Voltallig bestuur Diaspora Instituut Nederland treedt af

De voorzitster van het zogenoemd Diaspora Instituut Nederland, DIN, Kathleen Ferrier, heeft zondag 22 augustus in een schrijven bekendgemaakt dat het voltallig bestuur van het DIN aftreedt.

Volgens het aftredende bestuur is “een andere werkstructuur, een andere bestuursstructuur en een ander soort bestuur nodig” om de verwachtingen die gewekt zijn bij de oprichting op 11 september 2021 te verwezenlijken.

“Kortom, een herbezinning op de benadering van het Diaspora beleid”, aldus Ferrier in haar brief. Overigens is het bestuur tot deze conclusie gekomen, na overleg met de regering Santokhi-Brunswijk en een interne evaluatie.

Het bestuur treedt af, aldus Ferrier, om “ruimte te maken” voor die herbezinning. Ze benadrukt, dat het DIN wel blijft bestaan als “vehikel voor de nodige inzet van de diaspora”. Het bestuur wordt nu gevormd door John Brewster die de mogelijkheid voor een doorstart gaat bekijken.

Ferrier maakt verder duidelijk, dat het aftreden van het bestuur niet zal leiden tot het stopzetten “van de verschillende veelbelovende projecten” die inmiddels zouden bestaan.

Overigens had Kathleen Ferrier al op 27 juli van dit jaar in een brief gesteld, dat gesproken was met president Chandrikapersad Santokhi en minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, over de toekomst van het Diaspora Instituut Nederland. Het DIN wilde “garanties van de regering voor daadwerkelijke steun voor en betrokkenheid bij het diaspora beleid”. “Iedereen begrijpt, dat de Surinaamse regering op dit moment andere prioriteiten heeft.” Het DIN vroeg “dus nog even wat geduld”. De brief van 27 juli was dus al een duidelijke voorbode van wat nu is gebeurd, het aftreden van het gehele bestuur.

Ferrier beëindigt haar schrijven van 22 augustus  met de woorden “het DIN is en blijft werk in uitvoering”.

Maar, gelet op het feit dat er sinds de start van het DIN, bijna een jaar geleden, er feitelijk zeer weinig uit de grond is getrokken, is het de vraag of dit “instituut’ onder een mogelijk nieuw bestuur wat meer van zich laat gaan horen en zien dan het geval was de afgelopen periode. Tot vandaag de dag merkt de samenleving in Suriname bar weinig tot helemaal niets van hetgeen het DIN zou hebben bereikt. De droom dat Suriname zou volstromen met Diaspora-gelden en -projecten is in ieder geval tot de dag van vandaag een droom gebleven.

PK

error: Kopiëren mag niet!