van: door Surinamers te kleineren en te beledigen en door flink huis te houden met hun fees. We hebben recent van zo een meneer gehoord wat hij per maand verdient, maar gaat u er niet van uit dat hij de enige is.
We schrijven dit alles naar aanleiding van het bericht dat het bestuur van het Diaspora Instituut Nederland onder leiding van de Nederlandse politica Kathleen Ferrier onlangs heeft besloten om samen met het bestuur de functies neer te leggen. Dat besluit zou zijn genomen na een overleg met de president van de republiek.
Wij hebben de indruk dat het bestuur vindt dat door de houding en de methodiek van de Surinaamse regering, zij niet op fatsoenlijk wijze te helpen valt. Wij moeten wel zeggen, dat het Diaspora Instituut Nederland niet echt gefunctioneerd heeft en totaal geen contact heeft kunnen leggen met organisaties, bedrijven, instituten en personen die in Suriname actief zijn. Er is totaal geen poging om ‘linkages’ te leggen bekend. Dat komt, omdat het Instituut met een afstandsbediening zaken wil organiseren en dat gaat niet zo. Een andere taak die niet uit de verf kwam, was het helpen formuleren van het diasporabeleid met de regering van Suriname mede in samenwerking met de Surinaamse counterpart Diaspora Instituut Suriname. Van dit laatste instituut is helemaal niets bekend.
Van de Nederlandse counterpart moet wel gezegd worden dat taken, missies, werkwijze etcetera heel uitgebreid zijn beschreven, maar van de Surinaamse counterpart is slechts een ‘lege’ webpagina bekend. Deze Surinaamse organisatie is niet serieus bezig geweest en blinkt uit in het geheim houden van zijn taken.
In elk geval is het Ferrier en comparanten niet gelukt om ‘het in Nederland beschikbare kennispotentieel dat dienstbaar kan zijn voor de ontwikkeling van Suriname’ te identificeren. De mensen willen niet, ook omdat de regering aan de andere kant de verkeerde mensen in de hoogste posities zet: zoals zogenaamde ‘kabelchors’ en ‘kale kipplukkers’. De weinige mensen die wellicht aan Nederlandse zijde van goede wil zijn zullen in Suriname overigens ook snel gedesillusioneerd raken: want er is sprake van ontbrekend leiderschap en goed en degelijk bestuur. Met de SLM-affaire en het aftreden van het voltallig bestuur van het Diaspora Instituut Nederland is wat ons betreft een doodsteek gegeven aan het diasporaverhaal en is tegelijk ook 1 ding wel duidelijk geworden: de diaspora is geen oplossing voor het Surinaams probleem.
De oplossing van het Surinaams probleem is manageable met Surinaams kader, maar wanneer de politieke leiding van het land vervreemd is van de eigen mensen dan zal men het aanwezige nationaal potentieel niet kennen, niet erkennen en ook niet herkennen. Het kan dus ook gezegd worden, dat met een fiasco van het diasporaverhaal een andere gedane belofte van de regerende politieke constellatie weer eens is ontmaskerd.