Het is al geruime tijd zo, dat in verschillende districten en buurten in Paramaribo er geen sprake is van regelmatige vuilophaaldiensten. Dit is ook vaker onder de aandacht gebracht van de instanties die daarmee belast zijn, echter zijn geen zichtbare veranderingen opgetreden. De afdeling van het ministerie van Openbare Werken die belast is met vuilophaal zegt wel dat niet alle aannemers het werk hebben neergelegd. Dat is het geval bij een deel van de aannemers vanwege achterstallige betalingen.
“Veel buurten met vuilniszakken”
Veel buurten hebben nu last van stank en ongedierte, omdat het vuil al zeker meer dan een maand niet opgehaald is door de vuilophaalbedrijven. De aannemers van het werk zeggen, dat ze nog niet zijn uitbetaald en daarom ook het werk niet kunnen garanderen aan de gemeenschap.
De bekende Joel Martinus (Bordo), die bekend staat als een man in de entertainmentwereld, uit ook zijn misnoegen op zijn Facebookpagina over de recente ontwikkelingen in buurten met betrekking tot de vuilophaaldienst. Hij vindt het jammer, dat het zo er aan toe gaat met de hygiënische situatie in het land.
“Niet het beloofde beleid”
Hij is het er verder totaal niet mee eens, dat er zo wordt omgaan met de gezondheid van mensen. Hij smeekt de regering om het beleid met betrekking tot vuilophaal onmiddellijk te verbeteren. Hij zegt verder, terwijl hij aan het filmen is, dat de regering dit niet heeft beloofd aan de bevolking. Het is volgens hem een ernstige kwestie wanneer men niet in een schoon milieu kan leven. In zijn video haalt hij ook aan, dat het nu tijd is voor de regering om het beleid te wijzigen.
Dringende oplossing gevraagd
De situatie die er nu heerst vereist een dringende aanpak. Het is de bedoeling dat er niet meer ziektes worden gecreëerd dan er al zijn in het land. Martinus haalt nog uit naar de regering, dat het belangrijk voor hem is om te vechten tegen een beleid dat ervoor zorgt dat de straten vol vuil blijven staan. Hij benadrukt, dat burgers boos gaan reageren als deze problemen geen spoedige oplossingen zullen krijgen.
Hij pleit voor jonge kinderen in de buurten, dat ze tenminste beschermd worden tegen alle ziektes die er kunnen ontstaan door deze situatie. Mensen geven aan, dat ze het beu zijn om continu te horen, dat de aannemers erop geattendeerd zullen worden, terwijl de situatie maar blijft voortduren. Ouders geven aan dat in buurten van scholen er nog troep ligt.
GW
